Meer kennis over ziekte van Parkinson is zo belangrijk
Sinds zijn vrouw was gediagnostiseerd met Parkinson, volgt alumnus Doeko Bosscher met interesse de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen rondom deze ziekte. Nu steunt hij het onderzoek van Dimphna Meijer, verbonden aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, met een financiële bijdrage. “Haar onderzoek zie ik als een bouwsteen om de kennis over de ziekte uit te breiden en uiteindelijk Parkinson te begrijpen.”
Doeko Bosscher is alumnus van de Faculteit Werktuigbouwkunde en was lang werkzaam in de papierindustrie. Hij heeft de ziekte van Parkinson van dichtbij ervaren. Meer dan twintig jaar geleden werd zijn vrouw gediagnostiseerd. Ruim een jaar geleden is ze overleden.
Niet te genezen
“Parkinson is nu niet te genezen, er is alleen medicatie om de klachten mogelijk te verminderen”, zegt Bosscher. “Het onderzoek van Dimphna Meijer is gericht op het begrijpen van de ziekte. Pas als die basiskennis er is, zijn betere behandelmethoden mogelijk.” Daarnaast heeft het project volgens hem nog iets bijzonders. “Er wordt gewerkt aan een kunstmatige synaps, de plek waar twee neuronen elkaar ontmoeten. Met zo’n artificieel model van het brein kun je factoren onderzoeken die je nooit zou kunnen testen op mensen of dieren. Niet alleen nieuwe medicatie, maar bijvoorbeeld ook de invloeden van pesticiden op de ziekte. Met de minibreintjes van Meijer kun je daarnaar kijken.”
Ontmoeting in het Meijer Lab
Naar aanleiding van zijn interesse in het onderzoek hebben de alumnus en de wetenschapper elkaar ontmoet in het Meijer Lab in Delft. Een bio-nanoscience laboratorium was nieuw voor Bosscher. “Het is heel anders dan ik had verwacht en het is indrukwekkend dat onderzoekers zoveel kennis kunnen vergaren in een klein lab met slechts enkele apparaten.”
‘Mijn financiële bijdrage is een dierbare manier om bij te dragen aan een onderzoek dat mij persoonlijk raakt.’
Doeko Bosscher
Bosscher hoopt dat zijn donatie er ook voor zorgt dat wetenschappers zich meer kunnen richten op onderzoek. “Een onderzoeker zoals Dimphna Meijer, die leidinggeeft aan een groep, moet naast onderzoek ook de geldstromen verzorgen. Daardoor wordt ze, mijns inziens, te veel afgeleid van de wetenschap. Mijn financiële bijdrage is een dierbare manier om bij te dragen aan een onderzoek dat mij persoonlijk raakt. Daarnaast voel ik nog steeds binding met Delft, dat geeft mij vertrouwen in dit instituut en het onderzoek.”
Nano-brein versnelt hersenonderzoek
De verwachting is dat in 2040 ruim 500.000 Nederlanders parkinson, alzheimer of een andere vorm van dementie hebben. Om deze hersenaandoeningen beter te begrijpen en hiervoor medicijnen te ontwikkelen is meer fundamentele kennis over de werking van ons brein nodig. Dimphna Meijer werkt daarom in Delft aan een nanoschaal model van de neuronale synaps: een minimalistisch maar gedetailleerd biologisch systeem dat hersenonderzoek enorm kan versnellen.
Meijer bouwt haar fundamentele ‘nano-brein’ op uit cellulaire elementen. Ze begint met twee vereenvoudigde membranen. Daar zet ze één voor één de moleculen op die samen een neuronale synaps, het contactpunt tussen twee hersencellen, vormen. Bij neurodegeneratieve ziekten is het vaak de synaps waar defecten ontstaan. Als het lukt om deze defecten in het model na te bootsen, kan er bijvoorbeeld een parkinson of alzheimer synaps worden gebouwd en ingezet voor medicijnonderzoek.
Met bijdragen van alumni kunnen extra studenten en PhD’ers aan het nano-brein model werken om de ontwikkeling ervan te versnellen. Zo komt meer begrip van hersenziekten dichterbij en wordt tegelijkertijd de volgende generatie technische neurowetenschappers opgeleid.