Uber is zowel een concurrent, als een aanvulling op het openbaar vervoer
Tussen een en twee op de vijf Uber-reizen hebben geen haalbaar alternatief in het openbaar vervoer. Het aandeel reizigers dat Uber verkiest boven openbaar vervoer neemt af naarmate de reistijd van het openbaar vervoer concurrerender is. Dat zijn twee bevindingen in een nieuw onderzoeksrapport over ritdiensten, dat gebaseerd is op een vergelijking van gegevens van Uber en het openbaar vervoer uit zes steden in de VS en Europa. Wetenschappers van de TU Delft hebben 3,5 miljoen gegevens over Uber-ritten geanalyseerd en geconcludeerd dat Uber-diensten zowel in concurrerende als complementaire omstandigheden worden gebruikt.
Het grote debat
“Sinds rit-op-aanvraag diensten, aangeboden door bedrijven als Uber, een belangrijk reisalternatief zijn geworden in veel steden wereldwijd, is er een vurig debat gaande over de vraag of het concurreert met het openbaar vervoer of het juist aanvult”, zegt Oded Cats, universitair hoofddocent aan de afdeling Transport & Planning van de TU Delft en mede-directeur van het Smart Public Transport Lab. Het debat speelt zich af in een wereld waar beide alternatieven in de meeste steden in de schaduw staan van de privéauto. Sommigen beweren dat rit-op-aanvraag een belangrijke aanjager is van een auto-onafhankelijke levensstijl en dus het openbaar vervoer ten goede komt, terwijl tegenstanders stellen dat het vooral het openbaar vervoer kannibaliseert.
Empirische gegevens
Er zijn veel meningen en speculaties over deze kwestie, maar er was nog geen onderzoek naar ritdiensten dat gebaseerd was op hoe mensen deze diensten daadwerkelijk gebruiken. Onze studie is gefinancierd door de European Research Council en het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Studies, en maakt gebruik van Uber-gegevens (3,5 miljoen ritgegevens).
Cats en zijn collega's hebben Uber-reisgegevens geanalyseerd van zes steden in de VS en Europa over de periode van een maand in 2018 om het meest aantrekkelijke openbaar vervoersalternatief voor elke individuele Uber-rit te identificeren. Vervolgens vergelijken ze de twee opties voor drie steden in de VS (New York, Washington en Houston) en drie in Europa (Amsterdam, Warschau en Stockholm). Voor die vergelijking hebben de onderzoekers gedeelde ritten zoals UberPOOL buiten beschouwing gelaten.
Kenmerken van de ritten
"Een belangrijke conclusie is dat tussen 1 op de 5 (in het geval van Amsterdam) en 2 op de 5 (Houston) van de Uber-reizen in deze steden geen haalbaar alternatief met het openbaar vervoer heeft", vervolgt Cats. "We laten ook zien dat voor de meeste reizen kortere reistijden worden waargenomen op Uber-reizen dan hun snelste tegenhanger met het openbaar vervoer . Voor 13-36% van de Uber-reizen is de reistijd met de rit op aanvraag meer dan twee keer zo snel."
Desondanks kon in de zes bestudeerde steden voor tussen de 9% (Houston) en 15% (Amsterdam) van de Uber-ritten wel een kortere rit met het openbaar vervoer worden gevonden. Bovendien is Uber, hoewel het goedkopere tarieven biedt dan conventionele taxi's, over het algemeen veel duurder dan het openbaar vervoer. Uit deze bevindingen blijkt dat Uber-diensten zowel in concurrerende als complementaire omstandigheden worden gebruikt.
Volgens Cats toont dit aan dat mensen tussen verschillende vervoerswijzen kiezen op basis van meer factoren dan alleen reistijd en kosten. “Echter, alle observaties in onze steekproef zijn gevallen waarin individuen wél kozen voor het rit op aanvraag alternatief. Dit kan worden verklaard door het feit dat klanten van Uber waarde hechten aan factoren die in deze studie buiten beschouwing zijn gelaten, zoals comfort (niet hoeven te lopen, niet hoeven over te stappen), gebruiksgemak, veiligheid en betrouwbaarheid.” Het hebben van een extra reisalternatief heeft een toegevoegde waarde voor deze gebruikers.
