De rol van de architect in de circulaire economie
Het onderzoeksproject 'Circularcity’ onderzoekt de rollen van de hedendaagse Nederlandse architect in de circulaire economie in de gebouwde omgeving. Het huidige debat over de circulaire economie wordt gevoed door het bestuderen van de rollen van Europese architecten die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw zonnehuizen ontwierpen die zelfvoorzienend waren wat betreft energie en voedsel en waarbij materiaal werd hergebruikt.
Circularcity wordt gesubsidieerd door NWO Creatieve Industrie - KIEM. Nederland maakt op dit moment een actieve en grensverleggende experimentele transitie door waarin verschillende kleine en middelgrote bureaus voor stedenbouw en architectuur allerlei duurzaamheidsprojecten onderzoeken, ontwerpen en bouwen in het kader van de circulaire economie in de gebouwde omgeving. Nederland ontwikkelt sinds 2016 de Circulaire Strategie 2050.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was Europese duurzame architectuur een opvallend innovatieve nichebeweging die tijdens de oliecrisis van de jaren 70 zijn hoogtepunt bereikte. Maar toen in de jaren 80 de olieprijs zakte, werden veel baanbrekende en experimentele projecten die in de voorgaande decennia ontwikkeld waren, niet voortgezet. Bij het bestuderen van deze projecten is de aandacht voor de rol van de architect ook een grote lacune. Om innovatieve oplossingen te vinden – zowel nu als in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw – moet de architect verschillende rollen vervullen, zoals die van onderzoeker, technoloog, ingenieur, doe-het-zelver, theoreticus, katalysator, projectleider, ontwikkelaar, etc.
Daarom zullen we ons in dit onderzoeksproject richten op de rollen van de hedendaagse Nederlandse architect in de circulaire economie in de gebouwde omgeving. Als referentie voor het huidige debat doen we onderzoek naar de rollen van Europese architecten die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw zonnehuizen ontwierpen die zelfvoorzienend waren wat betreft energie en voedsel en waarbij materiaal werd hergebruikt. Een van de redenen waarom de duurzame projecten van de jaren 70 niet succesvol waren, is dat de architecten de drie beperkingen met betrekking tot gezondheid, de maatschappelijke situatie, onderhoud en vernieuwing onderschatten, wat bijdroeg aan de teloorgang van hun projecten in de jaren 80. Tegenwoordig houden Nederlandse architecten vaak wel rekening met deze beperkingen. In dit onderzoek wordt voor ieder project de rol van de architect beschreven met betrekking tot deze drie beperkingen, naast de technische aspecten.
Met het onderzoek willen we uiteindelijk antwoord geven op de volgende vragen: Hoe kijken architecten vandaag de dag aan tegen de beperkingen van duurzame interventies? Welke rollen moeten Nederlandse architecten aannemen om hun 'circulaire’ projecten succesvol te implementeren? In hoeverre wordt er rekening gehouden met de drie beperkingen in de nieuwste standaarden (zoals BREAAM voor circulaire gebouwen en het Ellen MacArthur Framework ReSOLVE voor gebouwen) voor de circulaire economie voor de gebouwde omgeving?
In dit onderzoek zullen bouwkundige archieven worden geraadpleegd, vindt er literatuuronderzoek plaats en worden architecten geïnterviewd met betrekking tot de circulaire economie en de duurzame architectuur van de jaren 70 van de vorige eeuw. De uitkomsten zullen worden gepresenteerd in een online open acces-publicatie en op een symposium annex expositie.
Het plan bestaat uit drie fasen:
State of the art
Er vinden interviews plaats met Space & Matter en andere Nederlandse architectenbureaus die zich bezighouden met de circulaire economie, en met een aantal architecten uit de jaren 70, waaronder Jaap 't Hooft. Na de interviews en het literatuuronderzoek wordt er een publicatie samengesteld.
Inventarisatie
Dit onderzoek bestudeert duurzame buurten in de vorm van gesloten maar verbonden en daarom open systemen, ontworpen door hedendaagse Nederlandse architecten zoals Schoonship, De Ceuvel in Amsterdam door Space & Matter, Bajes Kwartier door Fabrications, Blauwe Stad van Superuse Studios en Greenfields door RAU in Veenendaal. Ook wordt gekeken naar autonome huizen en buurten, bedoeld om zelfvoorzienend te zijn wat betreft energie en voedsel, die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw zijn ontworpen door Franse, Nederlandse en Engelse architecten zoals Jaap 't Hooft, Alexander Pike, James Thring, Herbert Girardet en de School of Hull, om er maar een paar te noemen.
Het onderzoeksproject focust daarnaast op kringlopen bedoeld voor het inzamelen en hergebruiken van materiaal en andere middelen zoals die in het onderzoek en ontwerp worden toegepast door Space & Matter, Superuse Studios, Fabrications, RAU en Turntoo, net als Secondary Use Group in het Verenigd Koninkrijk en Guy Rottier in Frankrijk in de jaren 70 deden. Verder analyseert dit onderzoek de experimentele en duurzame ontwerpen van hedendaagse Nederlandse architectenbureaus. Deze zijn zowel technisch als ruimtelijk, zoals een dakboerderij in Den Haag van Space & Matter, het Verticale Park in de Groene Toren in het Bajes Kwartier door Fabrications, het Earthship in Zwolle door Superuse Studios en de toevoeging van de centrale koepel bij het kantoor van het Wereld Natuur Fonds in Zeist door RAU. Tegelijkertijd wordt er onderzoek gedaan naar de zonnehuizen en autonome huizen van de jaren 70, met technische en ruimtelijke uitvindingen zoals de Trombe-muur, de leefbare kas en de bewoonbare structurele kern van de windturbine, ontworpen door o.a. Jacques Michel, Felix Trombe, Frederic Nicolas, James Thring en Damir Perinic.
De rollen van de architecten in deze casestudy's zullen worden toegelicht, geanalyseerd en geselecteerd voor een vergelijking in een open access online database.
Routekaart naar verder onderzoek
Met het afsluitende evenement (symposium en expositie) zullen de resultaten van het onderzoek naar de rollen van de architect in de circulaire economie in Nederland verder worden verspreid. Het zorgt voor een nieuwe convergentie van toekomstige activiteiten onder wetenschappers, gebruikers en belanghebbenden.
Meer informatie
Roberto Cavallo, David Peck en Piero Medici zijn de coördinatoren van dit project, in samenwerking met Space & Matter en Het Nieuwe Instituut. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Piero Medici.