Zeeleven profiteert mogelijk van waterstofproductie
Waterstof en oesters: op het eerste gezicht lijken die twee weinig gemeen te hebben. Maar als windmolenparken op zee terrein winnen om tegemoet te komen aan de vereiste duurzame energie voor waterstofproductie, kunnen oesters daarvan profiteren. Rondom de funderingen van offshore windmolens moet de zeebodem hard zijn om zanderosie te voorkomen. Door betonnen constructies te plaatsen met hierop volwassen oesters ontstaat een win-winsituatie. Als deze oesters zich voortplanten vormen ze het begin van een nieuw oesterrif. Er wordt duurzame energie gewonnen en het zeeleven bloeit op.
Met die gedachte ging masterstudent civiele techniek Victor van Rie aan de slag tijdens zijn stage bij ingenieursbureau Van Oord. Hij ontwierp een betonnen constructie die als kickstart moet dienen voor de ontwikkeling van oesterriffen. De platte oester (ostrea edulis) vormde vroeger riffen die bij elkaar een stuk Noordzeebodem bedekten dat qua oppervlakte ongeveer zo groot was als de helft van Nederland. De riffen fungeerden als leefgebied voor tal van vissen, krabben en kreeften. Door ziektes, overbevissing en vervuiling zijn die oesterpopulaties nagenoeg verdwenen. De hoop is dat de oesterriffen met dit soort steuntjes in de rug weer terrein winnen. In oktober werden enkele structuren gebaseerd op het werk van Van Rie afgezonken bij windmolens in het windpark Borssele voor de kust van Zeeland.