De zeespiegel blijft de komende decennia flink doorstijgen. Tegelijkertijd vechten stedenbouw, recreatie en natuur om ruimte aan de kust. Hoe kunnen we dit kustlandschap zo toekomstbestendig mogelijk inrichten? Promovenda Janneke van Bergen onderzoekt het in haar proefschrift ShoreScape: A landscape approach for natural adaptation of urbanized sandy shores. "Door natuurlijke processen van zand en wind de ruimte te geven, kunnen we de kust veiliger en diverser maken. "
Zandsuppletie, het opspuiten van zand aan de kust, is inmiddels een bewezen manier om ons te beschermen tegen zeespiegelstijging. Natuurlijke factoren zoals wind en getijden helpen daarbij om de kust te versterken, door duinen als kering te laten aangroeien. Janneke van Bergen: "Hoewel er al veel bekend is over hoe zandsuppletie onder water werkt, wisten we nog weinig over hoe deze via de wind bijdragen aan duinvorming, en dan vooral in stedelijk gebied.” Want juist daar zitten verschillende functies elkaar vaak in de weg, zoals strandbebouwing, recreatie en natuur. Wij wilden onderzoeken hoe ze elkaar juist kunnen versterken. In het ShoreScape project, gefinancieerd vanuit NWO, keken we hoe deze aanzanding als kering in stedelijke gebieden precies werkt en welke natuurlijke ontwerpprincipes daarbij horen.
Bouwen met de natuur
Een belangrijk uitgangspunt van het onderzoek is het ‘Building with Nature’ principe. Daarbij wordt gebruikgemaakt van zand als gebiedseigen materiaal en van natuurlijke processen (zoals wind) om via duinaangroei de kustlijn te beschermen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld harde keringen zoals dijken. De Building with Nature-aanpak biedt meer mogelijkheden dan kustbescherming alleen. Van Bergen ontwikkelde daarom een nieuwe aanpak, 'ShoreScape': "We wilden onderzoeken hoe we duinen niet alleen als zee-kering kunnen versterken maar ook hoe we ze via landschapsbouw met andere functies kunnen laten samengaan, zoals recreatie en ecologie", legt Van Bergen uit. En dat is nodig: "Recreatieve strandbebouwing houdt bijvoorbeeld nu zand tegen dat eigenlijk door moet stuiven, of het zorgt dat er minder planten groeien waardoor erosie ontstaat.”
Naar deze effecten heeft Van Bergen veldwerk verricht met schaalmodellen om zo zandafzetting rond gebouwen te kunnen onderzoeken. Ook maakte ze gebruik van geografische informatiesystemen (GIS) om vanuit hoogteopnames de duinvorming na suppletie te analyseren. Van Bergen: "Wat opviel was dat rijbebouwing veel zand tegenhoudt waardoor duinen minder goed aangroeien. Maar we hebben ook ontdekt dat paviljoens op pootjes er juist voor kunnen zorgen dat het zand hoger het duin opblaast, terwijl kleine strandhuisjes met de kop in de wind kunnen zorgen voor lokaal meer zandafzetting direct achter de huisjes. Zo kunnen duinen juist breder worden."
Je kunt de duinvorming dus beïnvloeden door het landschap anders in te richten. Dat gebeurt nu al met stuifschermen. Van Bergen: "In de Hondsbossche Duinen hebben we via GIS gezien dat stuifschermen voor duinvorming direct na suppletie heel succesvol zijn. Dit ontwerpprincipe kan je inzetten om duinaangroei te gaan sturen. Zo kun je bijvoorbeeld versneld een kering opbouwen en daarbinnen verschillende profielen creëren voor recreatie of ecologische functies, zoals een terras of natte duinvallei. Die schermen zijn dus eigenlijk een oud principe dat we nu hebben geoptimaliseerd."
Nieuwe ontwerpprincipes
De inzichten uit het onderzoek heeft Van Bergen vertaald naar concrete ontwerpprincipes voor bouwen met de natuur aan de kust. "Deze proactieve manier van ontwerpen kan helpen om kustversterking en stedelijke ontwikkeling op een duurzame manier te laten samengaan. Bijvoorbeeld door het creëren van openingen in bebouwing of door aanplanting waardoor duinvorming gestimuleerd wordt, of door het type suppletie af te stemmen op de gewenste duinopbouw.
Nu we meer weten over hoe aanzandingsprincipes in praktijk uitpakken, zijn er een aantal knoppen bijgekomen waar we aan kunnen draaien.
Badplaatsen als Noordwijk zijn typisch plekken waar kering, recreatie en bebouwing de ruimte moeten delen. Hoe kun je daar de kust beveiligen tegen de zeespiegelstijging en de badplaats tegelijkertijd aantrekkelijk houden? Van Bergen: "Je wil daar liever niet een te hoog duin dat het zeezicht vanaf de boulevard belemmert. Als alternatief zou je de duinkering via suppletie geleidelijk kunnen uitbouwen tot een nieuw landschappelijk waterfront, waarin duinen en bebouwing met elkaar samenwerken. "Bij grote (mega-)suppleties die twintig jaar of langer duren, kan je zelfs kustfuncties erop afstemmen, zoals case study Walcheren laat zien. Je past dan de stedelijke planning aan op hoe de kust zich vanuit de zandsuppletie ontwikkelt: Form Follows Sediment. Rond de kern van de mega-suppletie ontstaan brede stranden voor sport en recreatie, en in de staart komt juist minder zand om doorstuiving voor de natuur te bevorderen.
Meer mogelijk met zand
Het uitgangspunt van het Building with Nature-principe is dat de kust mee kan groeien met de zeespiegelstijging door middel van zandsuppletie. "Maar wij kijken verder: kunnen we niet méér halen uit zand dan alleen veiligheid?” zegt Van Bergen. “Als je weet welke ontwerpkeuzes er zijn, zoals bijvoorbeeld duinverbreding of duinverhoging, kun je als gemeente kijken wat voor jouw regio het beste past en hoe je de kust daarop kan inrichten. Het is heel mooi om dit samen met de natuur en de wind te doen” Volgens Van Bergen is daar ná suppletie nog veel winst te behalen: “Ik ben echt een 'believer' als het gaat om Building with Nature principes. Nu we meer weten over hoe aanzandingsprincipes in praktijk uitpakken, zijn er een aantal knoppen bijgekomen waar we aan kunnen draaien. Met deze ontwerpprincipes kunnen we de kust natuurlijk laten meegroeien en daarbinnen veiligheid, recreatie en natuur elkaar laten aanvullen. Ik zou dolgraag pilots willen gaan doen om dit verder in praktijk te brengen."
Gepubliceerd: mei 2023
Meer informatie
Janneke van Bergen promoveert op 16 juni met haar proefschrift ShoreScape: A landscape approach for natural adaptation of urbanized sandy shores.
Het proefschrift is te downloaden via deze DOI link.