Lewis Cohen Stuart
Dr. ir. Lewis Cohen Stuart studeerde in 1848 af aan TU Delft (toen nog Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs), Civiele Techniek. Na zijn afstuderen begon hij in Delft als repetitor. Het volgende jaar, in 1849, studeerde hij nog enkele maanden in Leiden bij Frederik Kaiser en Gideon Jan Verdam. In 1851 werd Stuart tot tijdelijk leraar in Delft benoemd als vervanger van H. Strootman, die door ziekte verhinderd werd les te geven. Kort daarna werd hij lector in de Wiskunde, als Strootmans opvolger. In het bijzonder legde hij zich toe op de geodesie. Hij gaf les in Analytische meetkunde, beschrijvende meetkunde, hogere algebra, kosmografie en geodesie, en later ook in differentiaalrekening en in mechanica. In 1862 deed Stuart op verzoek van de Leidse hoogleraar Frederik Kaiser een onderzoek naar de stand van zaken rond de driehoeksmetingen van Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff van begin 19e eeuw. Het jaar erop, in 1863, werd Stuart aan de Universiteit van Leiden tot doctor honoris causa in de wis- en natuurkunde benoemd. Bij Koninklijk Besluit van 30 juni 1864 werd Stuart benoemd tot directeur van de Polytechnische school te Delft, die de Koninklijke Academie te Delft verving. Hij diende in deze functie zo'n 14 jaar en werd in 1878 opgevolgd door Johannes Bosscha jr.. Bij het Koninklijk Instituut van Ingenieurs was Stuart bestuurslid van 1859 tot 1865, en van 1868 tot 1871. Op 8 Mei 1865 werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, KNAW. In 1865 werd hij ook lid van het Bataafs Genootschap voor Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam.
Cohen Stuart krijgt deze award omwille van zijn uitzonderlijke loopbaan waaronder zijn benoeming als eerste hoogleraar-directeur van de Polytechnische School.