Online onderwijs is booming
Naar voorbeeld van Harvard University richtte de TU Delft in 2014 een Extension School op. Hierbinnen wordt al het open en online onderwijs aan de hele wereld aangeboden. Vice-president for Education prof. dr. Rob Mudde en zijn team onderzoeken nu hoe ze professionals volledige online opleidingen kunnen bieden.
Rob Mudde: “De afgelopen jaren hebben zich al zo’n 2,5 miljoen deelnemers van over de hele wereld ingeschreven voor een van onze ruim honderd massive open online courses (MOOC’s) die we via het EdX-platform aanbieden. Internationale studenten kennen ons veelal via dit online onderwijs. Vorig jaar werden we in een benchmark in opdracht van MIT uitgeroepen tot een wereldleider in innovatief ingenieursonderwijs. Het online onderwijs heeft onze internationale reputatie dus versterkt. Daarnaast is het campusonderwijs erdoor verbeterd. Heel veel online materialen worden hergebruikt voor blended learning, waarbij studenten zich online voorbereiden, zodat er meer tijd is voor verdieping en discussie tijdens de colleges zelf.”
Volledig online
“Intussen kijken de grotere instellingen die de online beweging in gang hebben gezet – zoals MIT, Harvard, Berkeley én TU Delft – naar volgende stappen. Georgia Tech bijvoorbeeld biedt een online variant aan van hun informaticaopleiding, waar meer dan 8.500 studenten aan meedoen. Die betalen 6.700 dollar, terwijl de campusopleiding meer dan 45 duizend dollar kost. Dat betekent dat er nu grootschalig, kwalitatief hoogstaand en betaalbaar online onderwijs op de markt komt van instellingen met een wereldwijde reputatie. Wij hebben een uitstekende uitgangspositie om te onderzoeken of we daaraan willen meedoen door op bepaalde thema’s volledig online opleidingen aan te bieden. De doelgroep daarvoor is dan een ouder, werkend publiek: professionals van boven de dertig, die in deeltijd willen studeren om hun carrière een boost of een nieuwe wending te geven.”
Omscholing
“Dat is ook politiek een groot thema, in Nederland en daarbuiten. Robotisering, grootschalig 3D-printen, het Internet of Things: met de vierde industriële revolutie komen er enorme veranderingen op de economie af. De komende decennia zullen heel veel mensen zich moeten omscholen. Dat zien we nadrukkelijk als een taak van onze universiteit, maar welk deel van dat probleem we kunnen oplossen is nog de vraag. We willen dat uiteraard doen op een manier die ons huidige onderwijs en onderzoek versterkt, in plaats van alleen de werklast verzwaart. Ook hier is het voorbeeld van Georgia Tech interessant. Daar hebben ze honderd promovendi en postdocs aangetrokken om één dag in de week studenten te begeleiden als online tutor; de rest van de tijd zijn ze inzetbaar voor onderzoek.”
Investeringen nodig
“Waarschijnlijk zal slechts een handvol instellingen daarop inspelen met een grootschalig online aanbod. Het is dus essentieel dat we leren begrijpen hoe deze markt precies in elkaar zit: hoe de vraag zich ontwikkelt, wie de doelgroep precies is, en waar de concurrentie zit. Een andere uitdaging is dat goed online onderwijs veel investering vooraf vraagt. Alleen al de productie van een volledige online opleiding kost een paar miljoen euro en een hoop tijd. Dan wil je geen thema kiezen waar andere instellingen net vóór je mee blijken te zijn begonnen.”
Samen met alumni en industrie
“Het liefst zouden we die ontwikkeling in samenspraak met andere betrokkenen doen, zoals alumni of marktpartijen. Allerlei sectoren zullen hun infrastructuren moeten wijzigen en hun diensten moeten veranderen. Heel veel mensen moeten daarom nieuwe vaardigheden opdoen. Als je de opleidingen daarvoor samen met de industrie oppakt, zal het onderwijs beter aansluiten bij de behoeften van de medewerkers die de transitie moeten doormaken.”
Opleidingen korter en flexibeler
“Dat vraagt wel om een vertaalslag. We hebben nu vooral veel ervaring met het opleiden van jonge studenten die voor het eerst met een wetenschappelijke discipline in aanmerking komen en hen voorbereiden op een baan als ingenieur. Deze nieuwe ontwikkeling gaat om mensen die al veel verder in hun carrière zijn. Ze hebben andere verplichtingen en kunnen niet zomaar twee jaar vrij nemen om in de collegebanken te komen zitten. Zulke opleidingen zullen dus korter zijn. Tegelijkertijd hebben ze al een basis, al zal die heel verschillend zijn, omdat je mensen uit allerlei landen en met diverse vooropleidingen bedient. Het onderwijs moet dus ook veel flexibeler worden. Deelnemers zullen er soms flink wat tijd in kunnen steken en daarna weer minder. Dan kun je certificaten geven voor de afgeronde modules en die stapelbaar maken, zodat dit uiteindelijk tot een diploma leidt.”
Wereldwijde impact
“Dit is echt een interessante ontwikkeling in onderwijsland. Net als in andere industrieën zie je dat digitalisering fundamentele vragen oproept over wat je nog op de oude manier moet blijven doen. Ik denk zelf dat campusonderwijs ontzettend waardevol is en zal blijven bestaan, maar daarnaast zie je iets nieuws ontstaan dat ook groot gaat worden. Ik zou graag uitvinden hoe we het beste van twee werelden kunnen bieden en daarmee onderwijs nog toegankelijker maken voor iedereen. Dat vind ik ook het mooie aan de huidige MOOC’s: het delen van kennis met de hele wereld. We moeten nu op zoek naar nieuwe businessmodellen waardoor we dat duurzaam kunnen blijven doen. Daarmee kunnen we wereldwijd impact hebben op mensen en samenlevingen door ze te helpen om al die nieuwe ontwikkelingen bij te benen.”