Steden zijn niet zomaar verzamelingen gebouwen, ze worden vooral gevormd door onderliggende sociale structuren en de ruimten waarin deze zijn ondergebracht. “Als stedelijke planning uitsluitend verloopt volgens formele grenzen en voorbijgaat aan dit soort ‘cognitieve’ grenzen, verlies je wat een buurt maakt.” constateert Anteneh Tola in zijn promotieonderzoek.
Gevraagd van welke plek in de stad ze komen, zullen bewoners van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba hun ‘iddir’, hun ‘sefer’ of soms hun ‘gebbi’ noemen. Deze begrippen uit het amhaars – de meest gesproken taal van Ethiopië – zijn veel belangrijker dan de wijkgrenzen die de overheid heeft vastgesteld. Logisch, want een sefer – ooit een aanduiding voor ‘militair kampement’ – staat voor de sociale groep waar je bij hoort en de plek waar bewoners zich thuis voelen. Dat kan te maken hebben met de plaats van herkomst van waaruit bewoners naar de stad emigreerden, maar ook met eenzelfde beroep.
De iddir is een soort zelfverkozen bewonersvereniging, die op allerlei manieren hulp biedt. Mensen die maandelijks een bijdrage betalen aan een iddir, hoeven zich bijvoorbeeld bij een overlijden geen zorgen te maken. De medeleden, veelal buren, zetten tenten op en nemen de begrafenis voor hun rekening. Dit zelfgeorganiseerde sociale vangnet is vooral in arme wijken uiterst belangrijk. “Als stedelijke planning uitsluitend verloopt volgens formele grenzen en voorbijgaat aan dit soort ‘cognitieve’ grenzen, verlies je wat een buurt maakt”, vertelt Anteneh Tola. “Het is noodzakelijk om de opbouw van de sefer te doorgronden.”
Antropoloog
Het proefschrift van Tola is specifiek gericht op de Ethiopische hoofdstad Addis Ababa. De snelle verstedelijking van deze Afrikaanse metropool dwingt tot ingrijpende keuzes. Deze treffen vooral de arme wijken. Het label van ‘sloppenwijk’ opent de deur voor volledige sloop en vervanging. Maar dat betekent ook de vernietiging van de sociale structuren, waardoor de ziel van dit soort wijken verloren gaat, betoogt Tola.
Hij ging als een soort antropoloog op onderzoek uit om meer te weten te komen over de onderliggende patronen. Daarvoor sprak hij met een groot aantal bewoners en verzamelde hun verhalen. Zij maken duidelijk dat de grenzen van de buurten in hun hoofd heel anders lopen dan op de officiële kaarten. De fysieke realiteit van de stad is dus veel complexer dan het systeem van autowegen, huizenblokken en parken dat je ziet wanneer je door de stad rijdt.
Behalve sefer en iddir speelt ook de ‘gebbi’ een belangrijke rol als bouwsteen van de sefer. Dit is een complex met meerdere huishoudens in wooneenheden die gemeenschappelijke ruimten omsluiten. Ze bevatten ruimtes met gezamenlijke wasplaatsen, toiletten en keukens, maar bieden ook plaats aan de maandelijkse bewonersvergaderingen en aan begrafenis- en bruiloftsbijeenkomsten van de iddirs.
Mensen willen best betere huizen, maar willen niet kwijt wat hen onderling bindt.
Anteneh Tola
Drievoudige kijker
Tola ontwikkelde voor de analyse van deze complexe realiteit van de stad een “trinoculaire methode” – een drievoudige kijker. Deze heeft drie conceptuele lenzen: de cognitieve grenzen van de sefer, de sociale relaties van de iddir en ruimtelijke typologieën van de gebbis. “Door deze te combineren is het mogelijk een genuanceerde interpretatie te maken van de stedelijke complexiteit van elke stad”, zegt Tola. Dat kan van pas komen bij vervangingsopgaven.
Gaat dat ook op voor Nederlandse steden, waar stedenbouwers soms complete stadswijken opofferen voor nieuwbouw? “Ik denk het wel”, zegt Tola. “Het is een universeel gegeven dat het sociale kapitaal van buurten niet bepaald wordt door de gebouwen die er staan. Voordat je top-down beslist ze te vervangen, zou je deze waarden in kaarten moeten brengen. Mensen willen best betere huizen, maar willen niet kwijt wat hen onderling bindt.”
Gepubliceerd: september 2023
Meer informatie
Anteneh Tola promoveert op 25 september op zijn proefschrift 'Addis Ababa's Sefer, Iddir, and Gebbi: Nuanced Reading of Complex Urban Forms'. Zijn proefschrift is hier te vinden.