Arjan Houtepen benoemd tot hoogleraar
Het college van bestuur heeft besloten Arjan Houtepen (Scheikundige Technologie) te benoemen tot hoogleraar.
‘Ik werk op de afdeling Chemical Engineering. Ik werk daar sinds 2007, toen ik in dienst trad als tenure track universitair docent. Met mijn groep werk ik aan colloïdale nanomaterialen. Dit zijn chemisch gesynthetiseerde nanokristallen (NC's), meestal van halfgeleidermateriaal. Hun synthese is zeer veelzijdig en hun eigenschappen zijn sterk afhankelijk van grootte en vorm. We ontwikkelen deze nanomaterialen voor gebruik in verlichting, beeldschermen, fotodetectoren en zonnecellen. We werken nauw samen met bedrijven die geïnteresseerd zijn in deze toepassingen, maar ons werk is vrij fundamenteel van aard.
We hebben onlangs de naam van onze groep gewijzigd in NCFun. Vroeger heette het de “Houtepen-groep”. Ik vond die naam niet leuk, omdat mijn groep niet alleen om mij draait. Wij zijn een team dat samen onderzoek doet. Zoals de groepsnaam zegt, bestuderen we de fundamentele eigenschappen van functionele nanokristallen. En we hebben er plezier in.
Ik ben erg enthousiast over de wetenschap in het algemeen en de onderwerpen waarin ik lesgeef. Ik probeer het enthousiasme bij de studenten op te wekken door mijn eigen liefde voor wetenschap te laten zien en door actieve onderzoeksvragen in mijn vakken te introduceren. Ook al klinkt dit vanzelfsprekend, ik vind het belangrijk om te leren door te begrijpen, in plaats van te reproduceren. De beste vraag is altijd 'waarom?'. Zolang je kunt vragen ‘waarom?’, zonder een antwoord te hebben, ben je niet echt klaar met het bestuderen van dat onderwerp.
Daarnaast vind ik het erg belangrijk om de koppeling tussen onderwijs en onderzoek te vergroten en versterken. Dat is een symbiotische relatie die academisch onderwijs definieert. Toenemende studentenaantallen, een afname van de vergoeding per student en andere externe factoren zetten deze relatie onder druk, dus het is belangrijk om deze te verdedigen.
Ten slotte moet onderwijs meer gewaardeerd worden. Ik ben blij en trots dat de TU Delft het voortouw neemt in de discussie “Erkennen en Waarderen” en academische carrières met focus op onderwijs een reële mogelijkheid maakt.
Als hoogleraar draag ik een toga bij mijn volgende promotie en ik mag mezelf professor noemen. In de meeste landen is dit al toegestaan voor UD's. Ik denk dat we in Nederland die richting ook moeten inslaan, aangezienUD's, UHD's en hoogleraren hetzelfde werk doen en dezelfde verantwoordelijkheden dragen. Juist daarom denk ik niet dat er teveel dingen zullen veranderen nu ik hoogleraar ben. Ik ben er echter erg blij mee!
Ik hoop dat we als academische samenleving erin zullen slagen onze cultuur ten goede te veranderen. We moeten ons minder concentreren op statistieken en geld. We moeten kwaliteit boven kwantiteit stellen en samenwerking boven concurrentie. Ik zie zeer positieve trends in deze richting, dus ik hoop dat we dit samen kunnen realiseren.’