“Een bron van nieuwe uitdagingen voor de architectuur”
Op 1 oktober verwelkomt de faculteit Bouwkunde Georg Vrachliotis als nieuwe hoogleraar Theory of Architecture and Digital Culture. In de het kader van deze nieuwe discipline zal onderzoek worden verricht naar de impact van digitale technologieën op de architectuur en de samenleving. Georg: “De zoektocht naar een culturele manifestatie van het digitale domein is geen eenvoudig verhaal, maar is vol dynamische controverses, verhitte debatten, dromen en angsten.”
Sinds 2016 was Georg decaan van de faculteit Bouwkunde aan het Karlsruher Institut für Technologie (KIT). Van 2014 tot 2020 bekleedde hij daar de leerstoel Architectuurtheorie (2014-2020). We vroegen hem naar de uitdagingen, ontwikkelingen en invloed van de digitale cultuur met betrekking tot de architectuur. Een van de kerntaken van de groep Theory of Architecture and Digital Culture is het initiëren van epistemologische cycli tussen onderwijs, ontwerp en onderzoek. Wat zijn Georg Vrachliotis’ ambities voor de komende jaren?
Georg: “De kernvraag voor aspirant-architecten aan het begin van de 21e eeuw is: wat betekent het om te ontwerpen in een maatschappij die op zoek is naar de juiste balans tussen kunstmatige intelligentie en de dataficatie van alle gebieden van het leven, de alsmaar toenemende wereldwijde migratie en de urgente milieuproblemen?
Mijn visie is om het vakgebied van de architectuur intellectueel te versterken met het oog op het komende tijdperk van de kunstmatige intelligentie en te werken aan een meer sociale omgeving. De huidige technologische onrust, die velen maar al te snel verwarren met een crisis in de architectuur, is eigenlijk juist een grote bron van productiepotentieel.”
Het ontwerpen van een creatief gedachtegoed
“Bij Theory of Architecture and Digital Culture onderzoeken we kritisch de technologische omstandigheden waarin architectuur in het tijdperk van wereldwijde digitale infrastructuren ontstaat, van kleinschalig tot grootschalig en van de alledaagse praktijk tot het zeer grote geheel. We staan dus voor de uitdaging om het debat over dit vraagstuk intellectueel te stimuleren, het academisch te verdiepen en het historisch te contextualiseren.
Hiermee creëren wij een intellectuele levendigheid en methodische originaliteit op het snijvlak van ontwerpen en maatschappij. Er is geen tegenstelling tussen theorie, geschiedenis en ontwerpen. Deze begrippen vormen eerder een creatief gedachtegoed voor de gebouwde omgeving. In die zin draagt de groep bij aan de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van de architectuur als vakgebied.
En last but not least, in het onderwijs streeft de groep Theory of Architecture and Digital Culture een onderzoeksgerichte, interdisciplinaire en transversale aanpak na. Studenten leren hierdoor, afhankelijk van de context, dat het bij een bouwkundig ontwerp niet alleen gaat om het oplossen van het probleem in kwestie, maar ook om het vermogen om onderliggende problemen te identificeren. Op deze manier kan een hedendaags fenomeen of een complexe situatie worden geanalyseerd en geëvalueerd binnen een breder spectrum van oplossingen en betekenissen.
Verbeelding en de digitale organisatie van de architectuur
“Vandaag de dag is de culturele ruimte veel te digitaal om alleen in culturele zin te kunnen worden begrepen, net zoals de digitale ruimte veel te cultureel is om alleen digitaal te kunnen worden begrepen. Technologische vragen impliceren altijd culturele vragen en omgekeerd. Toegegeven, dit klinkt in eerste instantie misschien als een waarheid als een koe, maar het is vaak niet vanzelfsprekend.
Uitgaande van deze stelling wordt duidelijk dat de zoektocht naar een culturele manifestatie van het digitale domein geen eenvoudig verhaal is, maar dat deze vol dynamische controverses, verhitte debatten, dromen en angsten is.
Ik onderzoek daarom op een kritische manier welke voorstellingen bepalend zijn voor de digitale organisatie van de architectuur en onze samenleving. Dat betekent dat het geenszins gaat om het beschrijven van de opkomst van nieuwe technologieën. Het volstaat niet om alleen maar een lijst op te stellen van digitale hulpmiddelen en deze te beschrijven. In plaats daarvan onderzoek ik hoe een zeker begrip van het digitale in de architectuur aanleiding geeft tot een ‘technische wil’ (bron: Hans Blumenberg) om te ontwerpen.”
De invloed van het digitale domein
“Hoewel onze technologische kennis alsmaar groter lijkt te worden, is de culturele, maatschappelijke en politieke impact van het digitale domein dagelijks steeds moeilijker te beschrijven en te definiëren. Dit toont duidelijk aan dat digitale technologieën moeten worden opgevat als een geval van introspectie waarvoor geen strikte definitie of bepaling van een bepaald onderwerp meer vereist is. We moeten ons nu openstellen voor het idee van digitale technologie en nadenken over digitale technologie als een constante intellectuele katalysator en een bron van nieuwe uitdagingen voor de architectuur.
Daarom moeten we goed kijken naar het huidige wereldwijde en transnationale discours over het digitale en onze eigen persoonlijke gedachten daarover. De manier om dat te doen is om de geschiedenis van de digitale technologie in de architectuur telkens weer in haar respectievelijke historische context te plaatsen en deze theoretisch te bespreken.”