Dagelijks pendelen draagt bij aan het welbevinden van mensen, mits de noodzakelijke reistijd niet te veel oploopt. Dat blijkt uit longitudinaal onderzoek van promovendus Yinhua Tao. Planners zouden steden daarom compact en met veel functiemenging moeten ontwerpen. Tao: “Urbane planvorming draait tenslotte om mensen.”
Lopend of fietsend binnen een kwartier op je werk kunnen zijn is voor de gemiddelde Nederlander ideaal. Forenzen in Londen of in de moderne Chinese miljoenensteden zullen misschien liever de metro nemen, maar verder zijn hun voorkeuren ongeveer identiek: als de reistijd beperkt blijft tot een minuut of vijftien ervaren ze de verplaatsing van privé naar werk als aangenaam. Dat wordt nog beter als ze een paar dagen per week thuis kunnen werken. Altijd thuis werken is voor de meeste mensen niet mogelijk, maar als het daar toch op uitloopt neemt het welbevinden meestal af, blijkt uit Tao’s onderzoek.
De promovendus in Urban Studies startte zijn onderzoek toen door de covid-epidemie het meeste forensenverkeer abrupt tot een eind kwam. “Het was een ideaal experiment in de echte wereld”, aldus Tao. “Mensen werden geconfronteerd met de vraag hoe ze woon-werkverkeer ervaren, omdat het plotseling geen deel meer was van hun alledaagse leven.”
Het langetermijneffect van forensengedrag op het welbevinden is niet eerder wetenschappelijk geanalyseerd, dus besloot Tao het uit te zoeken. Zelf reisde hij vroeger in Shanghai dagelijks een uur naar en van zijn werk en dat beviel hem slecht. Daarin is hij niet uniek, blijkt uit bronnen die hij raadpleegde. Voor veel geënquêteerden die gewend waren aan lange woon-werkafstanden betekende thuiswerken in coronatijd een grote opluchting. Fietspendelaars voelden zich juist opgesloten.
Dichtbij huis werken
Tao keek naar data uit China, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Vooral in de UK is woon-werkverkeer via enquêtes goed in kaart gebracht, evenals de redenen voor verandering in pendelgedrag.
Uit alle data komt een ideale reistijd terug van pakweg een kwartier. Een ideale woonbuurt is daarom omgeven door noodzakelijke voorzieningen zoals werk en winkels. Bewoners kunnen in een ‘15-minuten stad’ een groot deel van hun dagelijkse activiteiten op dezelfde plek uitvoeren, zonder dat ze afhankelijk zijn van gemotoriseerd vervoer. “Dat maakt hen gelukkig, dus zouden stedenbouwkundigen zich moeten richten op gemixte bebouwing”, zegt Tao. “Urbane planvorming draait tenslotte om mensen.”
"Uit alle data komt een ideale reistijd terug van pakweg een kwartier. Een ideale woonbuurt is daarom omgeven door noodzakelijke voorzieningen zoals werk en winkels."
Zonder auto
Een goede stedenbouwkundige lay-out geeft bewoners inzicht in de mogelijkheden om zich zonder auto te verplaatsen. Dat schept een gevoel van vrijheid en sluit bovendien aan op duurzaamheidsdoelstellingen. Als mensen worden uitgenodigd de auto te laten staan, leidt dat immers tot vermindering van congestie en uitstoot van CO2 en uitlaatgassen.
Het betekent ook dat efficiënte en betrouwbare openbaarvervoersvoorzieningen onderdeel moeten zijn van stedenbouwkundige plannen. Het klinkt bijna alsof pendelen allesbepalend is voor het geluk van de mens. Dat valt mee, zegt Tao. “Maar het raakt wel allerlei domeinen van het leven: werk en familie, maar ook vrijetijd. Het speelt dus zeker een belangrijke rol.”
Na zijn promotie gaat Tao in de UK een vervolgstudie doen naar langetermijn gedragsveranderingen. Het moet bijvoorbeeld de vraag beantwoorden waarom volwassenen die hun eerste kind krijgen massaal overstappen op de auto, ondanks het geluk dat fietsen en wandelen geeft.