‘Het komt wel goed met onze studenten’

Arnold de Jager staat dicht bij de huidige generatie studenten maar heeft ook ervaring in het bedrijfsleven en als ondernemer. De ideale alumnus dus om mee te doen aan het mentorprogramma van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R): “Ik had graag ook een mentor gehad in mijn studietijd.”

Arnold de Jager, afgestudeerd in 2013, weet goed wat hij wil. Meestal dan, want met de studiekeuze zat hij er in eerste instantie even naast. “Ik was geïnteresseerd in vliegtuigen en dacht dat ik vlieger wilde worden. Maar eenmaal bij de luchtmacht kwam ik erachter dat ik liever wilde begrijpen hoe een vliegtuig werkt dan hoe je het moest besturen.”
Zo belandde De Jager in Delft bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. “Ik was er helemaal in mijn element.” Als systeemdenker specialiseerde hij zich in systems engineering & aircraft design, maar afstuderen deed hij bij een stichting die de vliegveiligheid in Afrika wil verbeteren. “Dat paste niet bij mijn afstudeerrichting, maar ach, de gemiddelde student bij L&R komt zelden in de branche terecht waarin hij is afgestudeerd.”

Formula Student

Dat geldt ook voor De Jager. De inspiratie voor wat hij nu doet, kwam tijdens zijn deelname aan het Delftse Formula Student, een team studenten dat mini-raceauto’s ontwerpt en bouwt en ermee racet in een wereldwijde competitie. “Dat jaar is waardevol geweest voor mijn ontwikkeling als ingenieur. Je kunt wat je tijdens je studie leert echt in de praktijk brengen, en je leert er doelgericht te werken, want problemen moet je altijd binnen een bepaalde tijd oplossen.” 

De Jager ondervond in dat jaar de voldoening van tastbare resultaten. “We maakten onderdelen van koolstofcomposieten. Daar had ik wel over geleerd, maar je krijgt er geen beeld bij met de plaatjes in een reader. Ermee werken is eigenlijk een simpel en logisch proces, maar dat begrijp je pas als je het met je eigen handen gedaan hebt. Dat moet ik vaker doen, dacht ik toen.”

Bluebuild

En zo geschiedde. Vorig jaar richtte hij samen met Ivar te Kloeze, die hij kende van Formula Student, het bedrijf Bluebuild op. Bluebuild helpt start-ups en andere bedrijven bij hun productontwikkeling door het maken van prototypes of testopstellingen. “Een van de bottlenecks is daarbij vaak het frezen. Dat is een heel divers proces.” 

Bluebuild maakte bijvoorbeeld opstellingen voor bodemonderzoek voor de TU Delft-afdeling geosciences, maar heeft ook klanten onder start-ups van YesDelft. “Start-ups hebben vaak niet genoeg engineeringscapaciteit voor een ontwikkelingsproces, daarvoor kunnen ze bij ons terecht. Je krijgt bij ons altijd een tastbaar product,” zegt De Jager. “Dat geeft ook ons voldoening: iets in je handen hebben dat je zelf hebt gemaakt.” 

“Bij alle stappen in mijn leven kijk ik terug naar waarom ik dingen gedaan heb en wat ik ervan geleerd heb. Ik heb stage gelopen bij Lockheed Martin bij het F35-project; daar is alles heel groot en bureaucratisch. Het was een fantastische tijd, maar ik heb ook geleerd wat ik niet wil.”
Na zijn afstuderen wist hij dan ook goed wat hij wél wilde. “In de luchtvaartbranche duurt productontwikkeling soms tientallen jaren en zie je misschien nooit het eindresultaat van je werk. Ik wilde tastbare resultaten halen en daar niet te lang op hoeven wachten. En dat bij een niet te groot bedrijf.” De Jager kwam terecht bij Temporary Works Design (TWD), een ingenieursbureau gespecialiseerd in hulpconstructies en installatietools voor de offshore en civiele markt. “Bij TWD werkte ik aan wind-op-zee-projecten met een doorlooptijd van drie tot zes maanden; dan kun je zelf je eigen ontwerp in levenden lijve aanschouwen. Ik heb er vier mooie jaren gehad.” 