Vraagaandeel
Het onderzoeksteam combineerde ook vraaggegevens van Uber en openbaar vervoer in Washington D.C. (op basis van smartcardgegevens van de lokale openbaarvervoersautoriteit, WMATA) om beter te begrijpen hoe dit de vraag naar de twee opties beïnvloedt. Zij vonden een sterke negatieve correlatie tussen het reistijdconcurrentievermogen van het openbaar vervoer en het vraagaandeel van Uber. Zoals verwacht neemt de vraag naar Uber af in gebieden en periodes waar de reistijden van het openbaar vervoer concurrerender zijn.
Amsterdam
Er zijn grote verschillen tussen (en binnen) de steden. Voor reizen die beginnen en eindigen binnen het stedelijk gebied van Amsterdam is er in 19% van de gevallen geen adequaat alternatief in het openbaar vervoer. Of je zou wel met het openbaar vervoer kunnen reizen, maar er minstens twee keer zo lang over doen. Voor Uber in Amsterdam is de (loop- en) wachttijd bijna nooit langer dan 15 minuten. Bij het openbaar vervoer is dat slechts in 42 procent van de ritten het geval .
Tegelijkertijd zou in 15 procent van de gevallen in Amsterdam het openbaar vervoer daadwerkelijk sneller zijn geweest dan Uber. Wat de kosten betreft, is Uber (gemiddeld) 8 keer duurder dan het gebruik van het openbaar vervoer in Amsterdam. Gezien het hogere tarief van Uber, en de snellere reistijden van het openbaar vervoer voor deze 15 procent van de gevallen, hechten gebruikers duidelijk waarde aan andere factoren dan kosten en reistijd bij het maken van hun vervoerskeuze.
Toegankelijkheid van de dienst
Over het algemeen verbeteren rit-op-aanvraag diensten de toegankelijkheid van diensten in de hele stad door een extra mobiliteitsalternatief te bieden. De grootste toename in toegankelijkheid van de dienst is te vinden in gebieden die niet goed worden bediend door het stadsspoor.
Implicaties voor het beleid
Volgens Cats kunnen deze bevindingen ondersteuning bieden bij het identificeren van hiaten in het openbaar vervoersnetwerk zoals onderbediende gebieden of tijdvakken. Aangezien een betere OV-dienstverlening samenhangt met een groter aandeel van het openbaar vervoer, moeten de nodige investeringen in het openbaar vervoer worden overwogen om het aantal openbaarvervoergebruikers te verhogen. Met de toenemende populariteit van gedeelde wagenparken en diensten op aanvraag, is er een trend om over te schakelen van het aanbesteden van openbaar vervoersdiensten naar het definiëren van mobiliteitsconcessies, wat betekent dat mobiliteitsaanbieders gestimuleerd worden om de oplossingen aan te bieden die het best het gewenste niveau van dienstverlening bereiken.
De bevindingen suggereren dat een complementaire relatie weliswaar mogelijk is, maar dat er geen garantie is dat dit ook gebeurt als er geen doelbewust beleid is. De kwestie vraagt om meer synergie tussen traditioneel lijn-gebaseerd openbaar vervoer en diensten zoals de rit op aanvraag om de complementaire aard van de twee diensten te maximaliseren en een betrouwbaarder stedelijk mobiliteitsnetwerk mogelijk te maken. Cats en zijn collega's werken voortdurend aan de ontwikkeling van modellen die het mogelijk maken dergelijke oplossingen te ontwerpen, de vraag te voorspellen en te simuleren en de gevolgen ervan te testen.
Meer informatie
Lees het hele paper hier: https://arxiv.org/abs/2104.04208