Hulporganisaties bouwen in ontwikkelingslanden het liefst huizen die voldoen aan westerse standaarden. Fout, zegt promovendus Michiel Smits, want bewoners hebben moeite om ze zelf te onderhouden. Toch stuit zijn pleidooi voor 'zelfredzame', circulaire woningen op een bezwaar: bewoners willen liever een huis van cement en baksteen.
Al sinds 2008 zit Smits geregeld in Kenia, waar hij als 'pro bono architect' huizen, scholen en ziekenhuizen bouwt. Wat hem opvalt is dat de opdrachtgevers, gewoonlijk hulporganisaties, projecten vaak 'turn-key' uitvoeren. Als het project af is krijgen gebruikers de sleutel, zelf hoeven ze niets te doen. Net als scholen en ziekenhuizen worden ze eigenlijk altijd gebouwd met betonnen vloeren en gemetselde wanden. “Dat moet wel mis gaan en het gaat ook mis”, zegt Smits. “Mensen in Kenya hebben het gereedschap, het geld en de kennis niet voor het onderhoud van westerse huizen.” Ze blijven daardoor afhankelijk van het inhuren van bouwvakkers en westerse financiële hulp.
Is er geen minder 'top-down' alternatief, waarmee mensen zelf aan de slag kunnen, vroeg hij zich af? Lokale bouwmethoden zijn weliswaar lang niet zo geavanceerd, maar ze gebruiken constructiematerialen die ter plaatse ruim voorradig zijn: aangestampte klei voor de vloeren, boomstammen voor de draagconstructie en takken met riet als dakbedekking. Zou het niet mogelijk zijn om bestaande bouwmethoden te verbeteren met gerichte adviezen?
Hij nam de proef op de som in Chepchoina, een dorp op de hellingen van Mount Elgon in West-Kenia. Het overgrote deel van de bewoners woonde hier nog in lemen hutten, afgestreken met koeienpoep. In een enquête onder 200 huishoudens ontdekte Smits dat gezinnen bepaald niet tevreden zijn met hun huisvesting. Wat ze dan willen? Een huis met een betonnen fundering en vloer, muren van gebrande steen, een afwerking met betonstuc en een golfplaten dak. “Dat lijkt status te geven”, verzucht Smits. Op westerse universiteiten wordt nogal eens de loftrompet gestoken voor 'vernaculaire architectuur'. In Kenia vindt dat pleidooi geen weerklank, 100% circulair bouwen zegt de inwoners weinig. “Mensen willen een modern huis, anders ben je armoedig.”
Modern traditioneel
Voor Smits was de uitkomst van de enquête geen reden om op te geven. Hij ontwikkelde een Rural Housing Support Tool – hulpmiddel voor lokale woningoplossingen. Onderdeel hiervan is een stappenplan dat bewoners helpt een 'modern traditioneel huis' te bouwen.
Er zijn allerlei manieren om met lokale materialen en bouwmethoden deugdelijke huizen te bouwen, constateert hij. Aangestampte grond kan een goede vloer opleveren, mits het correct wordt uitgevoerd. Toevoeging van cement heeft niet zijn voorkeur, maar kan de kwaliteit net iets verder opkrikken. Een ruime dakoverstek kan fungeren als bescherming tegen regenval voor muren die uit kleisteen zijn opgetrokken.
Smits startte ook een zijproject, waarbij hij met lokale hulp duplostenen produceerde uit een mengsel van aarde en vezels. Dat leverde stevige stapelstenen op – een soort Legoblokken. Daarmee is snel een robuuste muur te bouwen. De prijs ervan is slechts een derde van de gebrande steen, specie is niet nodig.
Vier gezinnen mochten, bij wijze van proef, daadwerkelijk een huis bouwen. Zij kregen elk een internationale architect en een bachelor student toegewezen van de Avans Hogeschool, waaraan Smits als docent/onderzoeker is verbonden. Het leverde twee voltooide woningen op, twee andere kwamen niet af. Overbrengen van goedbedoelde adviezen bleek niet altijd eenvoudig. Bewoners hadden zelf de leiding en maakten de definitieve keuzes. Ondanks de adviezen van hun team kozen ze vaak voor westerse oplossingen. “Maar als ze kiezen voor een betonnen fundering, is meteen bijna het hele bouwbudget op.”
Uiteindelijk resulteerde het in hybridewoningen (traditioneel/modern), die de voorkeuren van bewoner en team verenigden. Ondanks de tegenslagen van dit eerste experiment hielp de Support Tool wel bij de realisatie van de woningen.
De Afrikaanse belangstelling voor 'zelfredzame' bouwmethoden vergroten is, kortom, een kwestie van lange adem. Volgens Smits zouden organisaties die in de ontwikkelingshulp actief zijn het voortouw moeten nemen. “Juist hulporganisaties moeten het goede voorbeeld geven door te kiezen voor volledig circulaire en biobased gebouwen”, denkt hij. “Anders lukt het bewoners in rurale gebieden nooit zich te ontwikkelen zonder steun van hulporganisaties.”
Afbeelding: Woonwijk gerealiseerd door Michiel Smits op Mt. Elgon, Kenia, die ook het uitgangspunt is van zijn probleemonderzoek in het gebied.
Gepubliceerd: november 2020