Emeritus hoogleraar Egbert Torenbeek overleden
Op 29 augustus 2024 is op 85-jarige leeftijd onze zeer gewaardeerde oud-collega prof.ir. Egbert Torenbeek overleden. Egbert Torenbeek (1939) studeerde in 1961 af in vliegtuigbouwkunde aan de TH Delft. Hij ontwikkelde zich tot hoogleraar vliegtuigontwerpen (1980) en schreef het wereldbekende boek ‘Synthesis of Subsonic Airplane Design’ (1976), oftewel ‘het Torenboek’. Dit boek wordt nog steeds wereldwijd gebruikt als basisboek voor vliegtuigontwerp en ontwerponderwijs.
In de jaren ’90 was Torenbeek nauw betrokken bij het ontwerpen van een zakenvliegtuig. Dit toestel, de Extra-400 dat in 1996 voor het eerst vloog, was het eerste 100% kunststof productievliegtuig ooit. De laatste drie jaar voor zijn pensionering in 2000 was Egbert Torenbeek conrector van de TU Delft. In datzelfde jaar ontving hij een eredoctoraat van het Moskou Luchtvaartinstituut en in 2013 de prestigieuze Aircraft Design Award van het AIAA. Zijn boek ‘Advanced Aircraft Design’ (Wiley, 2013) werd door de vakpers ontvangen als ‘een onmisbaar naslagwerk voor studenten, onderzoekers, vliegtuigontwerpers en analisten.’ Zijn eredoctoraat heeft hij direct na de ramp met de MH17 (in 2014) als protest naar Moskou teruggestuurd. In 2016 werd hem de prestigieuze Ludwig Prandtl Ring uitgereikt.
Prof. Torenbeek was een vliegtuigontwerper pur sang en een inspiratie voor hele generaties aan luchtvaartingenieurs.
Een herinnering aan Egbert Torenbeek kun je delen via deze link of het condoleanceregister in de hal van de faculteit.
Lees een interview met prof. Torenbeek in het pioniersboekje en op de website van TU Delta.
In Memoriam Egbert Torenbeek 1939-2024
“De dood bestaat niet. Wat bestaat is: het leven, al is dat minder dan een nevelspatje in de oceanen van de tijd” - Jeroen Brouwers
Professor ingenieur Egbert Torenbeek is op 85-jarige leeftijd overleden maar zijn invloed op het vakgebied vliegtuigontwerp zal nog jaren voortduren. Ik leerde Egbert kennen toen ik in 2009 als universitair docent bij de TU Delft kwam werken. Al snel hadden we een sterke binding vanwege onze fascinatie voor vliegtuigontwerp. Ik was mijn studie Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek begonnen in 2000, het jaar dat Egbert met pensioen ging. Ik had derhalve tijdens mijn studie de naam “Torenbeek” nauwelijks gehoord. Dat veranderde toen ik in de Verenigde Staten ging promoveren en iedereen zijn boek “Synthesis of Subsonic Airplane Design” leek te kennen. Gezien die status sprak ik hem dus allereerst aan met “u” en “professor Torenbeek”. Egbert wilde echter dat we elkaar tutoyeerden en ik moest hem voortaan met “je” en “Egbert” aanpreken. En zo geschiede.
Voor zijn pensionering in 2000 was Egbert conrector van de TU Delft. Zijn hart lag echter bij het ontwerponderwijs. Vanaf 1964 was hij betrokken bij de zogenaamde voorontwerpoefening, een project waarin studenten op individuele basis een ontwerp moesten maken van een vliegtuig. Voor die ontwerpoefening waren methodes nodig. Die methodes ontwikkelde Egbert zelf en zij vonden uiteindelijk hun weg naar “Synthesis”. Ontwerp ging in die tijd middels een rekenlineaal en tekenpapier waarop een drie-aanzicht van het vliegtuig moest worden getekend. Later konden studenten dit ook doen middels Computer Aided Design (CAD), een nieuw onderzoeksgebied waar Egbert vanaf eind jaren zeventig een actieve bijdrage aan leverde. Onder zijn leiding werd vliegtuigontwerpsoftware ontwikkeld door zijn promovendi.
Dat Egbert een succesvol schrijver is, is algemeen bekend. Van “Synthesis” zijn meer dan 15,000 exemplaren verkocht. Op de ontwerpafdeling van iedere vliegtuigbouwer vind je zijn boeken. Andere auteurs, zoals generatiegenoot Jan Roskam, leenden graag Torenbeeks methoden. “Courtesy of Egbert Torenbeek,” staat er dan vermeld. Zijn methoden voor gewichtsschatting worden nog altijd veel gebruikt op universiteiten en onderzoeksinstellingen. Bij iedere conferentie die ik bezoek zijn er presentaties waarin gerefereerd wordt aan een “Torenbeek method.” Dat geeft mij altijd een goed gevoel.
