‘Je moet vooral niet in je eigen bubbel blijven steken’
Mentor, coach, jurylid, gastdocent: Patricia Parlevliet is door de jaren heen op allerlei manieren betrokken gebleven bij de TU Delft. Waardevol voor de universiteit, maar zelf haalt ze er ook veel uit. “Contacten met de TU resulteren vaak in nieuwe ideeën voor mijn werk. Het worden misschien niet allemaal concrete projecten, maar het geeft wel altijd stof tot nadenken.”
Een tijd waarin je echt gevormd wordt”, zo herinnert Patricia Parlevliet zich haar jaren aan de TU Delft. “Ik zat in een gezellig studentenhuis en was heel actief in de studievereniging, het gezelschap Tubalkaïn.” Tubalkaïn behartigde de belangen van studenten materiaalkunde, de opleiding waar Parlevliet in 2003 afstudeerde. “Tijdens mijn afstudeeronderzoek merkte ik hoe leuk ik het vond ergens diep in te duiken. Ik wilde dat graag nog een paar jaar doen en expert worden op een bepaald gebied, daarom koos ik ervoor om te promoveren.” Dat deed ze bij Adriaan Beukers, hoogleraar composietmaterialen en –constructies, waar ze onderzoek deed naar composieten voor windmolenbladen.
Blue sky thinking
Tegenwoordig is ze senior projectleider bij Airbus Blue Sky, het onderdeel waar het blue sky thinking plaatsvindt. “Ik probeer de vertaalslag te maken tussen nieuwe inzichten en technologieën in de academische wereld en mogelijke toepassingen, om de luchtvaart op lange termijn te transformeren”, legt ze uit.
Een gezamenlijke publicatie van TU Delft, UAntwerpen en UHasselt over bacteriën die op elektriciteit leven en het ook kunnen transporteren, zogenaamde kabelbacteriën, wekte in 2019 haar belangstelling. “Die bacteriën leven op de zeebodem en kunnen wel meer dan een centimeter lang worden. Toen ik dat las, dacht ik: dat komt in de buurt van wat wij nodig hebben voor bepaalde systemen, zoals die voor statische ontlading. Kun je daar een organisch materiaal voor gebruiken, dan is dat veel lichter dan het metaal dat we nu gebruiken. Ik benaderde de onderzoekers om er meer over te horen.” Dat contact leidde tot een gezamenlijk project. Het onderzoek naar de kabelbacteriën vormde in 2020 de basis voor een Joint Interdisciplinary Project (JIP) voor masterstudenten van verschillende faculteiten. Patricia Parlevliet werd hun businesscoach.
“Wat voor toepassingen kun je hiervoor bedenken en hoe zouden die er dan uitzien? Dat was de opdracht die we de studenten gaven. Ik moest ze daarbij begeleiden en helpen met vragen, bijvoorbeeld wat de eisen zijn als je denkt aan toepassingen in het vliegtuig”, vertelt Parlevliet. “Ik heb ze ook in bredere zin geprobeerd te coachen. ‘Dit is je kans om met iemand te praten die al dertien jaar bij Airbus werkt, dus stel al je vragen’, zei ik. Dat werd erg op prijs gesteld, zeker in deze coronatijd waarin contacten wat moeizaam gaan.”
Als mentor praat je met studenten over mogelijke carrièrestappen, of hoe je een stageplek organiseert
Mentor Alumni Programme
Het was niet het enige Delftse project waarbij Parlevliet vorig jaar betrokken was. Zo was ze voor de tweede keer mentor bij het Mentor Alumni Programme (MAP) van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “Als mentor praat je met studenten over mogelijke carrièrestappen, hoe je een stageplek organiseert, of de problemen waar ze tegen aanlopen als afstudeerders. In deze tijd is het ook erg belangrijk voor ze om gewoon iemand te hebben om mee te kletsen.” Ook het mentorprogramma vindt helemaal online plaats. Daar zat nu ook eens een keer een voordeel aan. “In een virtueel programma kun je ook makkelijk netwerken met andere mentoren. Het was ook mijn idee om een mid-term meeting te organiseren om onderling ervaringen uit te wisselen. Dat had ik al eens meegemaakt bij de Bundeswehr Universiteit hier in München, waar ik ook mentor ben.”
Bubbel
De band met Delft wil ze zeker behouden: “Contacten met de TU resulteren vaak in nieuwe ideeën voor mijn werk. Het worden misschien niet allemaal concrete projecten, maar het geeft wel altijd stof tot nadenken. In contact blijven kan ook makkelijk, door alle evenementen die TU Delft for Life organiseert. Of via het L&R-netwerk in München, waar je elkaar tegenkomt en tips en tricks kunt uitwisselen. Daar doe ik graag aan mee.” Ook het werken met studenten zou ze niet willen missen: “Ik ben nu in de veertig en heb twee jonge kinderen, ik heb normaal gesproken weinig contact met jongeren. Van studenten hoor ik heel verrassende dingen over hoe zij in het leven staan en wat zij belangrijk vinden. Die andere invalshoeken zijn zo belangrijk. Je moet vooral niet in je eigen bubbel blijven steken.”