18 miljoen euro voor onderzoek naar duurzaam gebruik van onze ondergrond
Intensiever benutten van de ondergrond, bijvoorbeeld voor geothermie of ondergrondse opslag, is cruciaal voor het behalen van de (inter)nationale doelstellingen voor de uitstoot van broeikasgassen. Vandaag is bekend gemaakt dat EPOS-eNLarge, een onderzoeksproject gericht op een efficiënt en veilig gebruik van de Nederlandse ondergrond, financiering ontvangt uit het programma Nationale Roadmap Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het tienjarige project ontvangt 17,9 miljoen euro van NWO.
Binnen EPOS-eNLarge werken de Universiteit Utrecht, de TU Delft, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en TNO Geologische Dienst Nederland nauw samen. Het project helpt de natuurkunde van de ondergrond beter te begrijpen. Dit biedt mogelijkheden om meer onderzoek te doen naar de microprocessen in de ondergrond, en hoe deze op macroniveau het bodemgedrag tijdens geo-energieproductie of vloeistofopslag bepalen. Een van de belangrijkste doelstellingen van EPOS-eNLarge is een efficiënter gebruik van aardwarmte, waardoor uiteindelijk het aantal geothermische projecten in Nederland een flinke impuls krijgt.
Monitoring van geothermische waterstroom
Een van de unieke onderzoeksmethoden is elektromagnetische monitoring van de stroming van hete en koude vloeistoffen in de ondergrond. Hiermee kan onderzocht worden hoe geothermisch water zich beweegt in de ondergrond en hoe het door geologische structuren stroomt. Met deze kennis kan geothermische energie efficiënter uit de ondergrond worden gehaald en is het mogelijk om een zo efficiënt mogelijke thermisch energieopslag te ontwerpen. Evert Slob, hoogleraar Geophysical Electromagnetic Methods bij TU Delft: “Dit geeft ons essentiële kennis over processen in de ondergrond op de lange- en korte termijn die ten grondslag liggen aan efficiënte en veilige operaties, en de gevolgen voor het milieu.”
Ondergronds urban energy lab
Op de TU Delft Campus komen verschillende projecten samen, met als belangrijkste speerpunten het systeem voor ondergrondse warmteopslag en de geothermiebron op de campus, die binnenkort hopelijk gerealiseerd wordt. Beide combineren praktijk en onderzoek. De onderzoeksinfrastructuur van het EPOS-eNLarge-project kan de ondergrondse processen tijdens de projecten op de campus verder in ongekend detail onthullen. De voordelen van een gecombineerde faciliteit zijn dat het zich zowel in een realistische omgeving bevindt als een enorme intensiteit van metingen heeft. Daardoor kunnen de projecten gezamenlijk een grote impact hebben.
Phil Vardon, hoogleraar Energy Geomechanics, onderstreept het belang: "Geothermische technologie is iets waar we als land aanzienlijk meer van moeten profiteren. Zo zorgen we dat we de beloften in het kader van de energietransitie kunnen nakomen. EPOS-eNLarge levert onderzoeksinfrastructuur in Delft en op andere locaties in Nederland, zodat we op grote schaal nieuwe inzichten krijgen uit het veld. Hiermee kunnen belangrijke vraagstukken uit de samenleving en de industrie worden aangepakt."
Open toegang tot onderzoeksgegevens
Als de onderzoeksinfrastructuur gerealiseerd is, zal deze toegankelijk zijn andere onderzoekers. Dankzij het onderzoeksproject komen unieke gegevens uit de Nederlandse ondergrond voor iedereen beschikbaar en zullen centraal toegankelijk zijn via EPOS, de Europese onderzoeksinfrastructuur voor de wetenschappelijke kennisontwikkeling van de vaste aarde. EPOS-eNLarge bouwt voort op het onderzoeksproject EPOS-NL. Dat integreert grootschalige geofysische faciliteiten in Nederland in een coherente infrastructuur voor onderzoek naar geo-maatschappelijke uitdagingen.
EPOS-eNLarge zal helderheid geven over processen in de ondergrond vanuit verschillende invalshoeken en op verschillende locaties in Nederland. Het project omvat een diepe boring om aardlagen te onderzoeken en inzicht te geven in de geothermische waterstroming, het omvat monitoringsystemen om seismische activiteit te onderzoeken in delen van Nederland waar gaswinning heeft plaatsgevonden en het project omvat ook micro- en macrolabfaciliteiten om (monsters van) aardlagen verder te onderzoeken.
Over NWO-GWI
Grootschalige wetenschappelijke infrastructuur is essentieel voor de Nederlandse wetenschap. Het kan gaan om zeer gespecialiseerde apparaten, zoals grote telescopen, hoge veldmagneten of geavanceerde sensoren en meetnetten noodzakelijk voor biologisch en aardwetenschappelijk onderzoek. Maar ook om 'virtuele' faciliteiten, zoals omvangrijke databanken, wetenschappelijke computernetwerken, of om data- en monstercollecties. “Investeringen in grootschalige infrastructuur dragen bij aan de internationale positie van Nederland als kennisland. Wetenschap en onderzoek kunnen niet zonder de juiste wetenschappelijke infrastructuur,” aldus minister Robbert Dijkgraaf (OCW).