Nederlandse woningcorporaties willen dolgraag verduurzamen, maar als puntje bij paaltje komt geven de financiën de doorslag. Dat concludeert Sandra Hoomans uit haar promotieonderzoek. "Strategisch denken bij verduurzaming van woningen zou ook gebaseerd moeten zijn op ecologische waarden."
Hoomans kwam op haar onderzoeksidee na een verblijf in Afrika, waar ze voor een NGO werkte in een natuurpark. Strategieën om wildstropen te voorkomen bleken telkens weer te worden teruggevoerd op hetzelfde idee: als je ervoor zorgt dat de lokale bevolking meer verdient, zal het wild wel met rust worden gelaten. De NGO koos daarom voor asfaltering van wegen, om de bevolking een betere verbinding met de lokale markt te geven en de ontwikkelingsmogelijkheden te verbeteren. “Maar dat werkte helemaal niet”, zegt Hoomans. “Beslissingen moeten niet gericht zijn op de economie, maar op het doel dat je nastreeft.”
Analyse van data die ze verzamelde over de periode van 2009 tot 2017 leerde haar dat het begrip 'duurzaamheid' in aanvang een brede betekenis had. Uit documenten, groepsdebatten en interviews rijst het beeld op dat de discussie aanvankelijk niet alleen ging over isolatie en energiereductie, maar ook over zaken als biodiversiteit en lucht-, leef- en bodemkwaliteit. “Alleen vallen die buiten de boot bij de besluitvorming over investeringen in een wijk”, vertelt Hoomans. “Het adagium was al heel gauw: laten we voorkomen dat we een geitenwollenssokkenimago krijgen.”
De nadruk kwam bovendien steeds meer te liggen op de financiën. Niet geheel onbegrijpelijk, want het economisch tij zat niet mee. De financiële crisis brak uit en corporaties kregen te maken met maatregelen die hun verdienvermogen en financiële reserves verminderden, zoals de Verhuurdersheffing.
Mede daardoor werd het begrip 'duurzaamheid' teruggebracht tot een beperkte definitie, constateert Hoomans. Corporaties gingen zich richten op isolatie, vermindering van energiegebruik en CO2-emissies en terugdringing van het gebruik van gas. Maar de discussie over biodiversiteit, sociale factoren en kwaliteit van de leefomgeving raakte ondergesneeuwd.
Tien jaar na het sluiten van het Aedes-convenant is de betekenis nog verder verengd, constateert ze. De meest recente discussies over duurzaamheid beperkten zich tot energiezuiniger maken van woningen. Verdergaande besluiten worden vaak geschrapt, omdat de kosten te hoog zijn. De kennis van ecologie is erbarmelijk, concludeert ze uit haar onderzoek. Data die erover beschikbaar zijn worden niet of onvoldoende gebruikt.
De corporatiesector heeft in de afgelopen jaren best veel gedaan aan isoleren van woningen en plaatsen van zonnepanelen, constateert Hoomans. Toch is het volgens haar te weinig om te bespreken van een brede verduurzamingsslag. De vakliteratuur veronderstelt dat strategische beslissingen gebaseerd moeten zijn op waarden. “Maar als alleen economische waarden doorslaggevend zijn, zal er niet veel gaan veranderen. Het draait niet allemaal om het prijskaartje, schone lucht kunnen ademen is een basale waarde die je niet in geld kunt uitdrukken.”