Ontwerp en onderzoek focust vaak op de vraag hoe en of iets werkt. Maurits Ertsen draait die vraag liever om: waarom werkt iets juist niet zoals het bedoeld was? Wanneer gebruiken mensen een uitvinding anders dan gedacht? En maakt dat eigenlijk uit?
In zijn nieuwste project focust Ertsen samen met PhD-onderzoeker Juan Carlo Intriago, de start-up aQysta en collega Jan Carel Diehl van Industrieel Ontwerpen op het realiseren van een ‘Integrated Turbine Pump’ (ITP). Het apparaat is een pomp en turbine in één, wat betekent dat het zijn eigen energie opwekt. Zo hoeven er geen fossiele brandstoffen gebruikt te worden om een kleinschalig irrigatiesysteem aan te leggen. De pomp lijkt nog het meest op het rad van een ouderwetse molen en werkt op zichzelf om water te verplaatsen en energie op te wekken.
De ITP is oorspronkelijk bedacht en ontworpen aan de Comillas Universiteit in Spanje. Samen met start-up aQysta werd een prototype gemaakt, dat voortbouwt op het succes van de Barsha Pump, in 2016 door aQysta ontwikkeld. De ITP kan meer water en druk leveren, maar is iets duurder in aanschaf. Een klein verschil in aanschafkosten, kan grote implicaties hebben voor het gebruik. Om de ITP aan te kunnen schaffen moeten boeren hoogstwaarschijnlijk collectieven vormen. Dat roept nieuwe vragen op over de water- en kostenverdeling in het gebied: “hoe worden de baten en lasten verdeeld? Wie maakt er gebruik van het irrigatiesysteem? Hoeveel energie moet iemand in de ontwikkeling steken voordat het iets oplevert?” Om deze vragen te beantwoorden is samenwerking tussen wetenschappers en lokale gebruikers essentieel. Niet alleen de techniek van de pomp zelf of alleen de kosten en baten, maar de combinatie van deze elementen is de focus van Ertsen. Hij ziet zijn werk zelf als een kluwen touw die wacht om ontrafeld te worden.
Een ontwerp is nooit af
Het doel van de ITP-ontwikkeling is om irrigatie beter en toegankelijker te maken. De vraag hoe een groeiende wereldbevolking gevoed kan worden, wordt deels beantwoord door initiatieven op landbouw en irrigatiegebied, maar daarvoor is constante ontwikkeling nodig. “Het uitgangspunt moet zijn dat een ontwerp nooit af is, het blijft in beweging.” Samen met Jan Carel Diehl en Global Fellow Juan Carlo Intriago duikt Ertsen in de academische vraagstukken die bij zo’n nieuw ontwerp komen kijken. Intriago onderzoekt wat er gebeurt als er een product-service-systeem wordt toegepast op de nieuwe ITP-technologie. ‘De technologie is duur, maar boeren moeten toch hun land irrigeren. Wat als ze niet betalen voor het apparaat, maar alleen voor wat ze nodig hebben: de service van het krijgen van water van de ene hoogte naar een andere?’ Ertsen en Itriago zijn het erover eens: ‘Het liefst leggen we morgen de pomp in de rivier en kijken we wat er mis gaat. Daar leer je echt van. Zo kunnen we beginnen met het verzamelen van data: technisch, sociaal et cetera. Hoe kunnen we het apparaat en het product-service-systeem verbeteren met behulp van de feedback van de lokale betrokkenen? Wat hebben ze nodig, en wat doen ze?’
Een goed werkend zootje
Ertsen: “Wat mij betreft is het uitgangspunt van elke nieuwe technologie dat het een zootje wordt. Maar het werkt wel.” Dat zootje houdt in dat een nieuwe technologie nooit precies gebruikt wordt zoals de ontwerper in zijn hoofd heeft. Dat hoeft geen probleem te zijn, in tegendeel. “Soms zijn ingenieurs en ontwerpers verbaasd over dat gebruikers aanpassingen willen en vinden ze dat zelfs vervelend. Daar moeten we vanaf, juist die andere manieren van gebruik zijn zo interessant voor ons.”
En dat die manieren verschillen, staat vast. Waar smartphones ooit bedoeld waren voor zakenmensen, zien we dat ze nu op grote schaal worden ingezet in landen in ontwikkeling. De manier waarop een product gebruikt wordt, kan altijd verrassende wendingen nemen. Elke gebruiker is anders. Die verschillen tussen gebruikers zijn ook groot wanneer het gaat om irrigatietechnieken in verschillende gebieden. In landen als Nepal en Indonesië, waar het project start, zijn al enorme verschillen in bevolking en gebieden te zien. Grote kans dat een ideale pomp voor het ene gebied tientallen kilometers verderop voor problemen zorgt.
De kennis die onderzoek in verschillende landen en gebieden oplevert is zowel praktisch als academisch. Voor een start-up als aQysta is informatie over de gebruikspraktijk van een nieuwe pomp relevant, zo doet het bedrijf kennis op over zijn doelgroep. aQysta wil weten hoe de markt eruit ziet. Wetenschappers richten zich op de vraag hoe gebruikscontexten optimaal bekeken en onderzocht kunnen worden, om die kennis vervolgens weer in te zetten bij een volgend project. Om irrigatietechnieken optimaal in te zetten is het ontrafelen van dit complexe totaal essentieel, waarbij de directe ervaring van de lokale gebruikers centraal moet staan. “Wetenschappers hebben prachtige ideeën over hoe het allemaal handiger en nuttiger kan, maar aan het eind van de rit gaat het om de gebruikers. Daar moet je rekening mee houden.”
Gepubliceerd: februari 2018