Alfred Schouten benoemd tot hoogleraar System Identification for Human Motion Control
Alfred Schouten is met ingang van 5 juli benoemd tot hoogleraar System Identification for Human Motion Control bij de afdeling BioMechanical Engineering. Voor zijn onderzoek richt Alfred Schouten zich op de ontwikkeling van methoden en applicaties voor het vaststellen en begrijpen van neuromusculaire controle. Dit doet hij zowel bij gezonde mensen als bij mensen met neurologische aandoeningen. Schouten past o.a. nieuwe systeemidentificatietechnieken toe om inzicht te krijgen in de manier waarop onze hersenen bewegingen aansturen.
Alfred Schouten: “Door de vergrijzing komen hersenbloedingen vaker voor dan vroeger en bovendien overleven mensen dit vaker. Ondertussen is er een nijpend personeelstekort in de revalidatiezorg. Revalidatierobotica kan een mooie oplossing zijn. Door onderzoek te doen naar hoe het bewegingssysteem werkt kunnen we ervoor zorgen dat er betere therapieën ontwikkeld worden waarmee artsen patiënten gerichter kunnen behandelen.”
Sinds 2021 is Schouten opleidingsdirecteur van de Delftse interfacultaire masteropleiding BioMedical Engineering. Tevens is hij werkzaam voor NeuroCIMT, een onderzoeksprogramma waarin ziekenhuizen, bedrijven, en universiteiten samenwerken op het gebied van neurocontrol. Hierbinnen wordt binnen diverse projecten nauw samengewerkt om meer inzicht te krijgen in o.a. chronische pijn, lage bloeddruk en de aansturing van spieren. Vanaf 2007 is Alfred Schouten als Assistant Professor, en later Universitair Hoofddocent, verbonden aan de TU Delft en deeltijd aan Universiteit Twente. Alfred Schouten promoveerde in 2004 aan de TU Delft door de ontwikkeling van methodes die de hevigheid van de ziekte van Parkinson kunnen meten. Dit deed hij in een gezamenlijk project met de afdeling neurologie van het Leids Universitair Ziekenhuis (LUMC).
- Lees meer over Alfred Schouten
- Lees 'Wij meten aan mensen zodat artsen gerichter kunnen behandelen’
A.C. (Alfred) Schouten
- +31 15 27 85247
- A.C.Schouten@tudelft.nl
-
34.E-1-230