Hoogleraren Urban Design slaan brug tussen universiteit en praktijk
De Faculteit Bouwkunde heeft twee nieuwe deeltijdhoogleraren bij de sectie Urban Design aangesteld: Anne Loes Nillesen en Tess Broekmans. Met hun praktijkervaring brengen ze waardevolle inzichten naar de academische wereld én andersom. “De TU Delft speelt een cruciale rol bij het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken. Daar hebben we goede ontwerpers voor nodig.”
Anne Loes Nillesen kijkt vanuit haar expertise door de schalen heen naar de impact van grote transities op de stad, zoals klimaat, zeespiegelstijging, hitte en neerslag, mobiliteit en circulariteit. Tess Broekmans zoomt juist in op wat er in de stad gebeurt: welke impact hebben alle veranderingen op het dagelijks leven van bewoners? De hoogleraren hebben in elk geval een gezamenlijk doel: het verbinden van praktijk, onderzoek en onderwijs om een rechtvaardige en duurzame stedelijke omgeving te bevorderen. Hoe gaan ze dat aanpakken?
Altijd en overal ontwerper
Nillesen is gespecialiseerd in vraagstukken op systeemniveau, zoals klimaatverandering en de landbouwtransitie. Als oprichter van Defacto Stedenbouw onderzoekt ze in haar dagelijkse werk hoe deze transities van invloed zijn op steden: "Het doel daarbij is, om vanuit onderzoek en begrip van systemen, ontwerpprincipes te ontwikkelen die de kwaliteit van stedelijke gebieden verbeteren", zegt Nillesen. Ze benadrukt het belang van het integreren van onderzoek en ontwerp: "Onderzoek wordt nu vaak als apart onderdeel behandeld. Studenten denken vaak nog: 'ik heb mijn half jaar onderzoek afgerond, nu ga ik lekker ontwerpen'. Maar een goede ontwerper stelt zich óók tijdens de onderzoeksfase op als ontwerper. Als het bijvoorbeeld gaat om waterveiligheid en overstromingsrisico's zetten ontwerpers als concept vaak heel laag Nederland onder water. Maar de realiteit is vaak genuanceerder. Ik vind het dan interessant om ontwerpend te verkennen wat er gebeurt als je in de tijd gaat meebewegen met de zeespiegelstijging: wat zijn mogelijke strategieën en wat betekenen deze voor je ontwerp?"
We hebben te maken met grote, maatschappelijke opgaves en veranderingen die vragen om lange termijn strategieën met adaptatieruimte.
Anne Loes Nillesen
Een rechtvaardige stad
Tess Broekmans wil op de faculteit praktijk en ontwerponderwijs samenbrengen. Als partner bij Urhahn Urban Design houdt ze zich bezig met het werken aan een rechtvaardige stad: "Stedenbouw moet aansluiten bij de beleving en de behoeftes van de gemeenschap, tegelijk kan ontwerp ook uitdagen tot ander gebruik en gedrag. De stad is voor iedereen. Hoe zorg je ervoor dat bij veranderingen in de stad iedereen zich thuis blijft voelen? Dat is een opgave waarin veel verschillende expertises samenkomen. Als stedenbouwer moet je goed kunnen luisteren.” Broekmans wil die inzichten graag meenemen naar de TU Delft: "De veelheid en diversiteit aan kennis op de TU Delft is nodig om tot goed stadsontwerp te komen. Ik wil graag samenwerken met de experts van gebiedsontwikkeling bij Bouwkunde, met gedragswetenschappers bij Industrieel Ontwerp en verkeerskundigen van Civiele Techniek, om er maar een paar te noemen."
