Hoe sociale wetenschappen kunnen bijdragen aan een eerlijker energietransitie
'Mensen die rond een testlocatie voor vliegerenergie in Duitsland wonen ervaren daarvan dezelfde geluids-, milieu- en veiligheidseffecten als van het dichtstbijzijnde reguliere windmolenpark. Het vliegersysteem scoort wel beter op visuele effecten.' Dit zijn de belangrijkste conclusies van een vernieuwend onderzoek naar de sociale gevolgen van vliegerenergie door promovenda Helena Schmidt van de TU Delft, in samenwerking met de Medical School Hamburg. Schmidt: "Voor het welslagen van de energietransitie is het heel belangrijk te onderzoeken hoe mensen een nieuwe energietechnologie in hun leefomgeving ervaren. Op basis van deze kennis kunnen ontwikkelaars hun ontwerpen zo aanpassen dat deze beter aansluiten bij de wensen en behoeften van omwonenden. Dat draagt bij aan een eerlijker energietransitie vanuit maatschappelijk perspectief.” Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Energy Research & Social Science.
Hoe ervaren omwonenden een energievlieger?
Voor haar promotieonderzoek aan de TU Delft onderzocht omgevingspsychologe Helena Schmidt de sociale gevolgen van vliegerenergie. Bij deze technologie vangen vliegers luchtstromen op grote hoogte op, om met behulp daarvan groene elektriciteit op te wekken. Dit onderwerp is des te interessanter nu de technologie op het punt komt commercieel te worden ingezet. Tot nu toe waren er echter nog geen empirische gegevens over hoe mensen die in de buurt van een vliegerenergiesysteem wonen de technologie ervaren. Sterker, op dit moment zijn er wereldwijd slechts een handvol testlocaties waar dat onderzocht zou kunnen worden.
Schmidt en haar partners van de Medical School Hamburg benaderden mensen die binnen een straal van 3,5 km wonen van een van deze testlocaties voor vliegerenergie in Noord-Duitsland. Voor het onderzoek beoordeelden vierenvijftig omwonenden zowel het vliegerenergiesysteem als het dichtstbijzijnde reguliere windmolenpark op visuele, geluids-, veiligheids-, locatie-, milieu- en ecologische aspecten.
We vergeleken voor ons onderzoek het vliegerenergiesysteem met gewone windturbines, niet om te testen wat de 'betere' technologie is, maar om een context te bieden. Er is immers al veel onderzoek gedaan naar de acceptatie van reguliere windparken.
Helena Schmidt
In het kader van het onderzoek beoordeelden de bewoners de geluids-, ecologische en veiligheidseffecten voor zowel het vliegerenergiesysteem als het windpark. Alleen de visuele effecten van het vliegersysteem beoordeelden ze positiever, vooral omdat het systeem geen schaduweffect veroorzaakte en omdat ze vonden dat het systeem beter in het landschap paste dan conventionele windturbines. Omwonenden die de exploitatie van het systeem als eerlijker beoordeelden en de werkwijze van de ontwikkelaar transparanter vonden, stonden positiever tegenover het vliegersysteem en ervoeren minder geluidshinder dan respondenten die minder te spreken waren over de exploitatie en transparantie. Ditzelfde effect doet zich ook voor bij onderzoek naar windturbines. Opgemerkt moet worden dat het onderzoek slechts een momentopname is voor één type vliegerenergiesysteem en zich beperkte tot dit nog vroege ontwikkelingsstadium. Naarmate vliegerenergie zich verder ontwikkelt nemen sommige effecten, zoals dat van geluid, voor een deel automatisch af door technologische vooruitgang en wijzigingen in het ontwerp. Aan de andere kant kunnen andere effecten, zoals visuele, ook weer toenemen, bijvoorbeeld wanneer meerdere systemen worden samengevoegd tot een vliegerenergiepark.
Onderzoek naar sociale effecten essentieel voor een succesvolle implementatie
Schmidt: "Het is begrijpelijk dat ontwikkelaars zich tot nu toe hebben gericht op het aan de praat krijgen van de technologie en het opschalen ervan. Nu is het moment aangebroken om ook naar de sociale gevolgen te kijken, door omwonenden om feedback te vragen en de technologie aan te passen aan de behoeften van mensen. Dat is gemakkelijker in een vroegere ontwikkelingsfase dan wanneer de technologie al een definitieve vorm heeft aangenomen." Kristian Petrick, secretaris-generaal van de Europese vereniging voor vliegerenergie Airborne Wind Europe, is dat met haar eens: "Voor de vliegerenergiesector is het onderwerp maatschappelijke acceptatie van groot belang. Zonder de steun van de algehele en lokale bevolking gaat het ons niet lukken om grootschalig vliegerenergiesystemen in te zetten. Wij geloven niet alleen heilig in een "groene transitie" maar ook in een "rechtvaardige transitie".
Sinds 2020 heeft de sector voor vliegerenergie maatschappelijke acceptatie opgenomen als een van de vijf speerpunten voor de IEA Wind Task 48 voor vliegerenergie.
Het artikel ‘How do residents perceive energy-producing kites? Comparing the community acceptance of an airborne wind energy system and a wind farm in Germany' werd onlangs gepubliceerd op de website van het wetenschappelijke tijdschrift 'Energy Research & Social Science'.
Meer informatie en contact
De paper van Helena Schmidt werd begeleid door Roland Schmehl en Gerdien de Vries van de TU Delft, en Reint Jan Renes van de Hogeschool van Amsterdam.