Ter ere van een decennium Jaap Bakema Study Centre

Tijdens een bezoek aan het Nieuwe Instituut in Rotterdam valt het niet op, maar de noordkant van het museum wordt volledig omsloten door een gekromde structuur op stelten. Deze zogenaamde ‘banaan’ bevat onze architecturale rijkscollectie: een samenstelling van archieven, sommige uit de 19e eeuw, vormt een van de grootste architectuurarchieven ter wereld. Hoe we omgaan met deze schatkamer is de missie van het Jaap Bakema Study Centre (JBSC), onder leiding van associate professor Dirk van den Heuvel. "Als je de banaan binnenloopt, krijg je een soort vertigo… De collectie is eindeloos. Je kunt het nooit allemaal bekijken binnen een mensenleven, laat staan bestuderen." 

Tien jaar geleden kreeg Dirk, toen pas net gepromoveerd op zijn onderzoek naar archiefmateriaal, de vraag van de directeur van het Nieuwe Instituut: “Hoe kunnen we onze collectie beter benutten?” Dirk hoefde niet lang na te denken. Zijn antwoord was het JBSC, een unieke samenwerking tussen de faculteit Bouwkunde en het Nieuwe Instituut. Dirk: “Het is soms moeilijk omdat we heel andere logica hebben: qua deadlines, financiering, planning… dit is de wereld van technologie, dat meer de wereld van cultuur en vrijdenken." Maar ondanks, of misschien dankzij, dit verschil bracht het afgelopen decennium tentoonstellingen, onderzoeksprojecten, connecties, en publicaties.

Vrijdenkers en onderzoekers verenigd in hun doel

De centrale missie van het JBSC is zowel kennisproductie als kennisdisseminatie vanuit de archieven van architectuur. Dirk: “Voor mij werken museumarchieven net als de Wereldzadenbank op Spitsbergen. De collectie is niet alleen ter behoud, maar ook generatief. Het is kennis die je opnieuw kan gebruiken.” Het is aan het JBSC om vragen rondom archieven uit te zoeken. Bijvoorbeeld, hoe kun je gecureerde datasets ontwikkelen uit archiefmateriaal? Maar ook, hoe vinden we de delen van het archief die relevant zijn voor actuele kwesties?

Museumarchieven werken als de Wereldzadenbank: niet alleen ter behoud, maar ook generatief.

Dirk besloot tien jaar geleden dat het JBSC het beste kon beginnen door tentoonstellingen te maken. Zo cureerde hij het Nederlandse paviljoen in 2014 op de Biënnale in Venetië, hét internationale architectuurpodium van de wereld. Later volgde een tentoonstelling over tentoonstellingen - “heel meta”, aldus Dirk -,  eerst in Lissabon gevolgd door Rotterdam. Zo bouwde het JBSC connecties met grote namen zoals het Getty Research instituut in Los Angeles en het Institut fur Geschichte und Theorie der Architektur van de ETH Zürich. En volgend jaar komt een samenwerking met de prestigieuze Akademie der Künste in Berlijn rond een tentoonstelling over architectuur en duurzaamheid.

‘Open: A Bakema Celebration’ was de titel van de eerste tentoonstelling van het JBSC. Het Nederlandse paviljoen stond in 2014 vol met ideeën voor een ‘open maatschappij’.

Kunst door onderzoek, onderzoek naar kunst

Bij al deze tentoonstellingen vergeet het JBSC niet dat ze een Study Centre zijn. Dirk: “Elke tentoonstelling bevat onderzoek en leidt tot nieuwe vragen. Het is niet af zodra alles staat! Ook zijn de tentoonstellingen een middel om mogelijkheden te vinden.” Zo maakte de groeiende reputatie van het JBSC het mogelijk om beurzen binnen te halen, bijvoorbeeld voor onderzoek naar de architectuur van de Nederlandse verzorgingsstaat en voor een PhD-project naar de geschiedenis van architectuurtentoonstellingen.

Elke tentoonstelling bevat onderzoek en leidt tot nieuwe vragen. Het is niet af zodra alles staat!

