E-common 2014-2016
Energie en COMfort MONitoring
In Nederland wordt veel werk gemaakt van onderhoud en renovatie van woningen om deze energiezuinig en comfortabeler te maken. Vaak leidt renovatie echter niet tot het gewenste resultaat: het comfort is onvoldoende verbeterd, of de energiekosten zijn niet zoveel lager dan verwacht. Dat is jammer voor de bewoners en voor het milieu.
Om betere resultaten te boeken, heeft de Technische Universiteit Delft onderzocht hoe de energiekosten en het comfort in huis beïnvloed worden door kenmerken van de woning en de manier waarop de woning wordt bewoond. Het onderzoek vond plaats door middel van metingen binnen woningen. Tevens is de bewoners regelmatig gevraagd hoe ze het huidige comfort ervaren.
Eindrapport Ecommon
Inmiddels is de Ecommon meetcampagne afgesloten.
- U kunt hier het rapport downloaden waarin het onderzoek wordt samengevat. Dit rapport is ook gestuurd per e-mail aan de onderzoeksdeelnemers. Een vergelijkbaar rapport is ook te vinden op de Monicair website.
- Het gedetailleerd eindrapport is tevens beschikbaar (in het Engels).
- Iedere deelnemer heeft inmiddels individueel rapport ontvangen over de resultaten van de metingen in zijn eigen huis, gericht op de verbetering van de binnenluchtkwaliteit, energiegedrag en mogelijkheden voor energiebesparing.
Meetcampagne
Tussen december 2014 en eind mei 2015 is er gemeten in 32 verschillende woningen.
De Technische Universiteit Delft heeft dit onderzoek uitgevoerd in het kader van verschillende nationale en internationale monitoringsprojecten van onder meer de Nederlandse overheid en de Europese Unie. Voor meer informatie over deze projecten kunt u terecht op www.monicair.nl en www.suslab.eu en uiteraard ook op www.otb.tudelft.nl/ecommon.
De conclusies van dit onderzoek zijn nationaal en internationaal gedeeld. Op die manier zijn ontwerpers van woningen, bouwondernemers, woningcorporaties en beleidsmakers geïnformeerd hoe nieuw te bouwen en te renoveren woningen comfortabeler en energiezuiniger gemaakt kunnen worden.
Welke sensoren en apparatuur zijn gebruikt?
De installatie van de sensoren is namens de TU Delft uitgevoerd door Volt Elektro Groep (www.volt.nl).
Sensor voor: | Plaats: |
Temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-concentratie | Woonkamer, slaapkamers |
Aanwezigheid (warmtesensor) | Woonkamer, slaapkamers |
Luchtvochtigheid | Badkamer |
Gas- en elektriciteitsverbruik | Meterkast |
Pompvermogen van de ketel/warmtepomp | Bij de ketel/warmtepomp |
Minicomputer | Meterkast of woonkamer |
Comfortbeleving | Draagbaar |
De temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-concentratie geven een goede indicatie van de luchtkwaliteit in uw woning. Daarnaast wordt de aanwezigheid van mensen in de verschillende kamers geregistreerd met een sensor die warmte waarneemt. Wij kunnen alleen waarnemen dat minstens één persoon zich in een kamer bevindt. Wij kunnen niet weten hoeveel mensen aanwezig zijn, waar ze zich in de kamer bevinden of wat ze aan het doen zijn. Wij kunnen u ook op geen enkele manier zien of volgen.
Sensoren
De sensoren zijn maximaal 15 bij 15 centimeter groot. De sensoren hebben batterijen of worden op het lichtnet aangesloten. Verder lopen er geen kabels van of naar de sensoren, omdat de communicatie draadloos gebeurt.
De sensoren versturen de meetgegevens draadloos naar een minicomputer, die de gegevens in een centrale database opslaat. Hiervoor wordt in enkele woningen een minicomputer opgesteld in de meterkast of in goed overleg met u inde woonkamer. Deze minicomputer is ongeveer 22 bij 20 centimeter groot en kan niet gebruikt worden voor privé doeleinden. Overigens hebben niet alle woningen een minicomputer nodig; dit wordt tijdens de installatie bepaald.
Comfortbeleving
Naast deze sensoren wilden wij ook een beeld krijgen van de comfortbeleving. Hiervoor hebben wij bewoners gevraagd om gedurende een paar dagen enkele ervaringen met hun comfortbeleving met ons te delen. Daarvoor kregen zij een ‘comfort dial’, een klein apparaatje dat de bewoners bij zich konden dragen en waarmee zij gemakkelijk konden aangeven wat hun comfortbeleving was. Dit hoefden zij maar tijdens een korte periode (maximaal een week lang, een paar keer per dag, ongeveer 3 minuten per keer) te doen.
Wat is er gebeurd met de metingen?
Tijdens de meetperiode werd continu gemonitord. De meetgegevens werden opgeslagen in de minicomputer die voor dit doeleinde in enkele woningen werd geplaatst. Eén keer per dag werden de meetgegevens verstuurd naar een centrale database op de TU Delft. De gegevens zijn geanonimiseerd bijgehouden. Dit betekent dat iedere woning een code had waardoor het adres van de woning niet te achterhalen was.
De gegevens zijn gebruikt om beter inzicht te krijgen in de relatie tussen comfort, luchtkwaliteit en energiegebruik. Op deze manier kunnen wij komen tot betere rekenmodellen en betere woningontwerpen.
Naam auteur: Webredactie-OTB
Samenwerking
- De opzet voor de monitoring is mede tot stand gekomen in samenwerking met de projecten Monicair en Installaties 2020.
- De comfort dial is ontwikkeld door de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft in het kader van het project SuslabNWE.