Cornelis Benjamin Biezeno
Van 16-jarige student tot rector magnificus
Zestien jaar was Cornelis Biezeno, toen hij in 1904 in Delft aan zijn studie werktuigbouwkunde begon. Drie jaar later studeerde hij cum laude af aan wat destijds nog de ‘Technische Hogeschool’ werd genoemd. Biezeno werd assistent bij Werktuigbouwkunde en vervolgens bij Wiskunde. Van een promotie kwam het niet, maar zijn wetenschappelijke prestaties bleven
niet onopgemerkt.
Op zijn 26e werd Biezeno aangesteld als hoogleraar in de toegepaste mechanica, een functie die hij van 1914 tot 1928 vervulde. Het jaar daarop vertrok hij naar Nederlands-Indië: op de eerste hogeschool van het huidige Indonesië was voor hem een plaats vrij. Een jaar was hij hoogleraar aan de Technische Hogeschool Bandoeng, om in 1930 terug te keren naar Nederland. Hij zette zijn academische carrière in Delft voort en werd in 1937 voor een jaar rector magnificus, een functie die hij ook van 1949 tot 1951 vervulde. Tot zijn promovendi behoorde onder andere Warner T. Koiter, die zich ontpopte tot een invloedrijk mechanicus.
De bekendste publicatie van Biezeno is het boek ‘Technische Dynamik’ (1939). Deze monografie schreef hij samen met de Duitse natuurkundige Richard Grammel en groeide uit tot een klassieker die in vele talen is verschenen. Tijdens zijn loopbaan ontving Biezeno eredoctoraten van de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Gent en de Vrije Universiteit Brussel. Ook werd hij in 1939 benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Leden van de KNAW worden gekozen op basis van hoogwaardige wetenschappelijke prestaties. Een lidmaatschap is voor het leven.
Ir. Cornelis B. Biezeno krijgt deze award omwille van zijn uitzonderlijke loopbaan als professor en rector magnificus en zijn wetenschappelijke prestaties in de werktuigbouwkunde.