Wetenschappelijk expliciet maken van stedenbouwkundige keuzes is lastig, maar promovendus Egbert Stolk, Urbanism, probeerde het toch. Hij bedacht een conceptueel model dat de dynamiek van het ontwerpproces koppelt aan dat van de leefomgeving. Daarmee staat de ontwerper steviger in zijn schoenen.
Het zou mooi zijn als een stedenbouwkundige opgave kon worden opgedeeld in identieke bouwsteentjes die aan dezelfde natuurkundige wetten voldoen. Het zou ontwerpopgaven overzichtelijker maken en ontwerpkeuzes beter verdedigbaar. Maar wetten van de natuurkunde zijn niet zomaar toepasbaar op de stedenbouw, constateert promovendus Egbert Stolk in zijn promotieonderzoek ‘Een complex-cognitieve benadering van stedebouwkundig ontwerpen’. “In werkelijkheid zijn steden complexe systemen, die gebruikt worden door mensen. En mensen zijn niet te reduceren elementaire deeltjes.” Reduceren van menselijk ontwerpgedrag tot instinctief, wetmatig handelen zoals dat van dieren – zoals een bever die een dam bouwt – werkt ook niet. Want daarvoor is de schaal en diversiteit van menselijk ontwerpgedrag te groot. Bovendien laten mensen zich bij het ontwerpen leiden door toekomstbeelden. Hun ‘mentale tijdreizen’ voegen een extra onvoorzien aspect toe aan ontwerpgedrag.
Stolk gooide het daarom over een andere boeg en koppelde complexiteitstheorie aan kennis uit de cognitieve wetenschappen. Uitgangspunt: stedenbouwkundig ontwerpen is een collectieve cognitieve activiteit. Op basis daarvan bouwde hij een theoretisch kader voor stedenbouwkundig ontwerpen en ontwikkelde hij twee ontwerpinstrumenten. Die onderwierp hij in het kader van zijn promotieonderzoek aan enkele case studies. Daarbij projecteerde hij de ontwikkelde theorie onder meer op de stedenbouwkundige ontwerppraktijk in de provincie Noord-Holland. Het leverde verschillende conclusies op. Een ervan is dat er bij stedenbouwkundig ontwerpen sprake is van verschillende schaalniveaus, en dat de wetmatigheden die voor de ene schaal opgaan niet automatische voor de andere gelden. Dat is mede reden waarom plannen zo lastig is in de stedenbouw. Te makkelijk wordt ervan uitgegaan dat realisatie van een plan eenvoudig uitvoerbaar is. Maar de praktijk van het stedenbouwkundig ontwerp is op andere schaalniveaus veel weerbarstiger. De complexiteit en onvoorspelbaarheid van de politieke context maakt dat plannen vaak worden uitgesteld en/of aangepast.
Maar Stolk constateert dat wel degelijk ontzettend veel kennis uit andere vakgebieden bruikbaar is voor doorgronden van mechanismes in de stedenbouw. “Te vaak gaan we uit van de uniciteit van het stedenbouwkundige ontwerpproces, terwijl je op basis van kennis uit andere vakgebieden kunt constateren dat dat wel meevalt. Daar zouden we meer en beter gebruik van kunnen maken. Want met die kennis sta je als stedenbouwkundige sterker.”