‘Aan hergebruik valt goed te verdienen’
Universitair docent Jan-Henk Welink (faculteit ME) weet duurzaam beheer van grondstoffen te vertalen in zakelijke concepten. Met cursussen, seminars en lesdagen leert hij managers over de kansen die de circulaire economie biedt.
Ir. Jan-Henk Welink vertelt niet alleen over duurzaam grondstoffenbeheer, hij brengt het ook in de praktijk. De hoek van zijn stoel is versleten, maar dat is geen reden om hem weg te doen. Die stoel is nog zeker vijftig euro waard, schat hij, en de fabrikant zet er zo een nieuwe bekleding op. Zijn mobieltje is klein, verouderd en bekrast, maar hij belt er nog steeds mee.
In 2011 zette hij het kennisplat-form duurzaam grondstoffenbeheer op, waarvan hij zelf secretaris is. Op de website is informatie te vinden over circulair inkopen, levenscyclusanalyse, gescheiden inzameling, waarde van elektrisch afval en gedragsverandering.
De kern van de zaak laat zich in een formule samenvatten:
Mp=N.W.(1-R)/L, waarbij Mp de jaarlijkse gebruikte hoeveelheid van een bepaald materiaal is. N is het aantal apparaten, W de hoeveelheid van dat materiaal per apparaat, R het gedeelte dat gerecycled wordt en L de levensduur in jaren.
Foto (c) Sam Rentmeester
Foto (c) Sam Rentmeester
De formule geldt net zo goed voor het neodymium in magneten als voor goud en coltan in mobieltjes. Duurzaam grondstoffenbeheer wil het verbruik Mp minimaliseren door de waarden van N, R en L te veranderen.
R komt dichter bij 1 naarmate mensen minder weggooien en meer delen, onderhouden, opknappen, hergebruiken, repareren en recyclen. Welink verwijst ter illustratie naar het ‘vlinderdiagram’ van de Ellen MacArthur-stichting en het vrolijke initiatief Krijg de Kleertjes.
N, het aantal apparaten, neemt af in een deeleconomie.
Het verhuur van gereedschap en auto’s, Greenwheels en de Swapfiets zijn voorbeelden van geslaagde businessmodellen die voortbouwen op het delen van goederen.
Een lange levensduur L vermindert het grondstofgebruik, maar staat loodrecht op het lineaire ‘Action’ model van zoveel mogelijk dingen te produceren die zo snel mogelijk vervangen moeten worden. In een leasing businessmodel is het voordelig als een apparaat lang meegaat omdat je er dan meer klanten mee kunt helpen. Voorbeelden zijn wasmachines die per wasbeurt afgerekend worden, of liftinstallaties met een langjarig leasecontract.
“N en L bieden beide kansen voor nieuwe businessmodellen”, houdt Welink zijn cursisten uit bedrijfsleven en maakindustrie voor, “terwijl de overheid invloed kan uitoefenen door het stellen van regels en een circulair inkoopbeleid.”