Convergentie is de toekomst van de ingenieurswetenschappen
De TU Delft gaat meer samenwerken met de universiteiten en medische centra van Rotterdam en Leiden. Dit zal ook invloed hebben op alumni, zegt rector magnificus Tim van der Hagen. “Uiteindelijk moeten al onze initiatieven ten goede komen aan de samenleving, al zal het niet allemaal van vandaag op morgen merkbaar zijn.”
Aan de gloednieuwe Medtech School in Milaan volgen studenten een zesjarige artsenopleiding en behalen tegelijkertijd een bachelordiploma in de biomedische technologie”, begint prof.dr.ir Tim van der Hagen. “Eenmaal afgestudeerd, zullen de arts-ingenieurs zorg op maat bieden, gebaseerd op hun kennis van onder meer gentherapie, artificiële intelligentie en neurorobotica.”
Van der Hagen vergelijkt de studie met de opleiding klinische technologie die de TU Delft in 2014 startte. ‘Achter iedere arts staat straks een ingenieur’, was toen de gedachte. “Met de Milanese Medtech-opleiding ís iedere arts straks daadwerkelijk ingenieur”, benadrukt hij. “Het is een prachtig voorbeeld van wat we convergentie noemen: de integratie van technologie, natuurwetenschappen, biowetenschappen en geestes-wetenschappen op zo’n manier dat er nieuwe vakgebieden ontstaan. Dat gebeurde in het verleden ook wel, denk aan biotechnologie, nanotechnologie of klinische technologie: versmeltingen van tot dan toe afzonderlijke werkvelden.”
Niet helemaal nieuw dus, wel actueel. Wereldwijd wordt convergentie gezien als de beste manier om complexe maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Binnen allerlei afzonderlijke disciplines is de afgelopen decennia fundamentele vooruitgang geboekt, vaak mogelijk gemaakt door voortschrijdende digitalisering. “Het combineren van al die kennis en onderzoeksmethoden moet leiden tot nieuwe wetenschapsgebieden waarbinnen we sneller tot baan-brekende resultaten kunnen komen”, legt Van der Hagen uit. “Dat is hard nodig, want de uitdagingen waar we voor staan zijn urgent.”
Kruisbestuiving
Daarom kondigde het college van bestuur tijdens de Dies Natalis aan de samenwerking tussen de universiteiten en medische centra in Delft, Leiden en Rotterdam verder te versterken. “Er moeten muren weg, tussen vakgebieden, afdelingen en faculteiten. Dat geldt niet alleen voor de universiteiten, maar ook voor andere onderzoekspartijen, bedrijfsleven en overheid. Want het ecosysteem dat nodig is om van die convergentie een succes te maken, vraagt om kruisbestuiving met ideeën van onze maatschappelijke partners.”
Met dit versterkte partnerschap bouwt de TU voort op eerdere successen, gaat Van der Hagen verder. “Sinds 2006 werken we op medisch-technologisch gebied samen in het Medical Delta-programma, en in 2012 richtten we onze Leiden-Delft-Erasmus-alliantie op. Ik durf te beweren dat resultaten uit het verleden in dit geval wél garantie geven voor de toekomst. De roep om verandering komt van onze wetenschappers zelf. En het is onze verantwoordelijkheid om wat de afgelopen decennia bottom-up in gang is gezet, als besturen verder mogelijk te maken en te stimuleren.”
Of er straks een eigen variant komt op de Milanese opleiding, moet de tijd nog leren. Wel zijn er allerlei gezamenlijke initiatieven gestart, om te beginnen in die medisch-technologische hoek. “Zoals u weet, staat de gezondheidszorg voor grote uitdagingen”, zegt van der Hagen. “De vergrijzing leidt tot een groeiende zorgvraag en stijgende kosten; tegelijkertijd is er tekort aan zorgpersoneel. Het moet dus efficiënter. Het meest efficiënt is natuurlijk preventie, maar zodra je een medische behandeling moet ondergaan, kan die maar beter zo goed mogelijk op de individuele patiënt worden afgestemd. Het wordt straks allebei mogelijk door de digitale tweeling: een combinatie van genetisch profiel, medische historie, sociale en economische informatie enzovoort. Big data dus, die voor een omwenteling in de gezondheidszorg gaat zorgen. Het is een van de projecten waar we momenteel 34 postdocs voor werven die een dubbelaanstelling krijgen bij zowel de TU Delft als het Erasmus Medisch Centrum.” Ook op het gebied van kunstmatige intelligentie zijn er grote plannen. In 30 gezamenlijke AI-labs zullen onderzoekers zich wijden aan specifieke onderwerpen op het gebied van kunstmatige intelligentie. “Materiaalkunde bijvoorbeeld. Zo hangt het succes van de energietransitie af van nieuwe manieren om energie om te zetten, op te slaan en te transporteren. Daar hebben we geavanceerde materialen voor nodig, maar de meeste die je op papier ontwerpt, zullen in de praktijk nooit werken. Door die virtueel te testen, kunnen we alleen verder gaan met de kansrijke opties.”
Holistische benadering
Maatschappelijke uitdagingen als klimaat, energie, waterveiligheid, circulariteit, gezondheid en mobiliteit hebben allemaal met elkaar te maken, vervolgt Van der Hagen. “Dit vraagt om een holistische benadering. Denk aan deelauto’s en zelfrijdende auto’s waardoor er minder parkeerplaatsen nodig zijn. Dat betekent meer openbare ruimte en groen, wat op zijn beurt de luchtkwaliteit en de biodiversiteit ten goede komt. Bovendien kan vegetatie dienen als waterberging en de hittestress als gevolg van de klimaatverandering verminderen. Die openbare ruimten kunnen we zo inrichten dat die lopen en fietsen, en dus een gezondere levensstijl, stimuleren. Dat is precies waaraan we gaan werken in het Rotterdamse deltagebied. In een netwerk van proeftuinen zullen we zulke innovaties in de haven, op de luchthaven en in de woonwijken van de stad testen en in de praktijk brengen.”
Wat gaat u als alumnus straks van dit alles merken? “Van alles, zou ik zeggen. Uiteindelijk moeten al onze convergentie-initiatieven ten goede komen aan de samenleving, al zal het niet allemaal van vandaag op morgen merkbaar zijn.
Eerst zult u het als professional merken, of u nu werkzaam bent in onderzoek, bedrijfsleven of overheid. Want convergentie is de toekomst van de ingenieurswetenschappen. Ook hier kunt u op ons rekenen, want via leven lang opleiden zullen we ons best doen u op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen en de nieuwste kennis. Want één ding blijft gelden:
TU Delft for Life!”
Er moeten muren weg, tussen vakgebieden, afdelingen en faculteiten