De rode draad van de onderzoeksprojecten is het betrekken van onderzoekers bij de collectie, met de belangrijke secundaire missie het leren presenteren van resultaten. Momenteel zijn twee promovendi betrokken bij het project Architectuur en Democratie; zij doen onderzoek naar respectievelijk woningbouw en architectuurmedia. Daarnaast financiert NWO twee promovendi om onderzoek te doen naar erfgoed en gemarginaliseerde groepen in archieven. En tot slot is net een groot multinationaal project afgesloten naar zogenaamde ‘impliciete kennis’ in de architectuurpraktijk en hoe deze wordt ontwikkeld en overgedragen. 

Dirk van den Heuvel over de bewuste onderzoeker

Dirk heeft na zijn opleiding bouwkunde vijf jaar gewerkt bij verschillende architectenbureaus, soms als ontwerper en soms als onderzoeker. “Daarna ging ik alsnog promoveren, want onderzoek bleek toch mijn passie.” Hij heeft zeker geen spijt van zijn loopbaankeuzes: “Ik vind dat masterstudenten er goed aan doen om een paar jaar te werken voordat ze aan hun promotie beginnen. Je doet vaardigheden op die je nooit in de academische wereld leert, en heel belangrijk: je ontdekt dat er een hele wereld buiten de universiteit is waar je dat onderzoek voor doet. Mijn ideale promovendi zijn niet alleen goede onderzoekers, maar juist ook heel maatschappelijk betrokken.” 

De gevaren en kansen van de digitale wereld

Het JBSC onderzoekt nu hoe de toekomst van archieven eruit ziet of zou moeten zien. Digitalisatie is in volle gang, wat bij Dirk enige zorgen opwekt om de potentiële gevolgen. “Papieren archieven gaan eeuwen mee, maar niemand weet de houdbaarheid van het internet. We merken nu al dat informatie verloren gaat doordat sommige verouderde software niet meer bruikbaar is, en dat is ronduit verschrikkelijk.”  Toch is hij over het algemeen enthousiast over de mogelijkheden. Dirk denkt dat de archieven van de toekomst zullen draaien op een digitale infrastructuur. Wellicht gaan we dan werken met een gedecentraliseerd archief. “Het is eigenlijk heel ouderwets om een hele collectie op één locatie te houden.”

Idealiter wil ik de collectie toegankelijk maken via een verhaal zoals je ziet in Harry Potter films.

Het digitale archief van een architectenbureau is compact, maar ook kwetsbaar door snelle technologische vooruitgang.
Alison’s Room gaf een eerste indruk van de mogelijkheden van Virtual Reality voor het ontsluiten van archiefmateriaal.

Dirk heeft nog een fantasievolle droom voor de collectie van het Nieuwe Instituut: “Idealiter wil ik de collectie toegankelijk maken via een verhaal zoals je ziet in Harry Potter films. Gebouwen en trappen die bewegen en nieuwe ruimtes openen, schilderijen die terugpraten en wachtwoorden beheren. Het resultaat is een soort magisch labyrint waar achter de schermen allemaal metadata runt om deze toegankelijk te houden.” Een prototype van dit idee was de VR-installatie 'Alison's Room', ontworpen door promovenda Paula Strunden. De installatie werd zelfs genomineerd voor een Gouden Kalf in de categorie digitale cultuur! Het is een teken dat nog heel veel mogelijk is als we blijven ontdekken en onderzoeken in de schatkamers van de architectuur.

Gepubliceerd: oktober 2023

Meer informatie

Het Jaap Bakema Study Centre organiseert eind november een symposium ter ere van haar tienjarig bestaan. Blijf op de hoogte via hun website.

Naast zijn positie als hoofd van het JBSC is Dirk van den Heuvel associate professor Architectuur binnen de faculteit Bouwkunde.

De banner foto van dit verhaal laat de expositie ‘Structuralism’ zien uit 2014. In het deel dat werd samengesteld door het JBSC, stond het perspectief van de wetenschapper en onderzoeker centraal. 

Alle afbeeldingen in dit artikel zijn gemaakt door en eigendom van Johannes Schwartz.
 

Dr.ir. Dirk van den Heuvel