Ontdek (Nederlandse) meteorieten in het Delft Meteorieten Lab
Op 2 en 3 oktober is het Weekend van de Wetenschap. Gelukkig zijn er dit jaar alweer meer activiteiten op locatie. Zo kun je in het Science Centre Delft van alles leren over het coronavirus. Maar je kunt ook vanuit huis van heel dichtbij kennismaken met meteorieten en andere inslaggesteentes in het online Delft Meteorite Lab. En dit weekend voegt initiatiefnemer en planeetonderzoeker Sebastiaan de Vet alle in Nederland gevonden meteorieten toe. Waarom is een bezoekje aan de online collectie interessant? Bijvoorbeeld omdat je er leert hoe je een meteoriet kunt herkennen. Handig voor als je ooit zelf op zoek gaat naar meteorieten in je eigen omgeving.
Wat is het Delft Meteorieten Lab?
Tijdens de coronapandemie hebben planeetonderzoekers Sebastiaan de Vet en Stephanie Cazaux van de TU Delft het Delft Meteorieten Lab opgezet. Het is een nieuwe, virtuele collectie met fotorealistische 3D-modellen van meteorieten en inslaggesteenten. De Vet en Cazaux zullen het Lab gebruiken voor hun colleges over meteorieten aan studenten Ruimtevaarttechniek. De studenten kunnen zo virtueel kennismaken met processen en materialen uit het zonnestelsel. Maar het Lab is ook interessant en toegankelijk voor iedereen die meer wil leren over meteorieten en het ontstaan van planeten als de Aarde. De Vet: “Er gaat natuurlijk niks boven het bewonderen van het origineel, maar aan de hand van deze modellen kunnen we op een bijzondere manier de verhalen van deze meteorieten vertellen”.
Realistische 3D modellen
In het Delft Meteorieten Lab staan fotorealistische 3D-modellen van meteorieten en inslaggesteenten die door De Vet zelf worden gemaakt. Je kunt ze zelf van alle kanten bekijken en door te klikken kom je op gedetailleerde informatie, bijvoorbeeld over bijzondere kenmerken en andere wetenswaardigheden. De Vet maakt de modellen met behulp van fotogrammetrie, een techniek waarbij hij aan de hand van zo’n tweehonderd foto’s en speciale software een 3D-model maakt. Aan het digitale vormmodel voegt De Vet nog een extra beeldlaag toe, zodat je naast de vorm ook een realistisch beeld van het uiterlijk hebt. Deze 3D-modellen kun je bekijken in de online collectie www.delftmeteoritelab.nl.
Hoe een diefstal leidde tot het Delft Meteorieten Lab
In 2014 werd uit de Utrechtse sterrenwacht Sonnenborgh een kluis gestolen met daarin de Serooskerke meteoriet, een van de fragmenten van de Ellemeet. De meteoriet werd later wel teruggevonden, maar in vele kleine stukjes. Voor planeetonderzoeker Sebastiaan de Vet was dit de aanleiding om te starten met een digitaal conservatieproject. Hij reisde naar verschillende musea en instituten om fragmenten van de Nederlandse meteorieten te fotograferen en er 3D- modellen van te maken. Voor de grootste meteoriet van ons land, de Utrecht, nam hij zelfs contact op met het Natuurhistorisch Museum in Boedapest dat foto’s stuurde waarmee hij weer een 3D-model kon maken. Hoogtepunt: het documenteren van de meteoriet Broek in Waterland die in 2017 insloeg. Dat gebeurde nog voordat er materiaal van werd afgenomen voor het wetenschappelijk onderzoek. Zo zie je deze meteoriet dus in de oorspronkelijke vorm vlak na de ontdekking. Al deze meteorieten zijn nu samen te bekijken in het Delft Meteorieten Lab.
Nieuw! De collectie Nederlandse meteorieten
In de afgelopen twee eeuwen zijn in ons land maar 6 meteorieten geborgen. Ze kwamen neer in Uden (1840), Utrecht (1843), Diepenveen (1874), Ellemeet (1925), Glanerbrug (1990) en Broek in Waterland (2017). De meteorieten zelf en fragmenten ervan zijn ondergebracht in verschillende collecties bij musea en onderzoeksinstellingen. Wat de Nederlandse collectie meteorieten interessant maakt, is dat er een aantal bijzondere soorten in te vinden zijn. Deze planeetkruimels vertellen ons meer over de bouwstenen, de materialen, die een rol speelden bij de vorming van de planeten. Daarmee kunnen we dus iets meer inzicht krijgen in het ontstaan van planeten én de Aarde. Het Delft Meteorieten Lab maakt deze tastbare fragmenten uit het zonnestelsel gemakkelijk op een plaats toegankelijk voor wetenschap, onderwijs én het brede publiek.