De experts kunnen het niet alleen
Slimmer bouwen leidt tot betere gebouwen en steden. Althans, dat is de bedoeling. Het gaat alleen lukken als we leren van fouten en samen werken aan oplossingen, stelt hoogleraar Design & Construction Management Paul Chan in zijn intreerede. De experts kunnen niet in hun eentje de perfecte toekomst maken.
Ontwerpers streven altijd naar het creëren van de perfecte wereld, constateert Chan. Maar wat betekent dat eigenlijk, perfectie? En belangrijker nog, hoe bereik je het? De nieuwe hoogleraar Design and Construction Management bevroeg ooit tijdens een van zijn onderzoeken een aantal ceo’s van (bouw)bedrijven over de grote uitdagingen van de toekomst. Welke strategieën hadden zij ontwikkeld ten aanzien van bijvoorbeeld klimaatverandering en circulair bouwen? De uitkomst was ontnuchterend. “Ze probeerden het wel, maar gedwongen door de druk van de dagelijkse praktijk konden ze soms niet verder dan een half jaar vooruit kijken”, vertelt Chan. “Ze bleken vooral heel pragmatisch en druk met de grenzen waarin ze in de huidige praktijk tegenaan lopen.”
En dat is lang niet zo onbegrijpelijk als dat het lijkt, stelt hij. Want niemand weet precies hoe de toekomst er uit ziet. Wie had 25 jaar geleden voorspeld dat we vandaag niet alleen met onze telefoon zouden bellen, maar er ook mee zouden filmen, navigeren, mailen, betalen, daten en gebouwinstallaties mee zouden aansturen? “Was dat bewust zo gepland door de ontwerpers? Ik betwijfel het”, zegt Chan. “Ik denk dat een mengeling was van wat zij zich voorstelden en wat gebruikers hen vertelden.” Misschien wacht onze gebouwen een zelfde spectaculaire ontwikkeling als de smartphone. Alleen gaan bouw-ceo’s ons de weg ernaartoe niet wijzen, want een gemiddelde directeur weet meer van bedrijfsvoering dan van bouwinnovatie.
De weg naar perfectie is, kortom, bezaaid met imperfecties, constateert Chan in zijn intreerede Constructing Futures: Designing boundaries of practice. De hobbels die we onderweg tegenkomen en de grenzen waarop we stuiten zijn onvermijdelijk bepalend voor de route die we volgen. “Daarom zeg ik: omarm de imperfecties. Ze helpen inzien wat de juiste weg is.”
Kennelijk heeft de bouwsector dat zelf ook steeds beter door. Aannemers bouwen allang niet meer alles in hun eentje, ze veranderen steeds meer in systeemintegrators. Die aanpak helpt hen bij het verleggen van de grenzen waarop ze stuiten. Breng de slimste partijen bij elkaar om samen uit te vogelen hoe de toekomst er uit moet zien. Chan: “Wie overleeft er uiteindelijk? Degenen die in staat zijn zich aan te passen. Daarvoor moet je om je heen kijken.”
Vergiftigen we onszelf?
Die gedachte kan een motivatiesteuntje zijn voor Bouwkundestudenten die na hun afstuderen teleurgesteld raken door de werkelijkheid. In de schoolbanken horen ze hoe ze bouwprojecten moeten plannen, ontwerpen en begroten. En hoe ze levenscyclus gericht moeten bouwen – een van de belangrijke doelstellingen van de leerstoel Design and Construction Management. Wanneer ze de dagelijkse praktijk binnenstappen blijkt al gauw dat het er daar heel anders aan toe gaat. Wat ze geleerd hebben op de universiteit kan hen wel degelijk helpen de koers te verleggen, denkt Chan.
Moeten bouwbedrijven eigenlijk niet veel beter luisteren naar wat professoren hen vertellen? Zij zijn toch bij uitstek degenen die jaren vooruit kijken? “Professoren weten ook niet alles”, relativeert Chan. “Experts kennen hooguit één stukje van de puzzel. Alleen door interactie met andere experts is het mogelijk een oplossing te vinden voor lastige hedendaagse problemen, zoals de duurzame transitie die nodig is met het oog op klimaatverandering.”
De wetenschap kan wel helpen met uitwerken van toekomstscenario’s die de bestaande bouwpraktijk uitdagen, denkt hij. Onderzoek kan een idee geven of we in de goede richting denken. Is luchtdicht bouwen bijvoorbeeld de juiste weg naar energiezuiniger woningen, of vergiftigen we daarmee onszelf omdat schadelijke gassen niet kunnen ontsnappen?
Slimme technieken kunnen de bakens vormen op de weg naar een meer perfecte toekomst, geloof Chan. Computersimulaties en slimme algoritmes bijvoorbeeld helpen visualiseren hoe we betere wijken en energie-efficiëntere gebouwen kunnen maken. En met sensortechniek is het mogelijk ontwikkelde scenario’s te controleren – en zonodig bij te sturen. 3D-techniek maakt zelfs compleet nieuwe bouwmethoden mogelijk. Er rollen al gebouwconstructies uit de betonprinter en 3D freestechniek maakt het mogelijk een berg jigsaw puzzelstukken te fabriceren die samen een compleet gebouw vormen – Wikihouse is er een voorbeeld van. “De technologieën zijn er al, wat ontbreekt is de sociale en politieke wil om ze relevant te maken voor de maatschappelijke context” zegt Chan. “Dat vergt versterking van de onderlinge relatie tussen de academische disciplines en de beroepspraktijk en een beter contact met maatschappelijke stakeholders.”
Hoe de ‘lerende professional’ die banden moet aanhalen onderzoekt Paul Chan de komende jaren als penvoerder van het project Stepping Out: Accelerating deep transdisciplinary and interprofessional learning for innovative actions, interventions and strategies of deep sustainable transitions in port area development.
Afgelopen week werd bekend dat NWO hiervoor een grant heeft toegekend. Stepping Out onderzoekt hoe professionals die de stad van de toekomst vormgeven – architecten, planners, ambtenaren en ingenieurs – uit hun comfortzone kunnen stappen om radicale oplossingen te bedenken voor de transitie naar een duurzame stad.