Diversiteit geldt als pluspunt in de internationale stedencompetitie, maar de praktijk is vaak problematischer. Feitelijk is sprake van 'goede' en 'slechte' diversiteit, constateert promovendus Donya Ahmadi. Zij deed onderzoek in een probleemwijk in Toronto.
Canada's grootste stad geldt internationaal als voorbeeld van diversiteit. Het moderne stadscentrum is een mengelmoes van culturen, vrouwen en minderheden lijken er een eerlijke kans te krijgen. Het trotse motto van de stad 'Diversity is our strenght' is ook een van de pijlers van het stedelijk beleid. “Maar als je naar de buitenwijk Jane Finch rijdt, zie je een totaal ander beeld”, zegt Donya Ahmadi. “In die buurt staat diversiteit voor alleenstaande – zwarte – moeders en criminaliteit. Het motto over diversiteit is kennelijk vooral retoriek.”
Jane Finch is een stadswijk vergelijkbaar de Amsterdamse Bijlmermeer van twintig jaar geleden. In de vele hoogbouwcomplexen wonen veel immigranten, het inkomen is er laag, bendegerelateerd geweld is er schering en inslag. Ahmadi deed er uitgebreid veldwerk, als onderdeel van een Europees onderzoeksprogramma. Eerst interviewde ze beleidsmedewerkers van de stad, vervolgens vooraanstaande spelers in de buurt en tenslotte buurtbewoners zelf.
Opmerkelijke bevinding was dat de stad en haar ambtenaren geloven goed om te gaan met diversiteit. Tegelijkertijd wordt er over de Jane-Finch buurt vaak in racistische stereotypen gesproken. Ook buurtbewoners zelf doen dat. Geïnterviewden relateren criminaliteit en gebroken gezinnen aan afkomst en huidskleur. Diversiteit wordt in een achtergestelde buurt kennelijk gezien als oorzaak van problemen, terwijl het in 'gentrificerende' stadswijken juist geldt als een pluspunt. Er is dus kennelijke 'goede' en 'slechte' diversiteit, concludeert Ahmadi. Zolang het geld oplevert, omarmen we diversiteit en multiculturaliteit. Maar als het niet bevalt, wordt het weggemoffeld in mooie slogans. De immigrant uit de gegoede stadswijk mag op het uithangbord, de bewoner van een achterstandsbuurt blijft buiten beeld. Ahmadi: “We ontwikkelen een taal in plaats van de problemen te benoemen en aan te pakken. Daarmee los je ongelijkheid, racisme en islamofobie natuurlijk niet op.”
Foto's: Mary Crandall
Wat geldt voor Canada, geldt evengoed voor Nederland en andere Europese landen, stelt ze. De VVD-slogan 'Normaal doen' is een typische voorbeeld van de dubbele manier waarop we met diversiteit omgaan. “Dat is geen inclusieve boodschap. Je kunt niet mensen alleen accepteren als ze precies hetzelfde doen als wat jij doet.” Hoe zou het dan beter kunnen? Door kleinschalige interventies, georganiseerd op buurtniveau, en door het verbeteren van onderwijs en door ‘grassroots’ activisme, gelooft Ahmadi.
Rest de vraag wat de bevindingen van haar onderzoek kunnen bijdragen aan een betere stedelijke planning. In de Bijlmer ging een groot deel van de 'probleemflats' tegen de vlakte om ruimte te maken voor een nieuw soort diversiteit. Op de plaats van sociale huurflats verschenen woningen in het duurdere segment. De huizenprijzen gingen omhoog, nieuwe hippe stadsbewoners kwamen naar de wijk. Is dat de beste oplossing? Ahmadi gelooft er niet in. “De oude buurtbewoners verdwenen en namen hun problemen met zich mee. Als ongelijkheid en discriminatie niet in breder verband worden aangepakt, worden ze uiteindelijk bron van raciale spanningen en geweld.”
Gepubliceerd: november 2017
Meer informatie
- Proefschrift 'Living with diversity in Jane-Finch'