Marlon Boeve start als hoogleraar Omgevingsrecht in gebiedsontwikkeling
Nederland worstelt met grote vraagstukken op het terrein van mobiliteit, woningbouw, verduurzaming en klimaat. Gezien alle grote opgaven komen er al snel meerdere belangen samen in gebiedsontwikkeling. Het omgevingsrecht staat daarbij vol in de schijnwerpers. Op 1 september is Marlon Boeve aangetreden als hoogleraar Omgevingsrecht in gebiedsontwikkeling aan de faculteit Bouwkunde in Delft. Zij doet onderzoek naar de uitwerking van het omgevingsrecht in de praktijk. De op stapel staande Omgevingswet is om die reden een ook belangrijk onderwerp van haar onderzoek. Deze wet zal meer dan twintig wetten die betrekking hebben op onze fysieke leefomgeving bundelen en herzien.
Over de kern van haar leeropdracht kan ze kort zijn: de bestuurlijke-juridische evaluatie van het omgevingsrecht in gebiedsontwikkelingen. Dan staat de Omgevingswet, waarvan de geplande inwerkingtredingsdatum vooralsnog 1 januari 2023 is, al snel op de agenda. “De Omgevingswet beoogt een samenhangende en gebiedsgerichte benadering mogelijk te maken. Zo biedt de Omgevingswet meer bestuurlijke afwegingsruimte voor decentrale overheden en is er voor burgers en bedrijven een meer proactieve rol op de ruimtelijke ontwikkeling weggelegd.” Daar komt bij dat het Rijk in toenemende mate de regie wil voeren in de ruimtelijke ordening én dat de opgaven waar Nederland voor staat op het gebied van verduurzaming en woningbouw groot zijn. Kortom: een zeer dynamisch speelveld om onderzoek naar te doen.
Boeve richt zich in haar onderzoek op de vraag hoe het omgevingsrecht in dat krachtenveld functioneert. Zo is in een klein land als Nederland de beschikbare milieuruimte schaars en moeten rechten van bestaande activiteiten soms worden ingeperkt om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Het is interessant te onderzoeken hoe het omgevingsrecht in zo’n situatie uitpakt. “Dat bijvoorbeeld is een mooi onderwerp voor een promotieonderzoek.”
Dwarsverbanden
Het recht staat niet op zich, betoogt Boeve. Juist in onderzoek naar gebiedsontwikkeling is een multidisciplinaire aanpak van belang. “De wisselwerking met andere vakgebieden is noodzakelijk om goede juridische vragen te identificeren en om te voorkomen dat het recht achter de feiten aanloopt en innovaties belemmert.” De TU Delft biedt onderzoekers met verschillende expertises ruimschoots gelegenheid samen te werken. “Zowel binnen Bouwkunde als met de faculteiten Civiele techniek en Geowetenschappen en Techniek, Bestuur en Management zie ik vruchtbare dwarsverbanden. Ook het netwerk van de aan de TU Delft verbonden Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling kan belangrijke ondersteuning bieden.”
Schuurtje plaatsen
Al tijdens haar rechtenstudie aan de Universiteit van Amsterdam werd de belangstelling van Boeve voor het milieurecht en ruimtelijke ordeningsrecht gewekt. “Hoe mensen zich tot hun leefomgeving verhouden heeft me altijd gefascineerd. Op alle schaalniveaus. Van een schuurtje plaatsen waar de buren op uitkijken tot een grote industriële activiteit die schadelijke stoffen uitstoot in bewoond gebied. Onder welke voorwaarden kunnen activiteiten plaatsvinden en hoe regel je dat?” Omgevingsjuristen, legt Boeve uit, kunnen in gebiedsontwikkelingen diverse functies hebben. Als medevormgever van een grondexploitatie, bijvoorbeeld, of als adviseur in een onteigeningsprocedure. De rol van de jurist is het onderzoeken van de juridische ruimte die bijvoorbeeld een bestemmingsplan, en in de toekomst een omgevingsplan, kan bieden voor gebiedsontwikkelingen.
Hoe worden belangen en posities beschermd? Zowel bewoners als bedrijven willen rechtszekerheid hebben.
Marlon Boeve
Complex
Het omgevingsrecht is volgens Boeve complex en niet alleen omdat het veel omvat: ruimtelijke ordening, milieu, water en natuurbescherming. Er is sprake van gelaagde regelgeving, waarbij verschillende overheden – Rijk, provincie, waterschap, gemeente - een rol spelen. “Bovendien volgt een belangrijk deel van het nationale omgevingsrecht uit Europese wetgeving, denk aan normen voor waterkwaliteit en luchtkwaliteit of de bescherming van specifieke flora en fauna.” Daar moet in Nederlandse gebiedsontwikkelingen rekening mee worden gehouden, zegt Boeve. “Dat natuur en milieu grenzen stellen en dat het overschrijden daarvan vergaande consequenties kan hebben, maakt de stikstofproblematiek wel duidelijk.”
Aansprekende casussen
Boeve werkt tweeënhalve dag per week voor de TU Delft. Het verrichten en begeleiden van onderzoek in het verlengde van haar leeropdracht neemt de meeste tijd in beslag, maar lesgeven doet ze ook. Graag zelfs. “Van het contact met studenten geniet ik enorm. In Utrecht doceer ik aankomend juristen, hier breng ik ingenieurs in spé de juridische context bij over het ontwerpen van de gebouwde omgeving. Inhoudelijk enorm boeiend, want in hoeverre ondersteunt het wettelijk instrumentarium ambities om klimaatbestendig, energieneutraal of circulair te plannen, ontwerpen en bouwen? En, andersom, hoe voldoen bouwkundigen aan een stijgend aantal, elkaar soms tegenwerkende duurzaamheidseisen?” Het liefst werkt ze aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. “Voor aansprekende casussen kan ik terecht bij mijn collega’s van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling.” En dan beschikt de faculteit ook nog over een Circular Built Environment Hub. “Ja, daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Mijn Utrechtse ervaring sluit er namelijk goed op aan.”
Meer informatie
Marlon Boeve is aangesteld per 1 september 2022 bij de afdeling Management in the Built Environment van de faculteit Bouwkunde, TU Delft.
Bekijk hier de hooglerarenpagina van prof. Marlon Boeve.
Marlon Boeve specialiseerde zich in het milieurecht en het ruimtelijke ordeningsrecht. Beide disciplines worden onder het omgevingsrecht geschaard, het domein van alle wet- en regelgeving die de fysieke leefomgeving aangaat. Boeve is gepromoveerd op het omgevingsrecht van de compacte stad en is coauteur en redacteur van het juridisch standaardwerk Omgevingsrecht. Ze werkte onder meer voor het Centrum voor Milieurecht (UvA) en blijft in deeltijd verbonden aan het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law van de Universiteit Utrecht, waar ze zich onder meer toelegt op juridische vraagstukken omtrent de ontwikkeling van een circulaire economie. De hoogleraar is door de TU Delft benoemd en aangesteld. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt de positie van hoogleraar Omgevingsrecht in gebiedsontwikkeling aan de TU Delft financieel mogelijk. Er wordt met de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) samengewerkt.