Een deeloplossing voor de wooncrisis is de tijdelijke transformatie van leegstaande gebouwen tot woningen. Dit biedt kansen aan spoedzoekers, zoals statushouders, studenten, en starters, maar ook de uitdaging om van deze plekken een ‘thuis’ te maken. Hoe kunnen ontwerpers en architecten hierbij helpen? Zo begon het promotieonderzoek van Marjolein Overtoom. “Als student combineerde ik al bouwkunde en psychologie. Dit onderzoek paste perfect bij mijn fascinatie met de link tussen ontwerp en gedrag.”
“Veel voorgaand onderzoek naar thuisgevoel bestudeerde de gemiddelde behoeften van een doelgroep.” Daar was Marjolein niet tevreden mee: “Ik wilde meer inzicht krijgen in de variatie binnen groepen.” Met dat doel bezocht ze recent getransformeerde gebouwen en hield ze enquêtes en interviews onder statushouders, studenten, en starters. “Ik was nieuwsgierig naar de link tussen hun activiteiten en definitie van thuis. Bijvoorbeeld: wat voor verschil maakt alleen versus samen koken?”
Hoe definieer je ‘thuis’?
Dankzij de enquêtes en interviews vond Marjolein zes betekenissen die de bewoners, in meer of mindere mate, verbinden aan hun ‘thuis’.
- Representation (representatie): een woning kan voelen als een afspiegeling van de bewoner. Marjolein praatte bijvoorbeeld met een starter die zijn familie niet uit durfde te nodigen omdat zijn net gekochte huis nog de uitstraling had van een studentenwoning.
- Appropriation (aanpasbaarheid): sommige bewoners vinden het erg belangrijk dat een huis ‘eigen’ is, vooral als ze er langere tijd wonen. Ze kiezen bijvoorbeeld een nieuwe kleur voor de muren.
- Privacy: voor iedereen een bekende zorg. Marjolein: “Ik merkte tijdens de interviews dat sommigen het ongemakkelijk vonden als hun bed zichtbaar was voor gasten, want dat is een privé-object. Ook geluid is vaak een belangrijke zorg. Geluid afkomstig van de buren, of van de bewoner zelf.”
- Sociability (samenzijn): hoe gemakkelijk maakt de woning het samenzijn? Voor sommigen is samen koken heel belangrijk, dan moet de keuken groot genoeg zijn. Anderen willen juist liever op de bank hangen… maar dan moet die wel in huis passen.
- Rootedness (geworteld zijn): hoezeer is de woning verweven met het heden en verleden van de bewoner? Uiteraard is de duur van het verblijf hier van belang, maar bijvoorbeeld ook of er plaats is voor erfstukken.
- Future (toekomstgericht): de logische tegenhanger is de mate waarop de woning aanvoelt als onderdeel van iemands toekomst. Dit kan de bewoner uiten door bijvoorbeeld geld en tijd te investeren in de woning of de lokale gemeenschap.
“De conclusie is niet dat bepaalde betekenissen per se gelinkt zijn aan bepaalde groepen,” benadrukt Marjolein. “Sommige starters vinden Samenzijn heel belangrijk, terwijl anderen juist meer geven om Privacy of Aanpasbaarheid. Dat is het punt! We moeten rekening houden met variatie, ook binnen een enkele groep.” Haar onderzoek biedt als het ware een lens om die variatie zichtbaar te maken én een taal waarmee we erover kunnen discussiëren. Zo kunnen architecten en beleidsmakers zich inzetten voor geschiktere woningen zonder de onrealistische eis dat ze iedere toekomstige bewoner vragen naar hun voorkeuren.
Wat doe je als je ‘thuis’ bent?
De gesprekken die Marjolein voerde met bewoners leidden haar naar drie soorten activiteiten waarmee zij betekenis geven aan hun woning.
- Familiarising (vertrouwd maken): door bijvoorbeeld de muren te schilderen of eigen spullen neer te zetten.
- Organising (organiseren): door bijvoorbeeld spullen of activiteiten een eigen plek en tijd te geven.
- Managing (beheren): door bijvoorbeeld op te ruimen, het raam open te doen, en koffie aan te bieden aan bezoek.
Het viel Marjolein op dat bewoners aangaven dat ze behoefte hadden aan ‘onbepaalde ruimte’ binnen hun woning. Een flexibel plekje voor noodzaak of hobby, bijvoorbeeld om hun fiets te repareren of om te dansen. “Dit zou je bijvoorbeeld kunnen bieden als ontwerper door het bed of de eettafel opklapbaar te maken, of te zorgen dat een bureau of tafel verschoven kan worden. Niet iedereen zal er gebruik van maken, maar je kunt in ieder geval de kans bieden.”
Tot slot heeft Marjolein nog een belangrijke les opgedaan tijdens haar onderzoek. “We onderstrepen vaak het belang van onszelf verplaatsen in iemand anders’ situatie. Maar in mijn ervaring is die aanpak niet altijd behulpzaam. Er kunnen heel andere zorgen en prioriteiten spelen in de levens van bijvoorbeeld studenten of statushouders dan wij kunnen bedenken vanuit ons eigen perspectief. Daarom is het juist belangrijk om goed te luisteren en open te staan voor het onverwachte, zoals dat alledaagse handelingen als de afwas doen een belangrijk onderdeel kunnen vormen van een thuisgevoel.”
Meer informatie
Lees Marjolein’s Open Access publicatie over de belangrijkste elementen en activiteiten van jonge Nederlandse mensen in hun tijdelijke woning.
Marjolein’s volledige thesis is te vinden via deze DOI link.