De impact van regionaal ontwerp op ruimtelijke plannen
Hoe groot is de invloed van ruimtelijke ontwerpen op een regionaal schaalniveau op ruimtelijke planning en besluitvorming op alle schaalniveaus? Aan de hand van casussen uit de Nederlandse praktijk onderzocht promovenda Verena Balz het tweerichtingsverkeer tussen regionaal ontwerp en de totstandkoming van ruimtelijk beleid.
Vanaf de jaren zestig tot begin jaren negentig van de vorige eeuw werd de inrichting van Nederland centraal gestuurd. Het Rijk hield de touwtjes in handen met opeenvolgende nota’s ruimtelijke ordening. Als vanaf halverwege de jaren tachtig een verschuiving plaatsvindt van ruimtelijke planning voor geografisch gemarkeerde gebieden naar planning voor metropolitane netwerken gaat steeds meer aandacht uit naar ruimtelijke ontwikkeling op regionale schaal.
Kenmerkend voor planning op deze schaal is dat een veelheid van actoren (publiek, privaat en maatschappelijk) een rol speelt of een belang heeft. Ook moet tussen verschillende bestuurslagen en -grenzen worden geschakeld. Er ontstaat zoiets als een regionale ontwerppraktijk, die enerzijds invulling geeft aan de planvorming in deze complexe context maar anderzijds ook door die context wordt gevormd. “Ik heb geprobeerd te doorgronden hoe deze ontwerppraktijk, waarin veel ruimte is voor creativiteit en waarin formele kaders vrijwel ontbreken, zich verhoudt tot ruimtelijke planning zoals die uiteindelijk vorm krijgt,” zegt Balz.
Over architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp is een enorm stapel literatuur gepubliceerd, net als over ruimtelijke planning en governance. Balz heeft onderzocht hoe die twee gescheiden werelden met elkaar zijn verknoopt, onder meer om te kunnen bepalen wat regionaal ontwerp oplevert. “Dan doel ik op verwachte resultaten (performances) zoals een beter begrip van de opgaven die met het plan worden getackeld of de verwerving van draagvlak voor voorgestelde maatregelen.” Ontwerpen op regionale schaal zijn volgends Balz niet bedoeld om één op één te worden uitgevoerd. Wel dienen ze te inspireren en te leiden tot beeldvorming en gedragsverandering die vervolgens de besluitvorming bepalen.
Balz constateert dat er vaak hooggespannen verwachtingen zijn over wat regionaal ontwerp bijdraagt aan een planproces: inspiratie, innovativiteit, kwalificering van beleid. “Dergelijke opvattingen over de mogelijke rollen van ontwerp zijn op zich terecht maar in de praktijk van een specifiek planproces komen ze niet allemaal tegelijk uit de verf.” Wel leent de regionale ontwerppraktijk zich bij uitstek voor het schetsen van de mogelijke uitwerking van beleid en regelgeving. Ontwerpen kunnen zodoende bijdragen aan de flexibele, iteratieve processen waarin nieuw beleid of nieuwe regelgeving tot stand komen.
In hoeverre regionaal ontwerp doorwerkt in ruimtelijke planning heeft Balz vastgesteld door verschillende ruimtelijke plannen te analyseren. Ze besteedt ze onder meer aandacht aan de relatie tussen de activiteiten van het Atelier Zuidvleugel in relatie tot het programma Stedenbaan. Een groot deel van het proefschrift bestaat dan ook uit een beschrijving van de specifieke context waarin de regionale ontwerpen zijn gemaakt. “Aan de hand van de casussen concludeer ik dat regionaal ontwerp geen heel directe en ook geen heel sterke invloed heeft op besluitvorming. Het ontwerp werkt eerder indirect door en op de lange termijn. Het lijkt me belangrijk dat ontwerpers zich bewust zijn van de hoge mate van toevalligheid en het specifieke karakter van de context waarin ze werken.”
Een andere conclusie luidt dat de regionale ontwerppraktijk in hoge mate wordt beïnvloed door de vrijheid van beleidskaders ten opzichte van de door het Rijk gestuurde ruimtelijke planning en dat het in het complexe speelveld van actoren soms onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor het ontwerpproces en voor de doorwerking van de uitkomsten in besluitvorming. “Terwijl in sommige beleidskaders, zoals het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), regionaal ontwerp een verplicht onderdeel is van de planprocedure.” Balz ziet ruimte voor verbetering. “Het zou duidelijker moeten zijn wie aansprakelijk is voor de functie en uitkomsten van regionaal ontwerp.”