Alleen al in Nederland maken miljoenen mensen gebruik van het openbaar vervoer, en daar betalen passagiers en belastingbetalers samen miljarden voor. Hoe kunnen we het openbaar vervoer aantrekkelijker maken voor de reiziger en hoe kunnen we beleidsmakers en vervoersbedrijven helpen om de juiste beslissingen te nemen om het OV efficiënter te maken? Dat is het soort vragen waar Dr Oded Cats zich in zijn onderzoek over buigt.
Dr. Oded Cats is geïnteresseerd in het openbaar vervoer vanwege de maatschappelijke rol ervan, maar persoonlijke motieven spelen ook een rol. “Toen ik op de middelbare school in Tel Aviv zat, woonden we in een buitenwijk 18 kilometer verderop, maar het kostte me minstens anderhalf uur om op school te komen”, vertelt hij. Dat was niet alleen frustrerend, maar Cats vroeg zich ook af of het niet wat efficiënter kon. Onderzoek naar het runnen van OV-systemen is tegenwoordig nu juist zijn werk. “Ik hou me vooral bezig met het ontwikkelen van modellen om beleidsmakers te helpen bij het nemen van beslissingen, zowel strategische als operationele.”
Zijn interesses binnen het transportdomein zijn erg breed. “Ik vind het hele spectrum aan onderwerpen leuk, of het nu gaat om het evalueren van gratis OV in Estland, of het testen van nieuwe vervoersmaatregelen in Stockholm, of het beoordelen van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam op robuustheid en capaciteit. Ik houd er ook van om met gedetailleerde modellen te werken aan het synchroniseren van het overstapproces, of aan de informatievoorziening voor reizigers bij storingen.” Het raakvlak van al die onderwerpen zit hem in de gebruikte stochastisch-dynamische modellen. “Daarmee kunnen we nabootsen wat er in systemen in de loop van de tijd gebeurt. Verkeersdynamiek en de beslissingen van reizigers over welke route ze kiezen, beïnvloeden elkaar wederzijds. Dat is een dynamisch proces omdat we reageren op wat er gebeurt, terwijl het gebeurt. Die onzekerheden proberen we in het model onder te brengen.” Dat doet hij momenteel binnen twee grote projecten: TRANS-FORM en SCRIPTS.
Het had allemaal heel anders kunnen lopen. Cats studeerde oorspronkelijk business management en psychologie in Tel Aviv. “Ik kwam er al snel achter dat psychologie niets voor mij was. Maar met die bachelor op zak kon ik in allerlei richtingen doorstuderen”, vertelt hij. Hij koos voor Operations Research aan het Technion in Haifa, en specialiseerde zich vervolgens in openbaar vervoer tijdens zijn promotieonderzoek. Hij deed een duaal promotietraject en verhuisde in het tweede jaar naar KTH in Stockholm, waar hij aanbleef als onderzoeker. En nu dus de TU Delft.
“Hier ben ik een beetje een buitenbeentje”, geeft hij toe. “Ik ben geen civiel ingenieur en ook geen wiskundige.” Kijk je naar zijn onderzoek, dan zou je dat niet zeggen. “Ik programmeer zelf mijn modellen. Ik heb ook ervaring met operationeel onderzoek, inclusief netwerk- en stromingsmodellen, optimalisatie, planning en simulatie.” Toch komt zijn achtergrond in de psychologie ook nog steeds van pas. “Waarin verschilt vervoer nou van bijvoorbeeld natuurkunde? Het draait om mensen die beslissingen nemen”, merkt hij op. “Hoe reageren mensen op informatie? Wat doen ze in de drukte? Op grond waarvan neemt de verkeersleider beslissingen? En hoeveel hebben mensen over voor de verschillende onderdelen van hun reis? Dat zijn vragen waar je gedragsmodellen voor nodig hebt.” Daarvoor werkt hij dan weer samen met collega’s die gespecialiseerd zijn in keuzegedragsmodellen en transporteconomie.
TRANS-FORM
De naam TRANS-FORM is een woordspeling. “We willen de transfer, dus het overstappen van passagiers transformeren”, legt Cats uit. Met ‘we’ bedoelt hij dan een consortium van universiteiten, industriële partners, overheden en particuliere vervoersbedrijven in Zwitserland, Zweden, Spanje en Nederland – dit onder leiding van de TU Delft. Cats was de hoofdaanvrager van het project waar in totaal 1,8 miljoen euro mee gemoeid is, waarvan zo’n drie ton naar Nederland gaat. Het project wil met behulp van gegevens over passagiersstromen het overstappen in geval van storingen verbeteren.
