Intreerede: ‘We gaan naar een gedeelde cognitie van mens en robot’

Nieuws - 07 juni 2024 - Webredactie ME

Weten robots in de toekomst of een mens hen heeft gezien en laat de robot dit vervolgens ook weten? Als het aan TU Delft hoogleraar Joost de Winter ligt, wel. Hij werkt aan contactloze interactie tussen mens en machine. Het uiteindelijke doel is een samenvoeging van menselijke en robotische informatieverwerking. In zijn intreerede op 7 juni neemt De Winter je mee in de verschillende aspecten van zijn onderzoek maar schijnt ook zijn licht op de toenemende rol van AI binnen wetenschap en onderwijs. 


Interactie met een robot of machine gebeurt nog veelal via fysieke besturing, zoals toetsenborden. Dat wordt al lastiger nu steeds meer robots ook zelfstandig kunnen bewegen. Volgens Joost de Winter, hoogleraar Cognitive Human-Robot Interaction, kan deze interactie een stuk natuurlijker, lijkend op hoe mensen onderling communiceren of een hond de commando’s van zijn baas interpreteert. “Door robots te leren begrijpen wat een mens wil en voelt en hierop zijn acties aan te passen, kan de interactie tussen mens en robot veel vloeiender verlopen. Op deze manier halen we veel meer uit onze samenwerking met robots”, zegt De Winter.

Oogbewegingen

Op steeds meer plekken werkt de mens naast of samen met robots en machines. Denk bijvoorbeeld aan de robotstofzuiger die een handje helpt in het huishouden, de automatische auto of de recente opkomst van robots die lijken op en communiceren als de mens. Het onderzoek van De Winter richt zich onder andere op het verzamelen van data over de interactie tussen mens en robot. Zo kijkt zijn team met eye-tracking en sensoren die hoofdbewegingen meten waar een autobestuurder kijkt, maar ook of voetgangers de auto hebben gezien. Deze data worden gebruikt om de robot de mens beter te laten begrijpen en zich hieraan aan te passen.

Acceptatie van robots

Andersom, werkt De Winter aan manieren hoe de mens de robot beter kan begrijpen via contactloze interactie. Zodat straks een robot kan terugkoppelen aan passanten dat hij hen heeft gezien en voor hen gaat stoppen. “We kijken dan ook naar de algemene voorkeuren van mensen”, zegt De Winter. “Welke vorm van interactie vinden mensen prettig maar ook wanneer en hoe vaak contactloze interactie geaccepteerd wordt. Niemand zit te wachten op een robot die continue praat of piept.” Daarnaast is ook een belangrijke vraag hoe de robot zich moet gedragen. Moet het gedrag van de robot zoveel mogelijk lijken op de mens, of is dit misschien niet nodig? En in welke mate moet en mag de robot de mens begrijpen of zelfs profileren aan de hand van verzamelde data? Er komen dan ook meerdere vakgebieden samen in het werk van De Winter. “We combineren klassieke engineeringmethoden met inzichten uit de psychologie en computerwetenschappen.”

AI in onderzoek en onderwijs

Artificial Intelligence (AI) is tegenwoordig onmisbaar in het werk van De Winter. “Het voelt als een absolute bevrijding, het opent vele nieuwe mogelijkheden en we kunnen nu betere modellen ontwikkelen.” Niet alleen in onderzoek ziet De Winter het gebruik van AI toenemen. Ook in het onderwijs is dit het geval, denk aan ChatGPT. Hij ziet hierin kansen, maar benadrukt dat we ons bewust moeten zijn van de gevolgen. De ontwikkelingen op het gebied van AI volgt De Winter op de voet. In zijn intreerede deelt hij zijn gedachten over hoe we hier als universiteit, maar ook als samenleving, mee om zouden moeten gaan.