‘Gedragswetenschap onmisbaar voor energiebesparing en comfort in huis’
Comfort in huis associëren we vooral met aangename temperaturen, maar er komt veel meer bij kijken. Promovendus Marco Ortiz bracht in kaart welke woonomstandigheden we als aangenaam ervaren. De psychologische profielen die dat opleverde zijn bruikbaar voor het ontwerpen van comfortabele, energiezuinige huizen op maat.
Aanleiding voor zijn onderzoek is de toenemende aandacht voor energieverbruik in huis. Dat verbruik moet omlaag, terwijl comfortbeleving vaak juist extra energie kost. Hoe zorg je ervoor dat bewoners toch een aangenaam binnenklimaat behouden? “Comfort vergt meer dan alleen technieken om temperatuur en luchtkwaliteit te reguleren. Mensen ervaren comfort en energie op totaal verschillende manieren”, zegt Ortiz. “Je prettig voelen in huis en de bereidheid om iets te doen aan energiebesparing is afhankelijk van persoonlijke voorkeuren.”
Om die voorkeuren in kaart te brengen, ging hij grondig te werk. Allereerst legde hij achthonderd personen een enquête voor met gedetailleerde vragen. Hoe belangrijk vind je het bijvoorbeeld om controle te hebben over je omgeving? Welke emoties verbind je met de inrichting van je huis? En, heel belangrijk, wat heb je nodig om je comfortabel te voelen in huis?
Raampje open
Uit de antwoorden kwam een staalkaart aan voorkeuren tevoorschijn. De een vindt 18ºC meer dan genoeg en heeft graag een raampje open, de ander eist een binnentemperatuur van minimaal 23ºC en een goed geïsoleerde, hermetisch afgesloten gevel. Sommigen zetten de thermostaat een graadje lager uit kostenoverwegingen, anderen doen het om het milieu te sparen. Sommige mensen willen een opgeruimd huis met gladde, eenvoudig reinigbare oppervlakken. Anderen hebben liever een rommeltje en een warme, zachte inrichting. Kleine ramen of tralies voor de ramen geven sommige mensen een veilig gevoel, anderen voelen zich daardoor opgesloten en willen juist maximaal glasoppervlak in hun woning.
Uit de enquêteresultaten distilleerde Ortiz vijf 'archetypen', met een vergelijkbaar psychologisch profiel. Om deze nader in kaart te brengen, bezocht hij een aantal respondenten uit elke groep voor een interview thuis. Hij ondervroeg ze over hun comfortbeleving en gedrag in huis en bekeek de opzet van de woning. Vervolgens plaatste hij sensoren in huis voor temperatuur-, luchtvochtigheids- en CO2-metingen en vergeleek het energieverbruik van de verschillende groepen.
Tenslotte bracht hij een aantal representanten uit de verschillende focusgroepen samen tijdens een workshopweekend. Daar mochten ze met behulp van plaatjes uit tijdschriften, schaar en lijmpot zelf een collage samenstellen om hun gevoel van comfort uit te drukken, zonder woorden. “Ik wilde op die manier het filter van het bewustzijn omzeilen, om tot de persoonlijkheid door te dringen”, legt Ortiz uit. Deelnemers konden achteraf een verbale toelichting geven om de achterliggende logica te verklaren.
Hipsters
Wat we precies hebben aan deze psychologische benadering? Volgens Ortiz kan het helpen een strategie te vinden om verschillende menstypen te overtuigen energie te besparen, zonder dat hun gevoel van comfort gevaar loopt. Zo zullen ‘positive savers’ eerder bereid zijn tot energieoffers als ze inzicht krijgen hoeveel bomen ze daarmee redden – mits dat niet ten koste gaat van de orde in huis. Het archetype van de ‘vulnerable pessimist’ wil graag onderdeel zijn van een sociaal netwerk en is dol op technologie. Ortiz: “Hipsters vallen hieronder. Als zij hun energieconsumptie via slimme technologie kunnen vergelijken met hun buren, willen ze minder verbruiken dan de anderen.”
Architecten kunnen gebruik maken van de vijf geïdentificeerde archetypen bij het ontwerpen van een woning op maat. “Ze zouden met behulp van een vragenlijst kunnen achterhalen in welke categorie de toekomstige bewoner valt. Aan de hand daarvan kunnen ze een woning zodanig ontwerpen dat de bereidheid tot energiebesparing en het comfort maximaal zijn.”
Wat Ortiz betreft worden de voorkeuren van de verschillende archetypen opgenomen in de regels in het Bouwbesluit ten aanzien van comfort. Mogelijk vervolgonderzoek ziet hij in de kantorenmarkt. “Misschien moet je dezelfde menstypen bij elkaar zetten in verschillende delen van een kantoorgebouw. Het zal allicht ruzies voorkomen over verwarming aan, raam open of ventilatie uit én energie besparen.”
Meer informatie
- Proefschrift 'Home occupant archetypes'