Stedelijk waterbeheer bezien door de 3D-Bril

Het waterbeheer in stedelijke gebieden neemt toe in complexiteit. Veilig, schoon, mooi, mogelijkheden tot waterrecreatie: het water moet aan veel eisen voldoen. Samenwerkingsprocessen tussen bijvoorbeeld gemeente, waterschap en maatschappelijke organisaties zijn dan ook van toenemend belang. De veranderende rol van de waterbeheerder vraagt om nieuwe methoden. Voor de ondersteuning van plan- en ontwerpprocessen in het stedelijk waterbeheer is door Michiel Rijsberman aan de TU Delft het denkraam de 3D-Bril ontwikkeld.

In dit onderzoek is de toegevoegde waarde van de methode 3D-Bril voor de planvorming in het Nederlandse stedelijk waterbeheer nagegaan. Hiervoor zijn de stedelijke waterplannen van Meppel en Heerhugowaard geëvalueerd. Een stedelijk waterplan is een plan waarin gemeente, waterschap en andere belanghebbenden samen een visie op het waterbeheer in een stad ontwikkelen. In Waterplan Meppel wordt aandacht besteed aan oppervlaktewater, drinkwater, recreatieve en ecologische functies. De grote diversiteit in Waterplan Meppel blijkt echter een oorzaak te zijn van vertraging bij uitvoering van maatregelen. In Waterplan Heerhugowaard ligt de aanleiding bij bergingsproblemen in een verstedelijkte polder. De relaties met een aantal beleidsvelden, bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening, zijn hier beperkt behandeld.

Beide waterplannen zijn eerst getoetst aan “de stand van de praktijk” met een vragenlijst die gebaseerd is op de literatuur. Vervolgens zijn beide waterplannen geëvalueerd met de 3D-Bril. Hieruit blijkt dat de methode 3D-Bril op meerdere punten toegevoegde waarde heeft voor de praktijk.

De belangrijkste verschillen tussen de methode 3D-Bril en de evaluatie met de op de literatuur gebaseerde vragenlijst zijn:

  • Het concept volgens de methode 3D-Bril geeft een completer kader waar zaken als themakeuze en duurzaamheid van een plan aan getoetst kunnen worden.
  • De 3D-Bril geeft weinig steun bij selectie van maatregelen. Op dit punt is een uitbreiding van de methodiek wenselijk.
  • De 3D-Bril geeft een vollediger beeld van de relaties tussen actoren, thema’s en gebieden. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk dat in Heerhugowaard enkele actoren die een belang hebben in het gebied ontbreken in het planproces.
  • De 3D-Bril gaat in op achtergronden voor bepaalde keuzes in het planproces. Daarmee kan de gebruiker inzicht krijgen in het procesverloop. Zo accepteert men bij Waterplan Meppel een grotere onzekerheid ten aanzien van de uitvoering van het waterplan dan bij Waterplan Heerhugowaard. Dit geeft een risico van stagnatie van het proces, terwijl men bij Waterplan Heerhugowaard minder goed kan inspelen op ontwikkelingen in bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening.

Afstudeerbegeleiders:
prof.ir. R. Brouwer, dr.ir. F.H.M. van de Ven, dr. S.P. Tjallingii (TU Delft – Bk), ir. M.A. Rijsberman (Pluriforma BV)