Portret Ronald Ligteringen
Technisch ondersteuner onderzoek en onderwijs, Imaging Physics
“Voor mij was het afgelopen jaar heel leuk. Ik bied ICT-ondersteuning op het gebied van onderzoek en onderwijs, en daar had ik alle ruimte voor. Over thuiswerken was ik in eerste instantie enthousiast. Ik vond het bijvoorbeeld fijn om met mijn twee pubermeiden te kunnen lunchen. Maar half mei vorig jaar belandde ik in een zwaar negatieve bui. Wat ik miste waren de spontane contacten en de inspiratie die je daaruit haalt. Verstoken van externe invloeden stomp je af. Voor mij was de oplossing om één dag per week naar kantoor te gaan.
Ik merk nu al dat de campus langzaam weer opengaat. De afgelopen tijd heb ik voorbereidingen getroffen voor de komst van studenten die een research practicum bij ons komen doen. Het contact met de studenten is fijn. Dat contact was een tijdlang toch minimaal, en daar maakten we [de staf] ons zorgen over. Je zag ze dan via een videoverbinding alleen op hun zolderkamertje zitten. Vooral buitenlandse studenten hadden het zwaar. Nu is er gelukkig weer meer contact, en zie je ook steeds meer studenten op de campus.
In 2019 heb ik samen met een collega onderzoek gedaan naar sociale veiligheid in het kader van Service Quality, maar dat konden we door het coronavirus helaas niet afronden. In deze tijd van isolatie ben ik over deze sociale veiligheid meer bezorgd. Als de situatie turbulent is voelen mensen zich misschien niet vrij om bepaalde dingen aan te kaarten. Ik denk dat we daar met z’n allen op moeten letten, en elkaar de ruimte moeten geven om te durven zeggen wat je denkt en voelt.
Het afgelopen jaar heeft ons de ruimte gegeven om afstand te nemen van hoe we dingen jarenlang hebben gedaan. Dat zie ik als iets positiefs. Ik verwacht dat we de komende maanden weer vaker naar kantoor zullen gaan, maar wat thuiswerken betreft is the cat out of the bag. Persoonlijk wil ik drie of vier dagen naar kantoor, en zou ik de rest van de tijd thuis willen programmeren of werken aan documentatie. Of dat straks kan, zal blijken.”