Ook hier spreekt Cats weer uit eigen ervaring: “Ik moest laatst per trein naar Stuttgart. Dat zou zes uur duren, en het was goedkoper dan vliegen. Maar het werd een ramp: ik moest acht keer overstappen in plaats van twee, en was 8,5 uur onderweg. Dit soort extreme ervaringen hebben hun weerslag op hoe mensen over het OV denken.” Daarom zijn veel vervoerders erop gebrand om de robuustheid en de veerkracht van het OV te verbeteren. “Met veerkracht bedoelen we hier hoe goed het systeem om kan gaan met verstoringen, zodat je de gevolgen zowel in de tijd als de ruimte kunt beperken.”
“Die dingen worden nu nog vaak gemanaged vanuit het perspectief van het rollend materieel”, gaat hij verder. “Wij willen juist dat het beslissingsproces uitgaat van de reiziger. Het nieuwe model moet gaan voorspellen wat de gevolgen voor de reiziger zijn van maatregelen als omleidingen of gewijzigde dienstregelingen. Op basis daarvan kan de vervoerder dan de juiste beslissingen nemen om het passagiers zo goed mogelijk naar de zin te maken binnen de operationele beperkingen.” Cats gelooft dat het real time regelen van het OV bij storingen de reiziger veel ellende kan besparen, maar dit was tot voor kort nog niet mogelijk. “Tegenwoordig hebben we smartcardgegevens, zoals van de OV-chipkaart. En als je weet waar mensen zich bevinden, kun je proberen te voorspellen waar ze heengaan. Dus nu is er geen enkel excuus meer om het niet te doen.”
Het project bekijkt de problematiek op verschillende niveaus, van het niveau van nationale en regionale spoorwegen tot aan grootstedelijke bus/trein/metrosystemen en zelfs tot in specifieke vervoersknooppunten. “We gaan ook de voetgangersstromen op overstapplaatsen voor het OV monitoren”, vertelt Cats. “In Nederland is Den Haag ons living lab. De plaatselijke vervoerder daar, de HTM, is een partner in het project.” De andere twee deelprojecten gaan kijken naar de nationale en regionale spoorwegen in Zweden en naar een specifiek overstapstation in Zwitserland. Het nieuwe model dat het onderzoek moet opleveren, wordt dan uitgetest voor de Haagse situatie, maar zal ook algemeen toepasbaar zijn.
SCRIPTS
Het project SCRIPTS richt zich op flexibelere vervoerssystemen in het algemeen. “Dat kan alles zijn van het kunnen aanpassen van je dienstregeling aan de vraag tot aan de ‘sharification’ van het hele vervoerssysteem”, aldus Cats. Ontwikkelingen als de komst van de smartphone en de automatisering van het rijden wakkeren een vervoersrevolutie aan, en dat kan zowel een kans als een bedreiging inhouden voor de vervoersbedrijven. “Openbaar vervoer is in principe een kanshebber bij ontwikkelingen als zelfrijdend vervoer en de vraag naar flexibelere dienstverlening.” Echter, met grote autofabrikanten en IT-bedrijven die op een stuk van de koek azen, kon dit ook wel eens een bedreiging worden. “Als zelfrijdende voertuigen eerst in particuliere handen komen, zal de vraag naar openbaar vervoer juist afnemen, terwijl de verkeers- en parkeerdrukte dan juist zullen toenemen.”
SCRIPTS is een Nederlands consortium onder leiding van de Technische Universiteit Eindhoven; de TU Delft neemt het modelleerwerk van het project voor haar rekening. “Wij proberen uit te zoeken hoe en waar die nieuwe vervoersmodaliteiten zouden kunnen samenwerken met het traditionele openbaar vervoer”, zegt Cats. “We zullen altijd wel metrolijnen en andere vertrouwde vormen van OV nodig hebben. Maar welke niches kunnen deze nieuwe vormen vullen?” Een van de praktijkstudies zal plaatsvinden in Amsterdam, in samenwerking met AMS. “We gaan onderzoeken of er behoefte is aan vervoer op afroep om passagiers naar Station Noord, het eindstation van de nieuwe Noord-Zuidlijn, te brengen.”
De vraag hoe het ideale ontwerp van zo’n systeem er dan uit moet zien, staat centraal in dit onderzoek. “Hoeveel voertuigen moet je dan hebben, en bied je alleen rechtstreekse ritjes aan, of pik je ook nog mensen onderweg op? En als je een bepaalde dienstverlening aanbiedt, hoeveel vraag zal er dan naar zijn?” De resultaten worden weer gebruikt als input voor het onderzoek van de andere partners. Zij gaan de langverwachte businessmodellen ontwikkelen voor zulke diensten. “Vervoersbedrijven staan te springen om aan te sluiten bij de laatste ontwikkelingen”, weet Cats. En dat kan alleen maar goed nieuws zijn voor reizigers.
Gepubliceerd: mei 2016