Klinisch Technoloog officieel geregistreerde zorgverlener
Goed nieuws voor de Technisch Geneeskundigen die in september als eerste afstuderen aan de gezamenlijk opleiding van TU Delft, Erasmus MC en LUMC. Zij kunnen de beschermde beroepstitel Klinisch Technoloog voeren en zich inschrijven in het BIG-register. Hiermee zijn ze een officieel geregistreerde zorgverlener met zelfstandige behandelbevoegdheden. Tevens voert de klinisch technoloog een poortfunctie uit en is daarmee bevoegd tot het registeren en declareren van zorgactiviteiten. Een mijlpaal in de positionering van dit nog jonge werkveld, vinden opleidingsdirecteuren Jaap Harlaar en Pleun Hermsen.
Op veel plekken in een ziekenhuis voeren medische professionals handelingen uit onder toezicht van een arts, denk bijvoorbeeld aan een anesthesieassistent Bij zulke ‘verlengde-armconstructies’ blijft de arts verantwoordelijk, maar binnen de klinische technologie kun je die verantwoordelijkheid niet op dezelfde manier beleggen. “Als jij op basis van complexe 3D-beeldvorming een minimaal invasieve operatie plant, kun je de verantwoordelijkheid daarvoor niet overdragen aan iemand die dat niet helemaal snapt. Klinisch technologen hebben hun eigen kennisdomein, met een eigenstandige deskundigheid en verantwoordelijkheden binnen het behandelteam”, vertelt Pleun Hermsen. Binnen dat domein mogen ze nu ook zelfstandig medische handelingen verrichten, zoals bijvoorbeeld heelkundige handelingen of het toedienen van ioniserende straling.
Het deskundigheidsgebied van de klinisch technoloog is als volgt omschreven in de wet BIG:
“Tot het gebied van deskundigheid van de klinisch technoloog wordt gerekend het optimaliseren van bestaande technisch medische handelingen alsmede het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe diagnostische methoden en therapieën met behulp van technologie én het verrichten van complexe technisch medische handelingen binnen het technisch medische deelgebied van de geneeskunst waarin de klinisch technoloog is opgeleid”.
Lees meer op de website van de Nederlandse Vereniging voor Technische Geneeskunde www.nvvtg.nl
Jaap Harlaar: “Er bestaat helaas al lange tijd koudwatervrees voor deze nieuwe discipline. Onbekend maakt onbemind. De BIG-registratie opent deuren waardoor belemmeringen wegvallen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde en een belangrijke erkenning van het vak. De uitgebreide aandacht die het vak nu krijgt werkt tevens als een ‘charme offensief’ voor de Klinisch Technoloog. Hier ben ik erg blij mee.”
Leiden-Delft-Erasmus
In navolging van de Universiteit Twente startte Leiden-Delft-Erasmus in 2014 de bachelor Klinische Technologie en in 2017 de master Technical Medicine. De opleidingen worden heel toepasselijk geleid door een ingenieur én een arts: hoogleraar klinische biomechatronica Jaap Harlaar en (niet praktiserend) traumachirurg Pleun Hermsen. “Een gezamenlijke opleiding van drie topinstituten heeft grote meerwaarde voor studenten. Ze krijgen toegang tot verschillende speelvelden en een enorme knowhow”, zegt Hermsen. Het samen reizen tussen de verschillende locaties creëert ook groepsbinding, al staat dat nu even op een laag pitje. Toch kan het laveren tussen drie instituten ook lastig zijn. Harlaar: “Het is een taak van het onderwijsteam om daar eventuele belemmeringen weg te nemen. Eerst had elke organisatie bijvoorbeeld zijn eigen voorlichtingscampagne om studenten te werven, dat was verwarrend. Nu doen we dat allemaal op dezelfde manier.”
Die voorlichting is belangrijk, want de opleiding vraagt een andere mind-set van studenten dan een studie geneeskunde. “Een arts wordt opgeleid om protocollen te volgen en dat is nodig in de klinische praktijk. Maar onze studenten kijken naast het welzijn van de patiënt en de te volgen protocollen ook naar de technische kant. Zij analyseren het menselijk lichaam zeg maar op een ‘ingenieurse’ manier“, zegt Hermsen. Harlaar: “Ik kan het pas onthouden als ik snap hoe het werkt’, zei een van onze studenten. Dat is een typische ingenieurshouding; zo zit ik ook in elkaar. Tegelijkertijd moeten ze niet in de ingenieursvalkuil vallen van het bedenken van goedbedoelde oplossingen voor niet-bestaande problemen. De kracht van een KT’er zit hem juist in het verbinden van de twee werelden op een manier dat het een win-winsituatie wordt.” Dat vraagt dus ook een behoorlijke dosis omgevingsgevoeligheid.
Pleun Hermsen: “Onze studenten ademen de sfeer van het ziekenhuis uit en kennen de cultuur en de impliciete regels. Zo kunnen ze technologie ontwerpen of toepassen vanuit het belang van de patiënt of de behandelaar”.
Carrièremogelijkheden Klinisch Technologen (LDE)
Waar komen de vers LDE-afgestudeerde Klinisch Technologen straks terecht? Kijken we naar de 500 die er al in Twente zijn afgestudeerd, dan heeft ongeveer de helft daarvan een BIG-registratie. “Een ander deel werkt bijvoorbeeld in ziekenhuizen op afdelingen waar minder contact met patiënten is”, zegt Hermsen. Ook het bedrijfsleven haalt hen graag binnen. “Technisch geneeskundigen kunnen heel goed communiceren met medisch specialisten én ingenieurs, waardoor ze gewild zijn bij grote bedrijven als Philips en Siemens, maar ook bij startups in de medische technologie, die ze al dan niet zelf starten vanuit een eigen innovatie”, zegt Harlaar. ”Maar de ideale plek voor een Klinisch Technoloog is als deel van een multidisciplinair behandelteam, waarin ze naast de arts staan, en met hun aanvullende expertise adviezen geven, helpen besluiten te nemen en technologie adequaat en veilig inzetten voor de diagnose of behandeling van de patiënt.”
De BIG-registratie maakt het makkelijker die plek in te nemen, toch is dat zeker nog niet overal vanzelfsprekend. Harlaar: “Je merkt soms een zekere terughoudendheid, maar waar ze wel onderdeel van het team zijn gaan uitmaken, hebben ze hun meerwaarde meteen bewezen.” Hermsen beaamt dat: “Er is nog winst te behalen. Het kost tijd om overal te laten zien dat we bestaan en wat we kunnen.”
Opmars medische technologie
Harlaar en Hermsen zijn ervan overtuigd dat de meerwaarde van klinisch technologen de komende jaren alleen maar zal toenemen. “Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van algoritmen waarmee de opsporing van borstkanker in het bevolkingsonderzoek kan worden verbeterd. Medische beeldvorming speelt een steeds grotere rol in de diagnostiek”, zegt Hermsen. “Door het verder automatiseren van routinewerk kan er ook geld en menservaring vrijkomen voor andere zaken, zoals de ouderenzorg.“ Harlaar: “Ook bij klinische interventies is het cruciaal dat je de werkingsmechanismen van medische innovaties begrijpt om de behandeling goed te kunnen inschatten.” Met de opmars van medische technologie lijkt de toekomst van Technische Geneeskunde dan ook verzekerd.