Gist in de strijd tegen dementie

Nieuws - 12 juli 2019 - Communication TNW

Onze levensverwachting stijgt en steeds meer mensen krijgen te maken met vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer. Hoe deze hersenziektes ontstaan en zich ontwikkelen is nog onduidelijk en dat bemoeilijkt de zoektocht naar een geneesmiddel.

Dr.ir. Mark Bisschops, verbonden aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft nu een unieke onderzoeksmethode ontwikkeld die voor een doorbraak kan zorgen. Hij gebruikt speciaal gekweekte gistcellen als model voor menselijke hersencellen.

Steun dit onderzoek

Met uw steun kan het gebruik van gistcellen bij onderzoek naar dementie verder worden ontwikkeld.

Doneer jaarlijks Doneer eenmalig

Als ons gistmodel succesvol is, kan het onderzoekers veel tijd besparen bij het doorgronden van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie.

Mark Bisschops, Faculteit TNW, TU Delft

Onderzoek met proefdieren

Mensen met dementie krijgen daar pas last van als de ziekte onomkeerbaar is. In de hersenen hebben er dan al sterke veranderingen plaatsgevonden, die vaak pas na overlijden precies in beeld kunnen worden gebracht. Om deze ziektes te voorkomen of het ziekteproces te stoppen, is het echter nodig om te weten hoe ze ontstaan en zich ontwikkelen. Onderzoek hiernaar gebeurt nu vooral met proefdieren. Die methode heeft nadelen. Er zijn ethische bezwaren tegen te maken, het kent tal van genetische beperkingen en is tijdrovend.

Gistcellen als alternatief

Gist, een micro-organisme dat ook gebruikt wordt om brood te bakken of bier te brouwen, biedt een alternatief. Het bijzondere aan gistcellen is namelijk dat ze veel gemeen hebben met menselijke cellen. Zo hebben gistcellen ook een kern waarin het DNA ligt opgeslagen en mitochondriële energiefabriekjes. Aan de andere kant zijn gisten eencelligen, waardoor ze veel makkelijker te kweken en bestuderen zijn.

Unieke Delftse methode

Het probleem bij het gebruik van gistcellen voor hersenonderzoek is dat hun ‘toestand’ nog afwijkt van menselijke hersencellen. Mark Bisschops legt uit: “Onderzoekers gebruiken nu delende en dus groeiende cellen óf inactieve gistcellen. Hersencellen zijn echter wel actief, maar groeien nauwelijks meer. Hier in Delft hebben we een unieke methode ontwikkeld om gist in een actieve, niet-delende toestand te brengen. Ze lijken dan veel meer op onze hersencellen en zijn daardoor een geschikt model voor onderzoek naar dementie.”

Het onderzoek van Bisschops staat nog maar aan het begin. De volgende stap is het aanschaffen van nieuwe analyseapparatuur. Daarmee kan in Delft de werking van de speciaal gekweekte gistcellen als verbeterd model voor hersencellen worden aangetoond en kunnen extra middelen worden gezocht om dit veelbelovende project uit te breiden.