Volledig online onderwijs is moeilijk vol te houden
Na bijna driekwart jaar grotendeels online studeren lijkt het einde nog niet in zicht. Hoe houden we het welzijn van studenten in de gaten als we ze niet of nauwelijks in levende lijve ontmoeten? Over dat vraagstuk buigt alumnus Dick van Gameren, decaan van de faculteit Bouwkunde, zich al sinds het begin van de coronacrisis.
Uit een recente enquête onder studenten bleek dat ze over het onderwijs zelf niet eens zo ontevreden waren. “We hebben gemerkt dat kennisoverdracht prima gaat”, vertelt Dick van Gameren. “Online kun je makkelijk een beroep doen op mensen van binnen of buiten de universiteit om een presentatie te houden of mee te doen aan een discussie.” Studeren zou zo veel meer moeten zijn dan alleen kennisoverdracht. Het opbouwen van een netwerk, algehele vorming en natuurlijk gewoon de tijd van je leven hebben – aspecten waar nu weinig ruimte voor is. Niet verwonderlijk dus dat dertig procent van de studenten aangaf zeer slecht gemotiveerd te zijn.
Pubquiz
Dat alles gebeurt in nauwe samenwerking met studenten. “Ik denk dat zij het beste weten wat voor hen werkt, dus is het belangrijk als ze dat zelf mee organiseren. We moeten hun initiatieven vanuit de organisatie ondersteunen.” Bij zijn eigen faculteit heeft hij gezien dat ze dat op een heel verantwoorde manier doen. “Ze hadden geregeld dat studenten conform de regels langs mochten komen in de Bouwpub. Dat gebeurde op inschrijving. Het was een positief signaal dat we met elkaar proberen om zulke sociale activiteiten te laten doorgaan.”
Helaas is de coronarealiteit weerbarstig en is de Bouwpub op het moment van schrijven weer dicht vanwege de hernieuwde horecasluiting, al gaat de pubquiz online door.
Voorrang eerstejaars
Sinds september mogen studenten weer mondjesmaat naar de campus komen, mede op dringend advies van de taskforce. Daarbij wordt voorrang gegeven aan eerstejaarsstudenten. “Het is voor alle studenten belangrijk, maar eerstejaars hebben nog geen netwerk en zitten soms nog alleen op een kamer bij hun ouders. Zij kunnen makkelijk in een isolement raken”, zegt Van Gameren.
Hetzelfde geldt voor internationale studenten. “Die maken zich daarbovenop nog eens zorgen over hun gezondheid, want Nederland neemt vaak andere maatregelen dan andere landen. En of ze het financieel redden is een ander probleem.” Ook Nederlandse studenten kampen met financiële problemen, nu veel bijbanen zijn weggevallen.
Studenten missen de ontmoetingen en samenwerking met anderen
Ondersteuning
Al kan de regiegroep niet alle problemen oplossen, er is veel praktische en emotionele ondersteuning. “Voor studenten die moeilijk thuis kunnen werken, zijn er veilige werkplekken, bijvoorbeeld in de TU Library. Dat gaan we uitbreiden, zodat ze ook buiten het rooster om kunnen komen.”
Naast extra ruimte staat ook de beschikbaarheid van psychologen en studieadviseurs hoog op de agenda. “We moeten ervoor zorgen dat studenten hun zorgen en problemen kunnen blijven delen. Zodat ze de juiste weg weten te vinden naar professionele hulp, en ook naar elkaar om elkaar te helpen.” Dat alles begint bij goede communicatie. “Er moet overkoepelend en eenduidige berichtgeving komen, anders lezen mensen het niet meer. Dat is dus ook een prioriteit.” Op de website staat inmiddels alle informatie die studenten in hun welzijn kan helpen op één plek.
Eerstejaarsstudenten blijven een aandachtspunt. “Voor hen is het gewoon heel moeilijk. Hoe bouw je een nieuwe levensfase op in de huidige situatie? Je wilt mensen leren kennen en dat lukt momenteel maar beperkt binnen het onderwijs. Dus willen eerstejaars meer dan ooit lid worden van studenten- en sportverenigingen, die vervolgens beperkte capaciteit hebben. Stel je voor: dan word je uitgeloot en voel je je weer afgewezen.”
Rol voor alumni
Ook afstudeerders hebben het lastig. “Het is een moeilijke tijd om werk te zoeken en je een leven na het studeren voor te stellen. Hierin zouden alumni zeker een rol kunnen spelen”, vindt Van Gameren. “We moeten ook voor stageplekken blijven zorgen. Zelf ben ik partner bij Mecanoo. Ook daar werken we veel thuis, maar we bieden afstudeerders en stagiairs een veilige plek, zodat ze met elkaar kunnen werken en begeleid worden.”
Intussen blijft een nieuwe lockdown een schrikbeeld. “Wat als we weer dicht zouden moeten? Misschien kunnen we dan toch iets organiseren qua werkplekken. Misschien kunnen we dan de gebouwen open houden, maar het onderwijs online geven. We hoeven niet meer uit te vinden hoe dat werkt. Maar docenten geven ook gewoon liever fysiek les.”
Als alumnus kun je iets doen om studenten te helpen. Studenten Job Vlak en Thijs de Jongh doen een oproep om studieplekken te faciliteren in de omgeving van Delft. Kijk voor meer informatie op alumni.tudelft.nl/studieplekken.