Faalmuseum
[Column]
Wat hebben de plastic fiets, de Ford Edsel en Colgate diepvrieslasagne gemeen? Het zijn alledrie producten waarmee bedrijven ooit vol vertrouwen de markt bestormden, maar die al snel hopeloos flopten. De plastic fiets - uit Zweden, merknaam Itera - was minder stabiel dan een gewone fiets, maar wel duurder. Bij de Ford Edsel dacht de innovatieafdeling dat autobestuurders het enorm cool zouden vinden om niet langer meer te schakelen met een pook, maar met knopjes op het stuur. Enig nadeel: daar zaten ook andere knopjes voor heel andere functies. Wil je toeteren, ga je ineens achteruit. En bij Colgate vonden ze hun eigen merk zó geweldig, dat ze dachten dat mensen alles zouden kopen zolang er maar Colgate op stond, zelfs lasagne.
De voorbeelden komen uit het Museum of Failure, het faalmuseum dus, bedacht door organisatiepsycholoog Samuel West. Zijn museum werkt op de lachspieren, maar doet meer dan alleen dat. Bedrijven brengen vooral succesverhalen naar buiten. Logisch, want de eerste aandeelhouder die blij is met een geflopt product moet nog gevonden worden. Maar de waarheid is, zo weet iedereen die bij welke organisatie dan ook werkt, dat de meeste vernieuwingen uiteindelijk geen doorslaand succes worden. En juist van fouten kun je het meeste leren. Start-ups - het thema van deze Delft Integraal - zijn het summum van vernieuwing. Vanuit het niets willen de eigenaren een nieuw product of dienst lanceren om de wereld (of simpelweg het leven van de klant) een beetje beter te maken. Een bekend voorbeeld uit Delft is de stormparaplu; toen ik er voor het eerst één in mijn handen hield in de wind, dacht ik ‘tering, dat in honderden jaren paraplugeschiedenis niemand dit ooit eerder heeft bedacht’ . De Delftse paraplu die langer meegaat dan één herfstbriesje werd een internationaal succes. Andere mooie voorbeelden uit Nederland zijn Kieskompas (ontwikkeld aan de VU) en Booking.com (Universiteit Twente).
Maar veel start-ups worden niet zo'n succesverhaal. Het aantal horden waarover de medewerkers van een start-up kunnen struikelen is haast oneindig. Te weinig geld, een concurrent is je te snel af, het idee is nét niet goed genoeg, te laat nagedacht over de marketing, te lang doorgegaan met perfectioneren van het product, niet lang genoeg doorgegaan met het perfectioneren van het product, karakters van oprichters die met elkaar botsen, een cruciale medewerker die een andere baan kiest, een cruciale medewerker die ziek wordt of thuis moet mantelzorgen, het verdienmodel maar niet sluitend weten te krijgen, enzovoorts, enzovoorts.
Ik gun al die start-ups het beste. Maar mocht het nou tóch niet lukken, stuur je geflopte product dan s.v.p. naar het Museum of Failure. Dan kunnen al die andere start-ups ervan leren - misschien nog wel meer dan van zo'n zeldzaam succesverhaal.
Tonie Mudde
Ir. Tonie Mudde (1978) is chef wetenschap bij de Volkskrant en studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft.(Foto © Sam Rentmeester)