Joost de Winter benoemd tot hoogleraar Cognitive Human-Robot Interaction
Joost de Winter is per 6 december 2022 benoemd tot hoogleraar Cognitive Human-Robot Interaction. Het onderzoek van De Winter richt zich op de contactloze interactie tussen robots en mensen. De robot van de toekomst leest en begrijpt de intenties en instructies van mensen in de omgeving door middel van eye-tracking en andere sensoren. Op zijn beurt zal de robot zijn werking aanpassen en intenties communiceren met nabije mensen en andere robots. De visie is om bij te dragen aan een toekomst waarin mensen en robots cognitieve processen delen en zich aan elkaar aanpassen.
Auto's die de toestand en vaardigheid van de bestuurder kunnen afschatten
Joost de Winter: “Machines worden steeds vaker uitgerust met sensoren en interacteren steeds vaker met mensen, in onder meer het verkeer, het huishouden en de werkomgeving. Neem bijvoorbeeld autorijden. Automatische auto’s zijn nog steeds niet perfect. Menselijke bestuurders zijn ook imperfect: veel verkeersongevallen worden veroorzaakt door afleiding van de bestuurder. Als de auto echter kan vaststellen of de bestuurder is afgeleid, en juist op die momenten geautomatiseerde ondersteuning biedt, dan is er sprake van een synthese van de informatieverwerking van mens en machine.”
Joost de Winter behaalde in oktober 2004 zijn MSc Lucht- en Ruimtevaarttechniek in Delft en promoveerde in januari 2009 aan de faculteit Werktuigbouwkunde op het verbeteren van geautomatiseerde rijtraining in rijsimulators. Zijn carrière is grotendeels gewijd aan de statistische verwerking van menselijke gedragssignalen om de sterke en zwakke punten van menselijke operators te extraheren, en visuele, tactiele en auditieve interfaces te ontwikkelen, evenals ondersteunende systemen om de veiligheid en prestaties te verbeteren.
In de toekomst zullen robots mensen begrijpen en met mensen omgaan
“Het vakgebied Cognitive Human-Robot Interaction,” zegt de Winter, “omvat verschillende facetten zoals het geautomatiseerd afleiden van de menselijke toestand, en het ontwikkelen van robotbewegingen en expressieve interfaces waarmee de mens de robot beter kan begrijpen. De wetenschappelijke uitdaging is om modellen en algoritmen te ontwikkelen die het wederzijds begrip tussen mens en robot mogelijk maken, en om de ontworpen concepten experimenteel te evalueren. Ik stel me voor dat, in een toekomstig huishouden, humanoïde robots mensen zullen begrijpen en met mensen zullen omgaan, net zoals mensen momenteel elkaar begrijpen en met elkaar omgaan.”