Naast “Synthesis” is er meer werk van Egbert. Het boek “Aeronautiek” (DUP, 2002) dat hij samen met zijn mentor Hans Wittenberg schreef, is een prachtig Nederlandstalig boek over de grondslagen en techniek van het vliegen. Later heeft Egbert het vertaald naar “Flight Physics” (Springer, 2009) en is het ook in het Engels verschenen. In 2013 verscheen het boek “Advanced Aircraft Design,” (Wiley, 2013) dat volgens hemzelf zijn beste boek was. Daarna zette hij zich aan zijn laatste opdracht: het schrijven van een boek over het voorontwerp van supersone commerciële vliegtuigen. Dit boek werd in 2020 gepubliceerd, te midden van de coronacrisis, onder de titel “Essentials of Supersonic Commercial Aircraft Conceptual Design”. Als zijn boeken kenmerken zich door een hoge mate van kwaliteit in zowel het taalgebruik en de grafische weergave.
Een van de ervaringen waar Egbert graag over vertelde was zijn tijd bij Lockheed in Marietta, GA. In 1977 is hij daar samen met het hele gezin een jaar verbleven om industrie-ervaring op te doen. Hij ontmoette daar de onlangs overleden Leland Nicolai, een andere grote naam op het gebied van vliegtuigontwerp. Lee en Egbert konden het uitstekend met elkaar vinden en gingen vriendschappelijk met elkaar om. Toen zij elkaar in 2013 opnieuw troffen bleek die vriendschap nog altijd te bestaan en werden er mooie verhalen uitgewisseld uit die tijd.
Dat die twee elkaar ontmoetten was geen toevalligheid, Egbert kreeg namelijk de prestigieuze AIAA Aircraft Design Award, een jaarlijkse prijs voor een team of individu die een belangrijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van vliegtuigontwerp. Dat jaar ben ik samen met Egbert naar Los Angeles gereisd. Hij genoot zichtbaar van de aandacht en de lofbetuigingen die met de uitreiking van de prijs gepaard gingen. Twee jaar later herhaalde zich dat toen hij door het Duitse DGLR de Ludwig Prandtl ring kreeg uitgereikt . Met heel veel plezier verteld hij bij terugkomst over deze geweldige ervaring. Hij was er zeer blij mee.
Naast zijn interesse in vliegtuigen en ontwerp was Egbert geïnteresseerd in muziek, literatuur en filosofie. Hij kon veel vertellen over het werk van Baruch Spinoza, een van de grondleggers van de verlichting. Daarnaast kon hij geweldig genieten van klassieke muziek. Hij speelde zelf kerkorgel en volgde tot op hoge leeftijd lessen. Toen er in 2015 een congres in Delft werd georganiseerd nodigde hij vele internationale collega’s uit om in de Maria van Jessekerk te komen luisteren naar een klein orgelconcert en gaf hij een demonstratie van de werking van het orgel. Velen herinneren zich dat met veel plezier.
Egbert was trots op het eredoctoraat van het prestigieuze Moscow Aviation Institute, dat hij in 2000 had ontvangen. Echter, nadat de MH17 was neergehaald wilde hij daar niets meer mee te maken hebben. Vergezeld van een stevige brief zond hij het eredoctoraat terug en schrapt hij de doctorstitel van zijn naambordje. Hij was weer Prof. ir. Torenbeek. Zelf was hij in 1988 erepromotor van Burt Rutan, de legendarische vliegtuigontwerper van onder andere de Voyager, het vliegtuig dat voor het eerst non-stop om de wereld vloog. Egbert haalde Rutan naar Delft en presenteerde hem met het eredoctoraat.
Het meest trots was Egbert op “zijn” Extra 400. Hij kon ronduit vertellen over het contact met Walter Extra en hoe het project tot stand was gekomen. Het gehele voorontwerp van het vliegtuig had hij gedaan volgens de methoden van zijn boek. Het vliegtuig was volledig uit vezelversterkt kunsstof gebouwd, iets wat niet eerder was gedaan. “Maar,” zo vertrouwde Egbert me toe, “ik heb het gewicht gewoon berekend met mijn methode voor metalen vliegtuigen en dat werkte prima.” Toch was hij ook kritisch op zijn eigen ontwerp, want het openen van de deur met die hoogdekker had hij achteraf toch graag anders gezien. Hij volgde de ontwikkeling van de “400” op de voet en vond het fantastisch dat het toestel in 1994 in productie ging.
Tot 2020 was Egbert nog twee maal in de week op de faculteit te vinden om te werken aan zijn boek. Hij vond het leuk om met jonge collega’s te praten over de vliegtuigindustrie en andere onderwerpen. Toen de faculteit haar 75ste verjaardag vierde werd Egbert geïnterviewd voor de lustrumuitgave “Negen Pioniers”. Hij vertelde over zijn ervaring aan de TU Delft en wat hij allemaal had meegemaakt in zijn lange carrière. Hij sloot af met de woorden: “het is een prachtige tijd geweest”. En zo is het.
Dr. Roelof Vos, Universitair Hoofddocent Flight Performance and Propulsion