Deltasteden ondergingen de afgelopen eeuw vaak grote ruimtelijke veranderingen. Inmiddels weten we dat die op lange termijn soms slecht uitpakken. Wanneer de waarden die we toekennen aan water veranderen, komen ze onvermijdelijk in botsing, constateert Yuting Tai in haar promotieonderzoek.
Deltasteden zijn veelal dichtbebouwd, want het zijn aantrekkelijke plaatsen om te wonen en te werken. Maar door klimaatverandering zijn ze in toenemende mate gevoelig voor overstromingen. Grote uitdaging is het vinden van een balans tussen waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit en het vinden van een consensus tussen alle belanghebbenden. Dat geldt zeker voor de Chinese Pearl River Delta, waarop haar onderzoek zich richtte. “In ruimtelijke plannen zoals vijfjarenplannen zijn niet alle belanghebbenden vertegenwoordigd”, vertelt Yuting Tai. “China kent geen overlegcultuur.”
De promovendus onderzocht welke waarden verborgen liggen achter de grote veranderingen die zich door de eeuwen heen voordeden in provinciehoofdstad Guangzhou. Water heeft economische, maatschappelijke en ecologische waarde. Het biedt immers ruimte aan scheepvaart en handel en maakt de bloei van stad en natuur mogelijk. Het water is in delta’s ook bepalend voor de veiligheid: hoe voorkom je dat gebieden voortdurend overstromen?
Begin twintigste eeuw had de Zuid-Chinese stad een grachtenplan dat typisch is voor deltasteden. Het hielp bij de afwatering en het voorkomen van overstromingen. De grachtengordel met zijn laad- en losvoorzieningen aan het water koppelde de stad aan de rivieren en aan de zee. Samen functioneerden ze als de belangrijkste scheepvaartroute voor buitenlandse handel, de Zijderoute op Zee. “In deze periode was sprake van synergie van de verschillende waarden van het water”, constateert Tai.
Grachten gedempt
In de industriële periode die aanbrak na 1920 ging deze synergie verloren. De opkomst van de industrie, die samenviel met het einde van het keizerlijk bewind, ging gepaard met modernisering en snelle urbanisatie. Gecentraliseerd waterbeheer en bestemmingsplannen voor landgebruik waren dominant. De grachten werden gedempt, om vrij baan te geven aan de auto. Dijken werden aangelegd om het water te beheersen. Het resulteerde in een scheiding van water en land.
De communistische machtsgreep versterkte dat laatste alleen maar. Onder het motto ‘de mens kan de natuur overwinnen’ gaf Mao na 1949 ruim baan aan landwinningen en omlegging van rivieren. Het leidde tot forse milieuschade – vergelijkbaar met de schade die bij ons ontstond als gevolg van het Deltaplan. Ingrijpende ingenieursoplossingen beroofden het deltagebied van zijn mogelijkheden om zich aan te passen aan veranderende natuurlijke omstandigheden.
Anno 2018 roept het de vraag op hoe Guangzhou de uitdagingen van klimaatverandering en stedelijke ontwikkeling het hoofd moet bieden. Het adaptief vermogen van de stad is ernstig geschaad door een eeuw van strijd tegen de natuur. Steeds vaker doen zich overstromingen voor. En dat zal de komende decennia alleen maar erger worden door de stijgende zeespiegel en extremere weersomstandigheden. Hoe kan de Guangzhou delta ervoor zorgen dat alle waarden van het water weer met elkaar samenvallen?
Grondprijs
Positief is dat lokale autoriteiten de laatste jaren meer ruimte krijgen voor het zoeken van eigen oplossingen, constateert Tai. Een recent initiatief als het ‘Sponsstad’-programma geeft voor het eerst meer ruimte aan stedenbouwers ten opzichte van ingenieurs. Daarnaast zijn er plannen om nieuwe meren te graven en grachten terug te brengen. Dat heeft mede te maken met de doelstelling van de lokale overheid om de grondprijzen langs het water op te drijven. Sinds de ‘Open Deur’ politiek startte in de jaren tachtig is de grondpolitiek de belangrijkste inkomstenbron voor gemeentebesturen. Ook hier ontbreekt het aan een samenhangende aanpak.
De morfologische analyse die Tai maakte in haar promotieonderzoek 'Changing Values on Water in Delta Cities. The case of Guangzhou in China's Pearl River Delta', brengt in kaart waar de verschillende waarden botsen. Aan de hand daarvan is het mogelijk nauwkeurig aan te geven waar aanpassingen noodzakelijk zijn om meer adaptief te worden. Dat vergt echter nauwe samenwerking tussen belanghebbenden. “Helaas kent China geen traditie van samenwerking tussen sectoren. Opsplitsing van sectoren heeft het probleem veroorzaakt”, constateert Tai. “De focus moet van puur fysieke planning naar een planningsmethodiek die alle waarden integreert. Misschien heeft China nodig wat Nederland al eeuwen kent: een poldermodel.”