Delfi-n3Xt na 7 jaar stilte weer tot leven
Onlangs werd een signaal opgepikt van Delfi-n3Xt, de satelliet van de TU Delft waarmee in 2014 het contact werd verloren. Dit kwam voor alle betrokkenen als een grote verrassing. Delfi-n3Xt is de tweede satelliet die de TU Delft lanceerde in het kader van het Delfi-programma, dat zeer kleine satellieten ontwikkelt. Nu de satelliet weer uitzendt, worden stappen genomen om de missie voort te zetten. De eerste Delfi-satelliet, Delfi-C3, werkt ook nog steeds.
Het Delfi-n3Xt project startte in 2007 en de satelliet werd in november 2013 gelanceerd. De satelliet opereerde drie maanden succesvol, voldeed aan de belangrijkste missiedoelstellingen en behaalde missiesucces. Helaas werd in februari 2014 het contact met de satelliet verloren na een experiment met de lineaire transponder. De satelliet werd sindsdien niet meer gehoord en werd als ‘stil’ beschouwd.
Drie weken geleden, op 9 februari, werd een automatische e-mailmelding ontvangen van het grondstation van de satelliet, waar in stond dat een signaal van Delfi-n3Xt was opgepikt. "Ik heb altijd rekening gehouden met de mogelijkheid dat de satelliet nog steeds werkt, maar om een onbekende reden niet uitzendt. Ik heb de software van het grondstation zo geprogrammeerd dat het de Delfi-n3Xt toch elke dag zou blijven volgen en mij een e-mail zou sturen als hij ooit weer tot leven zou komen", zegt Nils von Storch, student en operator van het project in 2013 en sindsdien technisch verantwoordelijke van het grondstation. Door relevante controles uit te voeren en de ontvangen telemetrieframes te analyseren is bewijzen dat de satelliet inderdaad weer uitzendt.
Het is een ongelooflijk gevoel. Zeven jaar luisteren naar ruis heeft zich uiteindelijk uitbetaald. Het niet opgeven van de satelliet heeft ons nu beloond met een nieuwe kans om zijn missie voort te zetten.
- Nils von Storch (Faculteit LR)
De oorzaak van de plotselinge stilte is nooit achterhaald, en de grote vraag is hoe Delfi-n3Xt weer 'tot leven' kon komen.Chris Verhoeven (Department of Microelectronics, Faculty of EEMCS) kijkt dan ook heel erg naar uit de resultaten van het sporenonderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd om de oorzaak van het falen te achterhalen. Verhoeven: ‘We zullen veel dingen te weten komen. Een aantal oorzaken kunnen we nú al uitsluiten omdat de “beschuldigde” systemen toch gewoon blijken te werken. Maar het belangrijkste is misschien dat het zonnecel-experiment van het Dimes Technology Centre – de voorganger van ons Else Kooi Lab – opeens bruikbare gegevens doorgeeft. Dat levert zéker interessante wetenschappelijke resultaten op.’
Er zijn hypotheses: software kan het probleem hebben veroorzaakt en misschien is recent een bit in de software 'geflipt', waardoor het probleem werd opgelost. Dit kan gebeuren wanneer geladen hoogenergetische deeltjes elektronische componenten in de ruimte raken. Of misschien heeft in 2014 een onderdeel kortsluiting veroorzaakt, en is dat afgebroken na jaren aan de extreme omstandigheden in de ruimte te zijn blootgesteld. "Natuurlijk hebben we in het verleden gezocht naar allerlei verklaringen, en we hadden ook theorieën over hoe het contact ooit terug kon komen. Maar na zo lange tijd had ik er niet meer op gerekend. Of we er ooit achter zullen komen hoe het precies is gebeurd, betwijfel ik", zegt Jasper Bouwmeester, sinds 2007 projectleider van de missie.
Bouwmeester (Faculteit LR) heeft er vertrouwen in dat de satelliet nog van nut kan zijn voor de wetenschap. "We kunnen leren hoe de satelliet en zijn technologieën en systemen zich na zeven jaar in de ruimte hebben gehouden. Het testen van systemen, zoals het voortstuwingssysteem, is ook relevant, en het is ook een mogelijkheid om Delfi-n3Xt weer te gebruiken voor educatieve doeleinden". Voordat er weer onderzoek gedaan kan worden, moeten er een aantal stappen worden genomen. Veel hangt af van de vraag of de satelliet nog bestuurd kan worden. Maar er zijn ook andere uitdagingen. Zo werkt een deel van de software uit 2014 werkt niet meer op moderne computers.Tegelijkertijd is een formeel proces nodig, omdat vergunningen en verzekeringen zijn verlopen. "Maar ik ben er zeker van dat we dit kunnen oplossen, zegt Stefano Speretta (Faculteit LR), managing operations. Als we het signaal niet opnieuw verliezen, liggen er interessante tijden in het verschiet".