De magie van YES!Delft

YES!Delft, een van de vijf beste universitaire incubators ter wereld, bevindt zich op steenworp afstand van de campus. Wat maakt het tech start-upbolwerk zo bijzonder? Delft Integraal nam een kijkje. 

Met een brede glimlach komt Duke Urbanik aangewandeld. Hij is entrepeneur in residence, dat is iemand uit het bedrijfsleven die beschikbaar is als mentor/vraagbaak voor start-ups. Hij is al ruim tien jaar betrokken bij de grootste tech incubator van Europa.

Vandaag is Urbanik onze gids. We lopen langs een wand met bedrijfslogo’s van alle start-ups die een plek in de incubator kregen. Het illustreert het succes van YES!Delft, want inmiddels is een tweede Wall of Fame in gebruikgenomen. “In de beginjaren waren we blij als we jaarlijks twintig start-ups mochten verwelkomen, nu krijgen we iedere twee maanden ruim honderd aanmeldingen”, verklaart Urbanik de hoeveelheid plakkaten. Op de ‘oude’ wand zien we logo’s van bekende start-ups als NightBalance en Senz, op de nieuwe herkennen we ParkBee en Aanmelder.nl. 

1170 GESPREKKEN

Met grote passen baant de enthousiaste Urbanik zich een weg door de incubator. In een grote hal slaat hij ineens met vlakke hand op een van de lange houten tafels. “Op deze plek heb ik de jongens van Swapfiets voor het eerst ontmoet. Ik zie ze nog zitten. Drie studenten met een ontzettend goed idee, maar nauwelijks benul hoe ze dat tot een succesvolle onderneming konden maken. En kijk nu, die blauwe fietsbanden zie je zelfs in Duitsland en Denemarken.” Urbanik weet het nog, want hij houdt alles bij in een Excelbestand. Hij voerde 1170 gesprekken met ondernemers sinds zijn aantreden. Jong, oud, op afspraak of spontaan.

“Je wilt niet weten hoe vaak mensen zich bij de receptie melden met ‘een fantastisch idee’. Het is soms net een speelplaats, maar we luisteren altijd.” Zo stond er eens een man aan de balie die iets had bedacht dat mensen met autisme kon ondersteunen bij het uitvoeren van dagelijkse taken. Niet geschikt voor YES!Delft, maar Urbanik zag potentie en koppelde hem aan mogelijke investeerders. “Jaren later kreeg ik bericht, het was hem gelukt het product op de markt te brengen. Dat is toch fantastisch?”

VALIDATIETRAJECT

Het is een uitzondering, want normaliter volgen start-ups een uitgebreide selectieprocedure. Urbanik: “Iedere twee maanden selecteren we uit ruim honderd aanmeldingen ongeveer twintig start-ups. Hiermee voeren we gesprekken waarna we tien start-ups kiezen die het validatietraject ingaan.” Tijdens dit tien weken durende proces ontdekken de ondernemers of hun idee marktwaardig is. Vervolgens blijven er ongeveer vier bedrijven over die doorgaan naar een volgende fase. Hierna valt nog eens de helft af, weet Urbanik. “Uiteindelijk komen er iedere twee maanden gemiddeld twee bedrijven in YES!Delft bij. Maar, ook dan biedt de incubator geen garantie tot succes. CBS Insights meldt dat wereldwijd negen op de tien start-ups, zelfs nadat ze funding ontvangen, het niet redt.” 

NEONLETTERS

Veel tijd om bij deze cijfers stil te staan, is er niet. Terwijl Urbanik een praatje maakt met Rogier Bartens, ceo van Laevo, wordt onze aandacht getrokken door de roze neonletters boven de pooltafel. ‘YES YES, OHH YES!", lezen we. “Daar was niet iedereen even blij mee”, merkt Urbanik op. “Kennen jullie die quote niet? Zoek maar op, dan begrijp je wat ik bedoel”, grinnikt hij. We lopen verder, de geur van verse koffie en gebakken eieren tegemoet. Het is lunchtijd en heel YES!Delft verzamelt zich in het restaurant waar Ruby Hitzert de scepter zwaait.

“Ruby kwam hier binnen met een idee voor een cateringbedrijf en nu runt ze deze toko. Fantastisch toch?” Urbanik zwaait naar haar. “Allemaal voor schappelijke prijzen, het is een reden voor mensen om uit hun kantoor te komen.

Zo gaan ze met elkaar in gesprek.” Het is een succesvolle formule; aan picknicktafels is amper nog een vrij plekje te vinden. 

GIVING BACK

We verlaten de drukke kantine en nemen de trap naar boven. Urbanik hangt over de reling. “Voel je die energie?”, vraagt hij. We knikken. “Daarom doe ik dit werk. Ik word er niet voor betaald, maar op deze manier kan ik iets teruggeven aan de community.” Zelf werkte hij jarenlang met zijn IT-bedrijf in de Verenigde Staten, waar giving back ‘erbij hoorde’. “In Nederland is dat anders, zit er meteen een verdienmodel achter. Zonde.”

Voordat onze tour erop zit, wil hij ons nog één ruimte laten zien: de arena. Op de plek waar ideeën worden gepresenteerd en investeringen verkregen, merkt Urbanik op dat de start-up wereld flink is veranderd. Ook binnen YES!Delft. “Het is de kunst om bij de kern, het ondernemerschap, te blijven, ook al zijn we de top incubator van Europa en misschien wel van de wereld. Samen met de universiteit moeten we ervoor zorgen dat we onze identiteit niet verliezen en dat start-ups nooit een ‘product’ worden. Dat is een flinke uitdaging.”