Twijfelaars geven doorslag bij invoering corona-app
Nederlanders hebben sterk uiteenlopende meningen over de wenselijkheid van een tracking-and-tracing corona-app. Sommigen zouden de app liever vandaag dan morgen installeren, terwijl anderen het kwalijk vinden dat de overheid deze app wil introduceren. Daarnaast is er een ’zwevende’ groep die meer informatie nodig heeft over de voorwaarden en eigenschappen van de app. Deze groep twijfelaars is mogelijk doorslaggevend voor het streven van het kabinet om de gewenste dekkingsgraad van 60% te halen. Dit blijkt uit een keuze-experiment dat is uitgevoerd door onderzoekers van de TU Delft, Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam.
De hoofdresultaten zijn beschikbaar op www.tudelft.nl/coronaapp
Om de verspreiding van het coronavirus te helpen bestrijden, werkt de Nederlandse overheid momenteel aan de ontwikkeling van een tracking-and-tracing app. Het kabinet streeft ernaar dat minimaal 60% van de Nederlanders de corona-app installeert. Of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren, hangt in belangrijke mate af van de voorkeuren van de potentiele gebruikers van de app.
Om deze voorkeuren te onderzoeken, zetten onderzoekers van de TU Delft, de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit een keuze-experiment op. Aan een willekeurig getrokken steekproef van 926 Nederlanders werden verschillende varianten van de app werden voorgelegd. Deelnemers werd vervolgens gevraagd welke app zij liever zouden installeren, en of zij de app waar hun voorkeur naar uitging ook daadwerkelijk zouden installeren.
Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemers zeer verschillend denken over het installeren van de corona-app. De onderzoekers doen al jarenlang onderzoek naar voorkeuren van Nederlanders over overheidsbeleid in verschillende domeinen, maar zulke grote tegenstellingen hebben zij niet eerder gezien. Een samenvatting van de hoofdbevindingen:
Voorstanders van de app
Sommige deelnemers zouden de app liever vandaag dan morgen installeren. Zij zien het als een effectief middel om het coronavirus in te dammen en om zoveel mogelijk besmettingen te voorkomen. Ook zijn er deelnemers die de app zouden installeren om mensen met een kwetsbare gezondheid te beschermen. Deelnemers die aangeven de app te zullen installeren zeiden bijvoorbeeld:
“Ik wil dat Covid-19 stopt en heb er alles voor over dat verdere verspreiding wordt tegengegaan.”
“Ik ben mantelzorger en wil geen anderen, kwetsbaren, besmetten. Dat is dan ook de grootste reden dat ik zo'n app wil instaleren.”
Tegenstanders van de app
De groep deelnemers die aangeeft de app onder geen beding te installeren is ongeveer even groot als de groep die aangeeft dat zij de app wel zouden installeren. Tegenstanders vinden dat de app een te zware inbreuk is op hun privacy.
“Dit systeem geeft mij het gevoel als een hond aan de ketting.”
“Het belangrijkste vind ik privacy. Dat kan nooit 100 procent gegarandeerd worden. Zeker niet als je gegevens gedeeld worden met de GGD.”
Verdeeldheid over beleid
De deelnemers aan het keuze-experiment verschillen niet alleen van mening over de wenselijkheid van de app an sich, maar ook over de wenselijkheid van verschillende mogelijke beleidskeuzes. Hierin zijn twee clusters te onderscheiden:
Het eerste cluster vindt dat de melding van een contact met een besmet persoon niet alleen naar de persoon zelf maar ook naar de GGD moet gaan, en vindt dat winkels en horeca mensen mogen weigeren die de app niet op hun telefoon hebben staan. Deze deelnemers zijn sneller geneigd om de app te installeren als de positieve maatschappelijke effecten (bijvoorbeeld het voorkomen van besmettingen en sterfgevallen) groot zijn.
Het tweede cluster is juist tegen een meldplicht aan de GGD en de mogelijkheid van winkels om mensen te weigeren als zij geen corona-app hebben. Zij vinden de positieve maatschappelijke effecten minder belangrijk.
Het belang van de middengroep
Het kabinet streeft ernaar dat minimaal 60% van de Nederlanders de corona-app installeert. Uit het keuze-experiment blijkt dat er een grote twijfelende middengroep is die veel vragen over de app heeft, en de app waarschijnlijk pas installeert als deze vragen zijn beantwoord.
Krijg je bijvoorbeeld ook een melding waar en binnen welke afstand het contact met een besmet persoon plaatsvond, en hoe lang het contact duurde? En op basis van welke gronden heeft het kabinet besloten om deze informatie wel of niet te geven? De onderzoekers adviseren dan ook om bij de introductie van de app zo duidelijk mogelijk te communiceren hoe de app precies werkt en waarom bepaalde beleidskeuzes zijn gemaakt.
Timing van de introductie
Verschillende deelnemers uit de twijfelende middengroep benadrukken het belang van grondig onderzoek. Zij vrezen dat de app tot een gevoel van schijnveiligheid leidt, waardoor mensen zich minder goed aan de maatregelen gaan houden. Deze behoefte van de twijfelende middengroep aan zorgvuldigheid en bewijs leidt tot een dilemma: moet de app zo snel mogelijk gelanceerd worden, om tegemoet te komen aan de behoefte van Nederlanders die de app liever vandaag dan morgen installeren? Of komt de overheid tegemoet aan de behoefte van de twijfelende middengroep, en wordt de app pas gelanceerd als er meer kennis is over bijvoorbeeld de risico’s van schijnveiligheid en voorkeuren van Nederlanders over het wel of niet verstrekken van detailinformatie over de locatie en het tijdstip van contact met een besmet persoon?
“Ja ik vind het een goed idee, maar dan moet alles echt heel goed uitgedacht zijn.”
“Ik snap het idee erachter wel maar het bedenken van een goede betrouwbare app in een korte tijd valt niet mee. Ik ben bang dat achteraf meer problemen ontstaan.”
Waarom een keuze-experiment?
Op dit moment worden voorkeuren vaak gemeten via opiniepeilingen waarin bijvoorbeeld wordt gevraagd of je de app wel of niet zou installeren. Een nadeel van dit type peilingen is dat deelnemers niet precies weten waar zij hun voorkeuren over uiten. Het is moeilijker om antwoord te geven op de vraag ‘vindt u de volksgezondheid belangrijker of privacy belangrijker’ dan om een keuze te maken tussen twee corona-apps die verschillen in de mate waarin de app helpt om het coronavirus in te dammen en de privacy waarborgt. Een keuze-experiment maakt het mogelijk om te analyseren hoe Nederlanders verschillende kenmerken van de corona-app meewegen in hun beslissing om deze wel of niet te installeren.
Meer informatie
De resultaten van het keuze-experiment zijn te raadplegen via www.tudelft.nl/coronaapp
Het onderzoek is uitgevoerd door Niek Mouter (TU Delft), Roselinde Kessels (Universiteit Maastricht), en Marion Collewet (VU Amsterdam), in samenwerking met het RIVM.
De dataverzameling is gefinancierd vanuit de Elinor Ostrom beurs van Roselinde Kessels.
Voor meer informatie, neem contact op met Niek Mouter (TU Delft) n.mouter@tudelft.nl of Ilona van den Brink (adviseur wetenschapscommunicatie TU Delft), 015-2784259, i.vandenbrink@tudelft.nl