TU Delft gaat binnen SH2IPDRIVE maritieme sector helpen vergroenen
25 ondernemingen en kennisinstellingen in de maritieme industrie hebben zich verenigd binnen SH2IPDRIVE: Sustainable Hydrogen Integrated Propulsion Drives. In dit innovatieprogramma gaan ze samen aan de slag om scheepvaart op waterstof mogelijk te maken. Dat kan niet alleen de Nederlandse sector vergroenen, maar zal ons land ook een voorsprong geven in de zich snel ontwikkelende maritieme waterstofeconomie. Een team van Delftse onderzoekers van de afdeling Maritime and Transport Technology leidt in dit project het onderzoek op het gebied van waterstofdragers, opslagsystemen en systeemintegratie.
Future Proof Shipping
Zero-emissie voortstuwing op basis van waterstof voor schepen, dat is het doel van SH2IPDRIVE. Het programma richt zich daarbij op een aantal onderwerpen, zoals nieuwe waterstofdragers en brandstofcellen, opslag en logistiek, en veiligheid. Het Rotterdamse bedrijf Future Proof Shipping B.V. is penvoerder van het programma, waar naast TU Delft onder meer TNO en Marin aan deelnemen. Het voltallige consortium beslaat de hele maritieme keten, van startups tot scheepswerven.
Met het programma is een totale investering van ruim 33 miljoen euro gemoeid, 24 miljoen daarvan wordt gefinancierd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De focus ligt op schepen voor de binnen- en kustvaart, zowel ten behoeve van nieuwbouw als de retrofit van bestaande schepen. Op de langere termijn kunnen de ervaringen opgedaan in het project ook dienen als springplank om de technologie in andere segmenten in de maritieme sector toe te passen.
We leggen de wetenschappelijke basis voor nieuwe technologieën die de toepassing van waterstof in steeds meer schepen mogelijk maakt. Dat zal uiteindelijk de hele maritieme energietransitie versnellen.
Lindert van Biert
TU Delft leidt deelproject waterstofdragers
Maritieme onderzoekers Lindert van Biert, Klaas Visser, Dingena Schott, Henk Polinder, Andrea Coraddu, Carey Walters en Dennis Lensing onderzoeken onder andere verschillende experimentele waterstofdragers, in het bijzonder Liquid Organic Hydrogen Carriers (LOHC) en boorhybrides. Het gebruik van waterstof gebonden aan LOHCs heeft voordelen, omdat veel eigenschappen vergelijkbaar zijn met huidige vloeibare brandstoffen en er derhalve minder aanpassingen nodig zijn aan de infrastructuur. Met boorhydrides (BH) als waterstofdrager kan waterstof in vaste kristalvorm kan worden opgeslagen met een zeer hoge energiedichtheid en naar verwachting lagere veiligheidsrisico’s. Verder doet TU Delft mee aan deelprojecten over bunker- en opslagsystemen, brandstofcellen, datacollectie en systeemvalidatie, systeemintegratie en veiligheid. Daarin draagt de universiteit onder meer bij via experimenteel onderzoek en het creëren van modellen en simulaties.
Energietransitie versnellen
“Met het Delftse onderzoek dragen we bij aan een breed kennisfundament voor de toepassing van waterstof in de scheepvaart. Dat betekent niet alleen dat bestaande technische oplossingen sneller kunnen worden toegepast. Ook leggen we de wetenschappelijke basis voor nieuwe technologieën die de toepassing van waterstof in steeds meer schepen mogelijk maakt. Dat zal uiteindelijk de hele maritieme energietransitie versnellen”, zegt universitair docent Lindert van Biert, een van de hoofdonderzoekers van het programma binnen TU Delft. Daarmee sluit SH2PDRIVE mooi aan bij het thema van TU Delft’s lustrumjaar 2022: speeding up the energy transition.
Lees ook
L. (Lindert) van Biert
K. Visser
- +31 15 27 81521
- K.Visser@tudelft.nl
-
34.B-4-180
D.L. Schott
H. Polinder
- +31 15 27 81844
- H.Polinder@tudelft.nl
-
34.B-4-190
C.L. (Carey) Walters
- +31 15 27 83705
- C.L.Walters@tudelft.nl
-
34.B-3-290