Flexibiliteit en ruimte laten
Eén van de dingen die Broekmans bij binnenstedelijke ontwerpen vaak mis ziet gaan is dat er te veel wordt vastgelegd. "Stedenbouw is een langzaam vak. De stad die we nu bouwen is tien jaar geleden ontworpen. Een ontwerp moet kunnen inspelen op veranderingen. Zo ben ik sinds 2011 bezig met de transformatie van het eiland Oostenburg in Amsterdam. Wij kregen van een woningcorporatie de opdracht om van het bedrijventerrein een woon-werkgebied te maken. Dat was midden in de financiële crisis, dus we maakten een plan dat in kleine stapjes kon groeien. Maar toen ons plan af was bleek de markt veranderd. Ineens was deze plek aantrekkelijk voor ontwikkelaars en konden er snel woningen gebouwd worden. Doordat we de structuur en het karakter van de bebouwing hadden vastgelegd kon er op ons 'basisplan' worden doorgepakt. Daarbinnen hebben we veel ruimte gelaten zodat de architecten creatieve vrijheid hadden." Broekmans zit met haar bureau vaak helemaal vooraan in het planproces: "Er ligt dan nog veel open. Welke keuzes maak je dan? Daarmee wil ik graag met de studenten in Delft aan de slag. Hoe kom je tot de kern van de opgave en hoe vertaal je die opgave vervolgens in ruimte? "
Foto gemaakt door: Anne Loes Nillesen
Ook Nillesen werkt bij haar (vaak ook internationale) projecten met het inbouwen van ruimte en flexibiliteit. "We hebben te maken met grote, maatschappelijke opgaves en veranderingen die vragen om lange termijn strategieën met adaptatieruimte: klimaatverandering, de energietransitie, woningbouw, circulariteit. We kunnen niet altijd voorspellen wat de impact van ontwikkelingen of beleidsambities is. Hoe de circulaire economie vorm krijgt is bijvoorbeeld nog onzeker. Als ontwerper moet je in je ontwerp dan ook ruimte houden voor verschillende ontwikkelperspectieven."
Weerbarstige wereld
Ook wil Nillesen de studenten alvast wat meer laten proeven van wat er allemaal mogelijk is. "Het vakgebied Urban Design is breed en je kunt er veel kanten mee op. Ik wil studenten laten zien waar en op welke wijze ze vanuit hun vak straks een bijdrage kunnen gaan leveren: van ontwerpbureaus tot de Wereldbank of een ministerie, overal hebben we goede ontwerpers nodig om bij te dragen aan de complexe opgaven waar we voor staan." Ook Broekmans ziet daar een mooie uitdaging: "Veel studenten die aan bouwkunde beginnen willen architect worden. Maar stedenbouw is een fantastisch vak en je moet al in de bachelor laten zien waarom dat zo is. Daar kunnen wij een rol in spelen. Maar het is wel belangrijk om ook aan verwachtingsmanagement te doen. Veel studenten willen met hun kennis de wereld beter maken, maar de praktijk is vaak weerbarstig. We hebben optimisme nodig en bevlogenheid. Tegelijkertijd wil ik studenten ervoor behoeden dat ze straks afknappen op de complexiteit van de praktijk."
Stedenbouw is een langzaam vak. Een ontwerp moet kunnen inspelen op veranderingen.
Tess Broekmans
Multidisciplinair samenwerken
Er liggen dus een hoop mooie ambities, maar het kenmerk van deze 'praktijkhoogleraren' is nu juist dat ze een groot deel van de tijd elders aan het werk zijn. Hoe gaan ze dat aanpakken? Broekmans: "Ik ga kijken hoe ik met de ene dag in de week de meeste impact kan hebben op de studenten. In plaats van een vaste begeleider te zijn zou ik als een 'visiting critic’ op sleutelmomenten een impuls kunnen geven aan ontwerpgroepen. Het lijkt me ook mooi om samenwerkingsverbanden met andere disciplines en de praktijk te zoeken en zo te laten zien dat we elkaar nodig hebben om te bouwen aan een rechtvaardige stad."
Ook Nillesen wil inzetten op dat multidisciplinaire aspect: “De TU Delft speelt een cruciale rol bij het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken. Daarvoor is een intensieve samenwerking tussen verschillende faculteiten en disciplines nodig, maar ook het betrekken van externe belanghebbenden bij onderzoeks- en ontwerpprocessen. Je rol als stedenbouwkundige is niet simpelweg 'dit is mijn idee en dat gaan we uitvoeren'. Je moet stakeholders bij je plannen betrekken en je hebt andere disciplines nodig om tot een goed integraal ontwerp te komen. Die rol van ontwerper is heel divers. De ene keer moet je je opdrachtgever echt overtuigen van je ideeën, de andere keer moet je juist kritisch doorvragen om ontwerp, de beleidscontext en economische businesscases op de juiste wijze te kunnen verbinden."
De twee nieuwe hoogleraren brengen niet alleen de praktijk naar de academische wereld, maar nemen andersom de wetenschap ook weer mee de maatschappij in. Nillesen: "Ontwerpers kunnen een grote bijdrage leveren aan de grote transformaties waar overheden en sectoren nu aan werken. Dus ik wil ook echt de buitenwereld gaan opzoeken. Maar de eerste periode zullen we vooral veel spreken met collega's binnen de universiteit om te kijken waar en hoe we het beste kunnen bijdragen."