Herman Zanstra
Chemisch ingenieur met oog voor de sterren
In 1917 studeerde Herman Zanstra cum laude af in chemische technologie aan de Technische Hogeschool in Delft. Hij werkte enkele jaren in Delft, maar werd naar aanleiding van een artikel uitgenodigd door natuurkundige William Swann. Hij promoveerde in 1923 onder Swann in theoretische natuurkunde aan de University of Minnesota.
Zanstra werkte nog een jaar bij Swann en vervolgens op verschillende plaatsen in Nederland, Duitsland en in het laboratorium van Niels Bohr in Kopenhagen. Aan Caltech in de Verenigde Staten streek hij neer als postdoc. Hier schreef hij in 1927 een geruchtmakend artikel over toepassing van de kwantumtheorie. Hij beschreef hierin een methode om de lichtkracht van nevels en kometen te begrijpen, later bekend als de ‘Zanstra methode’. In de jaren die daarop volgende werkte hij aan diverse internationale universiteiten.
Na de Tweede Wereldoorlog kon Zanstra terugkeren naar Nederland waar hij de aanstelling kreeg die hem op het lijf geschreven was: hij werd professor in de Astronomie en directeur van het Sterrenkundig Instituut aan de Universiteit van Amsterdam. In 1959 ging Zanstra op 65-jarige leeftijd met emeritaat. Hij was nog een jaar visiting professor aan de Universiteit van Michigan.
Als kroon op zijn astrofysisch werk mocht Zanstra in 1961 in Londen de Royal Astronomical Society toespreken en de Gold Medal in ontvangst nemen. Daarnaast werd hem in 1965 een eredoctoraat toegekend door de Schotse Universiteit van St. Andrews. Zanstra overleed in 1972 en liet meer dan 60 wetenschappelijke publicaties na. Een maankrater is naar hem vernoemd, evenals planetoïde 2945 Zanstra.
Dr. ir. Herman Zanstra krijgt deze award omwille van zijn prestaties op het gebied van astrofysica, waaronder de Zanstra methode.