Het Scheepshydromechanica Lab verwelkomt de vernieuwde Golfstroomtank
In het 3mE-gebouw vond afgelopen jaar een aantal interne verhuizingen plaats. Een daarvan was de verhuizing van de Golfstroomtank. De tank werd verplaatst van gebouw J naar de nabijgelegen API-hal in de Leeghwaterstraat, in de volksmond ook wel 'de omgekeerde badkuip' genoemd, om ruimte te maken voor projecten in het Vloeistofmechanica Lab. Het verhuisprojectteam, bestaande uit Peter Wellens (M&TT), Rob van den Boogaard (P&E), Joey Kouwenhoven (CRE) en Peter Poot (M&TT), is blij dat de Golfstroomtank weer is teruggekeerd naar zijn thuisbasis: het Scheepshydromechanica Lab. “De tank is niet alleen verhuisd, er zijn ook nieuwe onderdelen op gezet, zoals twaalf camera’s waarmee de positie van een schip op een tiende millimeter kan worden gemeten, en een nieuwe golvenmaker”, vertelt Peter Wellens, de aan M&TT verbonden projectleider voor de verhuizing.
De Golfstroomtank wordt voor lopend onderzoek gebruikt en daarnaast voor masterprojecten van studenten. In de tank kunnen rond een modelschip stromingen worden gegenereerd. Door middel van sensoren op de modellen en op de Golfstroomtank kunnen allerlei omstandigheden en situaties worden gesimuleerd en gemeten. De schipmodellen kunnen worden geprogrammeerd om zich dynamisch te positioneren, los van de stroming in de Golfstroomtank. In de toekomst kan wind als potentiële verstoring worden toegevoegd.
PhD-student Anna Boon doet onderzoek met behulp van de Golfstroomtank in het Scheepshydromechanica Lab. Zo heeft ze ruim driehonderd uur aan experimentele data verzameld over schepen die voorwaarts door de golven varen, wat nieuwe inzichten opleverde in de effecten van extreme golven op schepen. Door dit zeldzame verschijnsel kunnen schepen beschadigd worden of mogelijk tot zinken worden gebracht.
Teamwork voor de verplaatsing van tien ton staal
De verhuizing van de Golfstroomtank naar het Scheepshydromechanica Lab betekende de verplaatsing van in totaal tien ton staal. Daar waren acht sterke mannen en veel ruimtelijk inzicht voor nodig, aangezien er in het lab in eerste instantie niet genoeg ruimte was voor de tank. Toen het gevaarte eenmaal op zijn nieuwe locatie stond, zorgden technici van de afdeling M&TT er samen met Anna Boon voor dat hij weer volledig operationeel werd. Of het nou gaat om het slopen van muren en werkruimte, de plaatsing van de tank op een massieve verhoging vanwege zijn gewicht of de installatie van het camerasysteem: het resultaat mag er zijn. Labcoördinator van het Scheepshydromechanica Lab, Universitair Docent Sebastian Schreier, vertelt: “Met de komst van de Golfstroomtank naar het Scheepshydromechanica Lab kunnen we nieuwe, hoogwaardige metingen doen en nieuwe meettechnieken ontwikkelen die bijdragen aan de uitbreiding van het lab en de onderzoeksmogelijkheden”.