Arnold de Jager: “De TU is een positieve kracht in de wereld.” (Foto: Guus Schoonewille)

Mentorprogramma 

Via TWD kwam hij in contact met het mentorprogramma van L&R. “Ik kreeg Juliette Ran onder mijn supervisie. Na haar stage werd ze student-assistent bij het mentorprogramma en toen heeft ze mij benaderd”, vertelt De Jager. Sindsdien was hij mentor bij elke editie.
“Gedurende een aantal maanden bespreek je regelmatig met een student wat ze bezighoudt. Dat zijn herkenbare vragen, dezelfde vragen die ik ook had tijdens mijn studie. Op sommige vragen heb ik inmiddels antwoord gevonden, in andere heb ik meer inzicht verkregen. Met een kleine tijdsinvestering kan ik zo veel voor een student betekenen. Dat had ik zelf ook graag gehad in mijn studententijd.” Het is een rol die bij hem past. “Ik ben wat beschouwelijk en vind het interessant om te weten waarom mensen dingen doen en wat hen beweegt.” 

Van existentieel tot praktisch

De vragen waar studenten mee worstelen blijken heel breed te zijn. “Het loopt uiteen van existentiële vragen als 'waarom studeer ik' en 'wat wil ik met mijn leven', tot heel praktisch als 'wat zijn mijn kansen op de arbeidsmarkt' en 'hoe vind ik mijn droombaan”, zegt De Jager. Hij vertelt over een studente die erg onzeker was.  “Ze was ambitieus, maar liet kansen lopen omdat ze overtuigd was dat andere mensen het beter zouden kunnen. Ik leerde haar zichzelf te vragen waarom ze iets niet zou moeten doen. Had ze dan in vijf seconden geen overtuigend antwoord, dan was dat een argument om het juist wel te doen. Dat hebben we samen geoefend en uiteindelijk heeft ze zelfs met succes de presentatie van haar bachelorproject op zich genomen. Achteraf was ze blij dat ze het gedaan had. Van niets doen leer je niks.” 

Uitstekende vooruitzichten

Niet dat studenten veel reden tot onzekerheid zouden hoeven te hebben. “Ze studeren aan de TU Delft, zitten in het bovenste segment van de samenleving. Als zij het al niet zouden redden…Toch lijken studenten niet altijd te beseffen dat ze daarmee al heel goed bezig zijn”, zegt De Jager. “Ik zeg telkens weer: het gaat goedkomen met je. Je volgt een goede opleiding en straks zijn er veel mensen op zoek naar iemand met jouw vaardigheden.”
Mogelijk speelt de hogere studiedruk een rol. “De populariteit van het mentorprogramma geeft aan dat veel studenten behoefte hebben aan houvast. Je hoort wel over studenten met burn-outklachten, dus blijkbaar ligt de druk erg hoog.” 

Motivatie

Zijn motivatie om mee te doen aan het mentorprogramma zijn vooral de studenten zelf. “Het kost me weinig tijd en de studenten hebben er veel aan. Al levert die investering mij niet direct iets op, dan hebben we wel de wereld een stukje beter gemaakt. Ik heb niet het gevoel dat de TU Delft iets tegoed heeft van mij, maar ik draag de universiteit een warm hart toe. Ik heb er een goede tijd gehad en de TU is een positieve kracht in de wereld. En dat ze de moeite nemen om zo’n mentorprogramma op te zetten, motiveert mij ook. De TU is duidelijk begaan met studenten, dat verhoogt mijn bereidheid om een keer wat terug te doen.” <<

 

Ben je geïnspireerd door dit verhaal?
En wil je ook de mogelijkheden tot blijvende betrokkenheid bij de
TU Delft verkennen? Dan komen
we graag met je in contact.
Stuur een e-mail naar
alumnirelations@tudelft.nl.